De zandhommel wordt bedreigd in de Biesbos. Volgens een artikel in KNNV komt dat door de honingbij waarvan de kasten aan de rand van het Natura 2000 gebied worden geplaatst. De provincie wil die honingbijen nog niet zo maar de schuld geven. Dus hebben ze een onderzoek ingesteld.
Dat bericht was voor Olst-Wijhenaar Leonieke Kruit reden in de pen te klimmen. Voor de zoveelste keer. Maar Leonieke gaat door tot iedereen weet dat de honingbij geen goed idee is.
“Een onderzoek?” zegt natuurkenner en geregeld columnist Leonieke Kruit van HierinSalland? “Een onderzoek? We weten toch al lang dat honingbijen de wilde bijen en hommers wegjagen? Daar hoef je toch helemaal geen onderzoek naar te doen?”
“Imker-zijn begint veel weg te hebben van een besmettelijke en ongeneeslijke ziekte. Laten we het de imker-ziekte noemen. Een speciale vorm van ernstig egoïsme.
Het aantal honingbijenkasten blijft toenemen. Stonden vorig jaar nog twee of drie van die bijenkasten op een liever niet nader te noemen adres hier in Salland (want ik moet aan mijn eigen veiligheid denken), nu zijn dat er al vier of vijf en nog een kleintje erbij.
Hoe meer honingbijen hoe meer vreugd lijkt het devies te zijn van de imkers. En hoewel imkers allang weten dat honingbijen slecht zijn voor wilde bijen en dus voor de biodiversiteit, gaan ze gewoon door met nog meer kasten.
Behalve aan egoïsme lijden ze ook aan een sterke ontkenning van wat ze allemaal veroorzaken. Zo is nu hun belangrijkste excuus, dat ze vooral de zogenaamde Zwarte Bij in hun kasten hebben. Die kwam hier ooit in een ver verleden ook al voor, dus verhogen ze de biodiversiteit door die soort weer toe te voegen. Eén soort, terwijl die Zwarte bij bijdraagt aan de uitroeiing van talloze andere bestuivende, wilde insecten.
Bovendien worden die Zwarte bijen net zo goed bijgevoerd als hun doorgefokte superhoningbijen. Dus concurreren die Zwarte bijen net zo hard met de wilde bij en de wilde hommel.
Het lijkt de zo ‘natuurverbonden’ imkers niets uit te maken dat hommels en andere wilde bijen, de echte natuurlijke soorten, door hun honingbijen worden verdrongen. En wie weet verdringen ze ook vlinders, zweefvliegen en allerlei bestuivers die nog nooit op dit gebied zijn onderzocht.
Ja, er zijn wel onderzoeken die aantonen hoe slecht de honingbij is, maar al die onderzoeken, wereldwijd gedaan, zijn natuurlijk allemaal fout, volgens de imkers, want hun honingbijen doen dit niet.
Ik heb een verzameling gemaakt van argumenten die ik ben tegengekomen in de loop van de laatste jaren. En ik geef er meteen maar repliek op.
Honingbijen komen alleen op grote aantallen nektarplanten
Hoe komen al die honingbijen dan in mijn tuin en weiland op zo goed als alle bloeiende plantensoorten? Vinden imkers misschien in hun postzegeltuintjes, dat 10 Cosmea’s al een grote hoeveelheid is? Genoeg voor een hele kast met 50.000 honingbijen?
Niet alle honingbijen vliegen rond, er blijven er heel veel in de kast!
Verbazend, die hoeven blijkbaar dus niet te eten.
Honingbijen jagen de wilde bijen niet weg! We hebben ze nog nooit zien vechten
Hoe komt het dan, dat uit mijn Wilde kersenbomen de hommels spoorslags zijn verdwenen, zodra de honingbijen oprukken? Ze hebben dus een eigen methode zonder vechten, waarmee ze de wilde bijen verjagen.
De agrarische graslanden zijn zo bloemloos, omdat er geen honingbijen zijn! Die worden niet bestoven omdat de honingbijen uitsterven.
Weten imkers dan niet eens, dat deze bloemen worden weggespoten, omdat agrariërs die niet willen? En omdat er daardoor geen bloeiende planten in de weilanden staan, gaan we ze bovendien bestormen met miljoenen honingbijen.
Kijk, we doen ook iets aan de hommels, zei een imker op een kraampje met informatie-materiaal, en gaf me een folder met foto’s van hommels. Daar hadden de hommels niet van terug. En, beweerde hij, hij wist zeker dat de honingbijen niet in mijn tuin op mijn bloemen komen.
Weet zo’n oude imker, zijn leven lang imker geweest, dan niet eens waar zijn honingbijen op vliegen?
Ik wil je wel helpen met informatie hoe je iets voor wilde bijen kan doen, zei ik een keer tegen iemand die geïnteresseerd was in mijn aantallen wilde bijen. Er zijn in Nederland 360 soorten. ‘Oh jee’, was het antwoord. “Zoveel? Dat kan ik nooit allemaal leren. Dan ga ik maar aan honingbijen doen.”
“Ik kan niet aan informatie komen over wilde bijen”, zei zo’n imker een keer tegen me. Wel, er bestaat iets dat internet heet en als je daar naar ‘wilde bijen’ zoekt, oh wonder, komt er informatie over!