‘‘Als ik langs de Vecht vlieg, zie ik sporen van vroeger,’’ fluit Merel. ‘‘Ze heeft weer ruimte gekregen om te slingeren, zoals ze ooit deed. Je ziet rivierduinen, oude bosjes en oeverstroken die nat mogen zijn. Wat een verschil met weteringen en rechtgetrokken rivieren. Laat de Vecht maar kronkelen – dan komt het leven vanzelf terug.’’
Merel vliegt boven de gemeente Dalfsen van hot naar her op zoek naar biodiverse en duurzame verhalen.
Brechje Rijkens, ecoloog bij Waterschap Drents Overijsselse Delta, werkt dagelijks aan waterkwaliteit. “Vroeger was de Vecht een dynamisch systeem,” vertelt ze. “Ze overstroomde geregeld, maar had ook een gebied wel twee zo groot als nu om te overstromen. In de uiterwaarden woonden geen mensen en de oude boerderijen stonden op terpen. Ook vond je moerassige bossen – ooibossen – langs de randen. Die bossen vernieuwden zichzelf vrij snel. Je vond er door de nattigheid geen eeuwenoude bomen, maar wel veel leven.”
Door dijken, vaargeulen en versteende oevers is dat natuurlijke systeem deels verdwenen. Maar stap voor stap wordt de rivier weer natuurlijker. “Stenen worden weggehaald, vispassages aangelegd. We komen al vissen helemaal vanuit zee in de Vecht tegen. Dat is een goed teken,” zegt Brechje.
Een gezonde rivier herken je aan wat erin leeft. Libellen zoals de rivierrombout en planten als rivierfonteinkruid laten zien dat het goed gaat. Maar als soorten als rietgras of lisdodde gaan overheersen, weet je dat er iets mis is. Dan krijgen kwetsbare soorten geen kans meer.
Merel: “Jullie hadden toch afgesproken dat je in 2027 het water ‘schoon’ zou hebben?”
Daar heeft Merel helemaal gelijk in. We hebben al 25 jaar geleden richtlijnen opgesteld hoe schoon ons water moet zijn. Brechje: “Die ‘Kaderrichtlijn Water’ is al vanaf 2000 van kracht. Hij stelt dat we in 2027 overal aan een goede waterkwaliteit moeten voldoen. De deadline komt nu snel in zicht.”
Merel: “Wat nu, als we daar als particulieren al vast een begin mee maken?”
Goed idee. Wat kun je als inwoner doen? Meer dan je denkt. “Het begint bij wat je níet doet,” zegt Brechje. “Was je auto niet op straat, dat water – met zeepsop – gaat rechtstreeks het riool of de bodem in. Gebruik medicijnen met beleid , lever oude medicijnen in bij de apotheek, spoel ze nooit door het toilet! Medicijnresten verwijderen we moeilijk uit het rioolwater, waardoor ze alsnog in sloten, kanalen en rivieren terecht komen. En kies voor natuurlijke verzorgingsproducten zonder microplastics. Wat er niet in her water komt, hoeft er ook niet uit.”
“Koop biologische planten, zodat insecten niet sterven aan pesticiden. Maai je tuin met beleid, laat wat bloei staan. En geef de uiterwaarden – als je daar woont of komt – in het voorjaar de rust die broedende vogels en jonge otters nodig hebben.”
‘‘Schoon water is geen luxe, het is basis,’’ fluit Merel. ‘‘En jullie hebben het in handen. Gebruik ook maar biologische was- en schoonmaakmiddelen. Gewoon een beetje nadenken hoe je er geen smeertroep van maakt. Zo simpel kan natuurherstel beginnen.’’
Was getekend,
