Wanneer ervaren we eenheid of innerlijke vrede?
Als we muziek van Bach horen.
Als we ’s avonds in die ontzagwekkende sterrenhemel kijken.
Als we in de armen van onze geliefde liggen.
Als we in gebed of diepe meditatie zijn verzonken.
Als we spelen met onze kinderen.
Als je helemaal, gedachteloos, opgaat in dat wat je doet: koken, iets maken.
Als je jezelf vergeet….
Oekraïne, Centraal Afrika en vooral Auschwitz zijn plekken die we niet associëren met eenheid of vrede. Maar met wreedheid, met chaos, ontmenselijking. Enerzijds was daar het sadistische ontmenselijkende gedrag van de nazi’s en anderzijds het weerloze, gelaten slachtofferschap van de joden die naar de gaskamers werden gedreven.
Zowel het ene als het andere is zo onmogelijk in te denken voor iemand die er niet is geweest.
Toch is het allemaal gebeurd en gebeurt het nog; het zijn niet uit te wissen hoofdstukken van onze menselijke geschiedenis.
Als we eerlijk zijn kennen we, ergens diep in ons, die tegenpolen van dader en slachtoffer, van sadisme en angstige volgzaamheid. Als jongetje heb ik mijn parkiet wel eens zo hard geknepen dat hij bijna stikte; gewoon, om te zien wat er dan gebeurde. En later zijn er momenten geweest dat ik eerloos en laf toegaf aan druk van een krachtiger iemand. Omdat het verlangen tot erbij-horen sterker was dan het gevoel van eigenwaarde.
Veel gelovige joden hebben in de hel van Auschwitz en Sobibor hun geloof in God verloren. Toch zijn er ook mensen geweest die dat geloof behielden en zelfs verdiepten. Zo bleek dat hoop of het gevoel nuttig te zijn, heeft bijgedragen aan het overleven van de vernietigingskampen.
Naast die ‘vooruitgerichte’ energie was er een gelatenheid, een ondergaan, een accepteren van de werkelijkheid-zoals-die-hoe-vreselijk-ook-was. Met momenten waarop zelfs leven of dood niet meer belangrijk leken. Een Duits woord voor die zijnstoestand is ‘Gelassenheit’, een zichzelf laten en tegelijkertijd het andere laten, een kunnen ondergaan met behoud van waardigheid. Vanbinnen krijg je mij niet stuk.
Ikzelf had tijdens mijn bezoek indertijd aan Auschwitz de verwarrende ervaring dat ik me verdrietig, boos, ontsteld, opstandig voelde. En tegelijkertijd ook rustig, vredig. Alsof ik, geconfronteerd met dat vreselijke dat wij mensen elkaar aan kunnen doen, daar ook alleen maar naar kan kijken, dat het deel van mij is -mijn voorvaderen zijn nog Duits ook- en toch ook weer niet.
Dat het met mijn leven te maken heeft en toch ook weer niet. Dat ik er medeplichtig aan ben en tegelijk onschuldig. Zoiets. Dat ik het met mijn eigen leven moet doen, met mijn eigen zwaarte en lichtheid. En dat dat voldoende is. Dat ik niet mèèr hoef te dragen dan dat. En natuurlijk: dat mijn eigen zwaarte wel meevalt tegenover het lot van een kampgevangene.
Er zijn talloze voorbeelden dat de geest sterker is dan welke vreselijke omstandigheid ook. ‘Geest’ is meer dan ‘wilskracht’. Want wil heeft alleen betekenis en kracht als hij is gegrondvest op geloof. En geloof houdt alleen stand als het is gebaseerd op weten, op bewustzijn, op inzicht.
En inzicht wordt alleen verworven door ervaring. Hoewel niet alles wat je vòelt waar is. De amygdala bv. waar de kern van emotionele herinneringen worden bewaard, is een nogal primitief hersendeel, waar veel aspecten van een ervaring en de objectieve werkelijkheid verloren gaan. Je gevoel kan je bedriegen!
Maar het òmgekeerde klopt wel: wat waar is, is voelbaar, moet ooit gevoeld zijn.
Ergens heb je weet van de waarheid. Je wèèt hoe het zit met jouzelf, ook al begrijp je niet waarom iets gebeurt of bestaat. Ook al ben je vaak niet bij machte om je patronen om te draaien en zie je, machteloos en soms met humor, hoe jouw grammofoonplaat zich voor de 225e keer weer afspeelt.
Soms is het mogelijk om buiten de wetten van het verstand en buiten de ervaring van het waargenomene, toch iets te voelen, te weten van een Grotere Werkelijkheid. Iets wat jou voorttrekt of voortduwt, iets wat iets met jou doet, wat je in beweging houdt ‘tegen beter weten in’.
Het gaat dus niet over de kracht van het denken of van de wil, zelfs niet over een gevoel of een ervaring. Misschien is het wel zo vaag als de herinnering aan een ervaring. Misschien gaat het wel terug op de veilige eenheid in de moederschoot, het letterlijk gedragen en gevoed worden.
Misschien gaat het nog verder terug, op sporen van verdwenen herinneringen aan ervaringen uit vorige levens. En misschien nòg wel verder terug. Een weten in al je lichaamscellen van gedragen worden, intens verbonden zijn met Iets oneindig groters, waar jij een onmisbaar bestanddeel van bent. Niet te vatten, niet te peilen, zò diep, zò weids…..
Altijd hebben mensen geprobeerd om die ervaring te ‘bevatten’, te ‘omvatten’, zichtbaar en voelbaar te maken. En vaak wordt die ervaring eerder benaderd in de kunst dan in de wetenschap. Muziek, schilderkunst, dans, architectuur, beelden.
Bijzonder is wel dat ook de wetenschap dichter bij die hogere en toch menselijke werkelijkheid lijkt te kunnen komen. Bv. het inzicht dat alle materie –zowel onze lichaamscellen als de boom die voor ons raam staat- uiteindelijk blijkt te bestaan uit energie, die vanwege haar aard grenzeloos en oneindig is, die heen en weer lijkt te golven als adem, als de getijden, dwars door tijd en zwaartekracht heen.
Energie die leven creëert en genereert. Sommigen zeggen dat een ander woord voor ‘leven’, anima = adem is. En anderen zeggen dat het gewoon….liefde is…..
Eenheid, innerlijke vrede, stilte, intense verbondenheid ervaren. De ervaring dat mijn alleen-zijn, die jij en ik zo goed kennen, die we soms ook zo nòdig lijken te hebben, wordt opgeheven. Al is het maar voor een moment.
Elk van zo’n ervaren moment herstelt je her-innering aan àndere van dergelijke momenten. En vergroot de kans op nieuwe momenten van ervaren eenheid.
Misschien wel tot het punt dat we alleen maar (een) ‘zijn’…
Marcus Belle
Heino, 12 aug. 2009/ 17 aug. 2023
Website psychologiepraktijk Athare
Website Hebhethart
Prachtig verwoord Marcus!!