In Salland wordt in 2050 CO2-neutraal geboerd Het houden van minder dieren per hectare en het uitbannen van het gebruik van kunstmest leveren een sterke bijdrage aan de reductie van de CO2 uitstoot en het halen van de klimaatdoelen. Daarnaast wordt er geen fossiele brandstof meer verbruikt en werken machines en tractoren op waterstof en elektriciteit. De boer wekt zelf de benodigde energie duurzaam op door zonnepanelen op daken en het vergisten van reststromen en mest, al dan niet in samenwerking met ketenpartners zoals het waterschap. De bodem is in balans door het uitbannen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Dat adviseert het college van Rijksadviseurs. Landbouw is een essentieel onderdeel van Salland. Maar door intensivering is die functie de bocht uit gevlogen. In 2050 moet dat weer op het rechte pad zijn. Zodat de boer een goede boterham verdient, het platteland weer een plek is waar het goed wonen, werken en recreëren is en waar de biodiversiteit helemaal terug is. Dat kan, zegt het college van Rijksadviseurs dat daar een lijvig rapport over geschreven heeft. Landschapsinclusieve landbouw wordt de nieuwe weg genoemd. Dat is biologisch boeren, maar nog meer.
‘Het College van Rijksadviseurs: “De landschappelijke diversiteit staat onder druk door intensivering en schaalvergroting in de landbouw. Het perspectief voor 2050 toont hoe in Salland een nieuwe balans gerealiseerd kan worden tussen landschap, schaalgrootte en agrarisch landgebruik. Het aantal boerenbedrijven in Salland is met een derde gekrompen van 1.431 bedrijven in het jaar 2005 tot 958 in het jaar 2019. Tegelijk werden de bedrijven wel een stuk groter. Het aantal melk- en kalfkoeien in Salland nam toe met circa 12,5% en het aantal varkens met circa 5%. Die schaalvergroting zie je in Salland aan de grotere stallen en uitbreiding van agrarische erven. De relatie tussen de voortschrijdende schaalvergroting, het landschappelijke karakter, de Sallandse waarden en de uitstraling van het gebied staat onder druk.”
Citaten uit het rapport:
“Op het gebied van landschap ligt de opgave met name in het remmen van de trend van vervaging van de landschappelijke diversiteit. Deze trend is onder andere zichtbaar door het verdwijnen van landschapselementen.”
“Een andere opgave voor Salland is het verbeteren van de vitaliteit van het buitengebied. De sociale binding en daarnaast de sterke binding met het landschap die gevoeld wordt is typerend voor Salland, maar staat ook onder druk. Leegstand en verrommeling van erven komt vaker voor en dient te worden aangepakt. Bijvoorbeeld door andere economische functies aan het platteland en agrarische erven te koppelen. Het doel is daarbij om het buitengebied van Salland economisch sterk te houden. Lokale initiatieven die al in het gebied worden ontplooid kunnen een cruciale rol spelen in het vitaal houden van het buitengebied.”
“Gedacht kan worden aan hogere grondprijzen, een duurzamer voedselpatroon van de consument, aangescherpte regelgeving op het gebied van dierenwelzijn en een reductie van het gebruik van kunstmest en chemische (bestrijdings)middelen.”
“In de melkveehouderij (grootste sector in Salland) daalde in 2019 het inkomen gemiddeld met € 6.500,-, wat het inkomen bracht op gemiddeld € 31.000,- per bedrijf. Dit terwijl de melkproductie per bedrijf steeg met 2,5%. Hogere kosten van voer, gebouwen en machines. Tegelijk stijgen de opbrengsten nauwelijks mee. Verdere schaalvergroting is hierin geen oplossing en eerder een vicieuze cirkel te noemen; opschalen is vaak de enige manier om investeringen voor de toekomst gefinancierd te krijgen, terwijl de steeds kleiner wordende marges de opbrengst en het rendement verder onder druk zetten.”
Nu al aan de bak
De Rijksadviseurs zeggen dat in 2050 de koers geheel gewijzigd moet zijn. Om dat te bereiken moet Salland nú aan de bak, om in 2030 al grote stappen gemaakt te hebben. Voor een betere bodem moet het gebruik van kunstmeststikstof en bestrijdingsmiddelen tegen die tijd met respectievelijk 50% en 90% teruggedrongen zijn. CO2-reductie in de landbouw moet dan al 11,1% lager zijn. Voer moet van dichterbij worden gehaald (gesloten kringloop), maar vooral moet de ingezette sanering van de veehouderij stevig verder gaan. Minder bedrijven, níet meer vee, maar wél een eerlijke beloning voor de boer die zich aan de nieuwe regels houdt.
Boeren willen wel
Boeren willen wel, zegt het rapport. Als het maar praktisch uitvoerbaar is. En burgers willen ook wel, die gaan wel lokaal kopen als ze de voordelen uitgelegd krijgen. En Salland is er de streek wel naar is de onderzoekers gebleken uit ‘Salland Deal’ een pilot van het afgelopen jaar waaraan veertien boeren meededen, samen met Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, Stichting IJssellandschap, pachtersvereniging, Landschap Overijssel, LTO Salland, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Waterschap Rijn en IJssel (WRIJ), Stichting Kostbaar Salland (SKS) en Agrarisch Natuur Vereniging (ANV) Groen Salland.
Meetlat
Landschapsinclusieve landbouw heeft niet alleen betrekking op het landschap, maar ook op klimaat, bodem, biodiversiteit, kringlopen, waterkwaliteit, waterkwantiteit, voedselvoorziening, dierenwelzijn en economie. Deze tien thema’s bij elkaar vormen een meetlat voor landschapsinclusieve landbouw.
De huidige landbouw in Salland voldoet niet aan de klimaatdoelen. Er zijn veel onbenutte kansen voor het verbeteren van de bodemstructuur. Werken aan een betere bodemkwaliteit kan naast productieverhoging ook een betere waterhuishouding of verhoging van biodiversiteit betekenen. De stand van de biodiversiteit in agrarisch cultuurlandschap is slecht. Oorzaken zijn onder meer hoge stikstofdeposities, verdwenen landschapselementen en eentonig landgebruik. Op individuele bedrijven wordt al wel kringlooplandbouw (biologische) landbouw bedreven, het is nog onduidelijk hoe het op grote schaal vormgegeven en toegepast moet worden. Waterkwaliteit staat onder druk, maar door mestbeleid is de bijdrage van de landbouw de laatste decennia substantieel afgenomen. Het beheer van waterkwantiteit moet vermoedelijk op de schop door klimaatverandering: niet meer zo snel mogelijk afvoeren, maar vasthouden. De ruimtelijke kwaliteit van het landschap is matig. De landschappelijke diversiteit is vervaagd door verstedelijking en schaalvergroting in de landbouw. De voedselproductie moet verschuiven naar de (eu)regionale markt met lokale en duurzame producten. Dierenwelzijn staat onder druk vanwege de intensiteit van het productiesysteem. Het huidige landbouwproductiesysteem voortzetten lijkt op basis van actuele maatschappelijke tendensen en de kleine financiële marges slechts voor een kleine groep boeren toekomstbestendig.
En na 2050?
En na 2050? Dan is de bodemstructuur en het organische stofgehalte in de bodem toegenomen door verbeterd landgebruik, het uitbannen van kunstmest, het gebruiken van vaste mest en door meer permanent grasland in het bouwplan. De bodemdruk is geminimaliseerd door lichtere en zelfrijdende machines in combinatie met vaste rijpaden. De bodems vervullen een essentiële rol in het vasthouden van grondwater (hangwater) bij grote hoeveelheden neerslag, waardoor de druk op het oppervlaktewatersysteem beter wordt verdeeld. De biodiversiteit is maximaal hersteld tot het niveau van 1960 (voor de grote ruilverkavelingen). Het aantal boerenlandvogels, belangrijke indicator van de stand van de biodiversiteit, is terug op het niveau van rond 1960. Het specifieke landgebruik (meer diversiteit in teelten, meer permanent grasland, meer kruidenrijkgrasland) in combinatie met landschapsontwikkeling (realiseren van groenblauwe verbindingen en landschapselementen) zorgen voor het terugbrengen en realiseren van aantrekkelijke habitats voor een grote soortenrijkheid aan flora en fauna. Dit kan in stand worden gehouden doordat de landschappelijke elementen direct onderdeel zijn van het productiesysteem en het bouwplan. Kringlooplandbouw is het nieuwe gangbaar.