‘‘Ik kom de laatste tijd steeds vaker bulten tegen in de natuur. Daar word ik blij van, wist je dat? Er leven allerlei dieren in die hopen, die ik graag eet. Ik eet natuurlijk niet meer dan ik nodig heb. Dan blijft er genoeg over om groot te worden en heb ik volgend jaar opnieuw genoeg te eten.’’
Tariq Stark coördineert voor RAVON het Landelijk NEM Meetprogramma Reptielen en het landelijke broeihopennetwerk (www.broeihopen.nl). Hij vertelt: ‘‘Voor de ruilverkaveling vond je in grote delen van Nederland ringslangen. Door onder andere de intensivering van de landbouw zijn bijna alle fijne plekken voor de ringslang verdwenen. Denk aan drinkpoelen, mestvaalten, composthopen en potstallen.’’
Merel vliegt boven de gemeente Dalfsen van hot naar her op zoek naar biodiverse en duurzame verhalen.
‘‘In Salland zijn vier deelpopulaties ringslangen over. Die proberen we weer aan elkaar te knopen door op strategische plekken zo veel mogelijk broeihopen aan te leggen, waaronder tussen Dalfsen en Ommen. Broeihopen zijn bulten organisch materiaal, die door het rottingsproces zelf warmte genereren. Perfect voor de ringslang, want die heeft een constante warmte van 26 tot 28 graden nodig om de jonge ringslangen goed tot ontwikkeling te laten komen.
Nu denk je misschien: slangen, zijn die niet gevaarlijk? Waarom zou ik die willen helpen? Daar heeft Tariq een duidelijk antwoord op: ‘‘Nee, ze zijn niet gevaarlijk. Ringslangen zijn niet giftig en wurgen niet. Ze zijn juist kwetsbaar en staan op het menu van heel veel dieren, ook op die van de Merel (jonge ringslangetjes). Door de ringslang te helpen, help je zo de algehele biodiversiteit vooruit. Ook omdat broeihopen niet alleen door slangen gebruikt worden. Van minuscule diertjes tot kever tot slang. Je maakt altijd een onderschatting van het aantal soorten dat in zo’n bult leeft.’’
Als jouw tuin in het landelijk gebied ligt of aan de rand van het dorp, kun je makkelijk zelf een broeihoop maken. Tariq: ‘‘Een aantal dingen is belangrijk: zorg voor een vijver, voor de voedselvoorziening. Zorg dat je tuin niet ommuurd is met een dichte schutting, zodat de dieren er goed in en uit kunnen. Zorg dat je tuin niet aan een drukke weg ligt. Jonge diertjes worden snel overreden. Vervolgens is een broeihoop snel gemaakt: het kan gewoon je eigen composthoop zijn. Zorg voor een begin met een paar grote takken, zodat er voldoende zuurstof bij kan en de slangen er in en uit kunnen kruipen. Verder kan er groenafval, tuinafval en mest op. Belangrijk is de bult niet om te zetten tussen juni en september, zodat je geen eieren kapotmaakt of omdraait. Tot slot: heb geduld. De natuur is geduldig, maar wij vaak niet. Ringslangen zijn gewoontedieren. Ze moeten even wennen, dus geef het een aantal jaar.’’
Merel: ‘‘Jullie kunnen een mooie rol spelen in het vooruit helpen van de ringslang. En tegelijkertijd zorg je ook nog voor een diverser menu voor mij! Ik zie alleen maar voordelen. Waar wacht je nog op? Aan de slag zou ik zeggen!’’
Was getekend, Merel
