‘‘Ik word altijd blij als jullie voedsel voor mij achterlaten,’’ vertelt Merel. ‘‘In de winter verbruik ik veel energie en voedsel vinden is lastiger. Alle hulp is welkom!’’
Merel vliegt boven de gemeente Dalfsen van hot naar her op zoek naar biodiverse verhalen
Vogels gebruiken het hele jaar veel energie: In het voorjaar om eieren te leggen, daarna om hun jongen groot te brengen en om reserves op te bouwen voor de winter. In de winter hebben ze hun energie vooral nodig om warm te blijven. Hun lichaamstemperatuur is 40 graden. Om zo’n klein lijfje zo warm te houden, kost het kleinere soorten in één nacht soms wel tien procent van hun gewicht.
Je kunt je dus wel voorstellen dat extra voedsel meer dan welkom is. Ook leuk: vogels zoeken actief naar plekken waar ook in de koude maanden voedsel te vinden is. Als je nú begint met voeren, is de kans groot dat de vogels de hele winter blijven komen.
Merel: ‘‘Het is ook fijn als er een bakje water staat. Om te drinken en om in te badderen. Dat kan ook als het een beetje vriest, omdat het water van het vetlaagje op mijn vleugels glijdt. Als het flink vriest sla ik het bad beter over. Zet dan geen warm bad voor me klaar’’.
Geef vogels ook geen water met zout. Dat is ongezond voor ze. Water met suiker is ook geen goed idee, omdat dat een plakkerig laagje op de veren achterlaat.
‘‘Nu vragen jullie je misschien nog af waar je me wél blij mee maakt?’’ kwettert Merel. ‘‘Ik ben gek op zaden en pitten, maar ook op bijvoorbeeld fruit, ongezouten doppinda’s en broodkruimels.’’
Vind je het leuk om zelf vetbollen te maken? Dat is niet moeilijk: smelt frituurvet of kokosvet tot het warm is, maar niet heet. Hier meng je een zadenmengsel in. Gebruik één deel vet op één deel zadenmengsel. Giet het daarna in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkpak of een theeglas. Hang er een touw in, zodat je ‘m op kunt hangen als de vetbol gestold is. Mocht je het er niet goed uitkrijgen: houd het glas/blik even in warm water.
Verschillende vogels eten graag op verschillende plekken. Sommigen vinden het fijn als het voedsel hangt, anderen vinden het juist fijn als het in een voederhuisje of op de grond ligt. Probeer het eens uit en je ontdekt vanzelf welke vogels op bezoek komen.
De vogelbescherming raadt aan om te kiezen voor biologisch vogelvoer, zodat de vogels niet blootgesteld worden aan gifstoffen. Als je twijfelt wat je wilt of het niet zelf wilt maken: je kunt voer en hulpmiddelen om het voer aan te bieden ook bij hen kopen: www.vogelbescherming.nl.
Merel: ‘‘Eitje toch? Wie weet zie ik je binnenkort wel in jouw achtertuin!’’
Was getekend: