“Als je een project aanpakt, moet je voor het maximale gaan, want als je voor een zesje gaat, mag je blij zijn als je er een voldoende uithaalt.” Met die levensopvatting is Marien Zeilstra uit Heeten begonnen appelcider te produceren. En inmiddels ook thee. Er zijn al duizenden flesjes cider verkocht. En Sallandse thee staat er aan te komen. “Ik zag hier in Heeten ‘thee van vers blad’ op de kaart staan. Daar komt straks ook vers Sallands theeblad bij te staan. Let maar op.”
Marien Zeilstra heeft een financieel economische achtergrond. Bij grote bedrijven in de profit sector ontleedde hij bedrijfsprocessen en zocht bij ieder stapje naar verbeterpunten.
Niet eendimensionaal gewoon hogere winsten bereiken, maar kijken naar alle factoren die daar op korte en lange termijn invloed op kunnen hebben.
Die kennis bracht hij mee toen hij tot aan zijn pensioen in de non-profit zijn carrière afsloot. Marien werkt privé ook zo. Zo heeft hij voor zijn eigen leven een meerjarenplan gemaakt waarin opgenomen wat hij nog graag wil doen en hoe dat het best te bereiken is. Door gezond te blijven bijvoorbeeld. Nu kun je daar geen garantie voor afgeven, maar je kunt de kansen wel vergroten. “Daarom wil ik ieder jaar een grote fysieke uitdaging aangaan. Naar Santiago de Coma Stella of naar de Noord-Kaap fietsen, écht grote fysieke inspanningen dus, waar je voor in conditie moet zijn om er überhaupt aan te beginnen.
De smaak van cider
En toen ik hoorde dat je de smaak van appelcider niet in de hand hebt, dat je bijvoorbeeld afhankelijk bent van de appels van dat jaar, ben ik ook die uitdaging aangegaan. En inmiddels ben ik er toch achter gekomen dat dat maar deels waar is. Als je het proces opknipt kun je stap voor stap op zoek naar het beste. Welke appel vind je het best passen, het fermentatieproces, de zuurgraad, als je op al die stappen de beste keus maakt, kun je best behoorlijk op het eindproduct sturen. Inderdaad is het ene jaar beter dan het andere jaar, maar in een minder jaar is de appelcider altijd nog wél lekker.
En ja, als je groot denkt ga je van zo’n proces een cursus opzetten, met certificaat en al. “Er hebben zich al 65 mensen voor opgegeven bij de Nederlandse Pomologische Vereniging, waar ik voorzitter van geworden ben.”
De Sallandse cider, en binnenkort ook de Sallandse thee, zijn op zich ook weer het resultaat van groot denken. “Toen de kinderen klein waren, wilden ze graag boomhutten maken. Maar ja, waar kan dat? Zo bedacht ik een stuk bos te kopen. Bij een openbare verkoop van een stoppende boer tussen Heeten en Broekland aasden boeren op de weilanden. Niemand had interesse in het bos. Dat heb ik toen voor een prikkie gekocht en zo konden de kinderen hun boomhut maken.
Dat bos beviel zo goed, ik heb er later gewoon nog een paar hectare bij gekocht. Op dat stuk wilde het waterschap een retentiegebied doorheen trekken en als compensatie kreeg toen een derde stukje grond, een hoekje aan het eind van de Stroeksweg. Daar ben ik fruitbomen gaan poten. En daar is dus die appelcider het resultaat van.
Eigenlijk wilde ik er een voedselbos van maken. Maar daar waren de eindresultaten toen nog heel onzeker van en ik had geen zin een project te beginnen dat ik mijn leven niet naar een goed einde zou kunnen brengen.
Computergestuurde monitoring
Met dat procesmatig denken zou Marien in de zorg ook nog wel iets willen doorbreken. “Ik heb in de jaren dat ik voor zorggroep Solis in Deventer werkte de analyse gemaakt dat welzijn altijd voor zorg uitgaat. Het is me daarom ook een compleet raadsel dat overal die welzijnsprogramma’s wegbezuinigd worden. Als een bewoner van een verzorgingstehuis ’s morgens plezier heeft met jeux de boules gaat die daarna lekker een middagslaapje doen. Maar als die een rotochtend heeft, gaat ie de zuster de hele tijd bellen! Zo ben ik ook voor een computergestuurde monitoring. Je kunt sensoren aan bed maken die registreren of iemand rustig slaapt, snel gewicht verliest, risico op doorliggen heeft, als je die technologie gebruikt speel je medewerkers vrij om met dat welzijn bezig te zijn: twee keer winst.”
Bijen en andere insecten in de omgeving van de bosjes van Marien hebben ook voordeel bij dat procesdenken. Als je appelcider wil, moet je appels hebben, als je appels wil, heb je bestuivers nodig: insecten, bijen. Als je die echt wil helpen, moet je een biodiverse natuur hebben met bloeiers vanaf het vroegste voorjaar tot zo diep mogelijk de winter in. Bloeibogen noemt Marien die. HierinSalland schreef er al eerder over: Kies voor bloeibogen in plaats van wildmengsels. “Niet alleen de hoeveelheid stuifmeel of nectar is belangrijk, maar vooral ook de spreiding door het jaar heen. Je moet planten kiezen die zo lang als mogelijk nectar bieden. In veel tuinen staat in april, mei en juni van alles in bloei.
Bloeiende struiken en bomen heb je het hele jaar door en ze hebben door hun hoogte meer oppervlakte
Wildmengsels bloeien maar kort. Maar je hebt ook struiken en bomen die vroeger al en later nog bloeien. Ze hebben door hun hoogte meer oppervlakte. En ze vragen vaak minder onderhoud.”
Boomgaard aan de Stroeksweg
Zo heeft Marien Zeilstra zijn boomgaard aan de Stroeksweg ook ingericht, met de bomen die het hoogst worden aan de noordkant, nar het zuiden toe steeds kleiner wordend, met aan het eind de kleinste soorten, waar nu de aardbeien optimaal van de zon genieten. In het najaar worden de appels geoogst en bij fruitteler Van Vilsteren in de koeling gezet. Op die manier kan Marien het hele jaar door zijn cider maken die via de Hanos te koop wordt aangeboden, maar bijvoorbeeld ook bij de Bökkers Mölle op de kaart staat. “Sallandse appelcider, uit Olst, op de kaart van een restaurant in Olst. Mooi toch?”