Adam Smith, een van de grondleggers van de economische wetenschap, schreef het in 1776 al: de natuur begrenst welvaartsmogelijkheden[1]. En dat is nog steeds zo. Het verschil met 1776 is dat we dankzij technologie en circulariteit nu meer producten met dezelfde hoeveelheid grondstoffen kunnen maken dan destijds.
Aan de andere kant waren er in die tijd ongeveer een miljard aardbewoners tegen ruim acht miljard nu. De vraag is dan ook relevant of we het nog redden met wat technologie en circulariteit om de aarde leefbaar te houden. Cijfers doen vrezen van niet: we zijn al over planetaire grenzen heen gegaan[2]. Ter illustratie: als iedereen op aarde onze levensstijl zou hebben zijn er 3,6 aardes nodig[3]. De wereldbevolking als geheel zit op 1,75 aardes aan gebruik van natuurlijke hulpbronnen[4].
De cijfers zijn duidelijk. We moeten terug naar produceren binnen planetaire grenzen
Conform wat de degrowth-beweging voor ogen heeft. Jason Hickel, één van de aanjagers van de wereldwijde degrowth-beweging, schrijft (Hickel, 2021) dat degrowth een geplande vermindering van het gebruik van energie en grondstoffen is om de economie weer in balans te brengen met de leefwereld.
Dat kan door minder te produceren en door anders te produceren. Dat leidt altijd tot krimp. Als je anders gaat produceren heeft dat tot gevolg dat de ‘oude fossiele economie’ gaat krimpen. Als door circulariteit minder grondstoffen worden gebruikt, betekent dat krimp in de sectoren die deze grondstoffen leveren en bewerken. Zo simpel is dat. Maar je krijgt er wel een circulaire economie voor terug met groene technologie. En dat levert weer nieuwe producten en werkgelegenheid op. Als je dan ook nog bedenkt dat je schone lucht en mooie natuur erbij krijgt, is per saldo krimp niet meer voor te stellen. Door innovatie en circulariteit kan economische groei worden ontkoppeld van een toename van het gebruik van energie en grondstoffen. De degrowth-beweging staat kritisch tegenover het concept van ontkoppeling, maar laten we niettemin niet alleen op minder produceren aansturen maar vooral ook op anders produceren. Bijvoorbeeld door te innoveren voor ontkoppeling.
Innoveren voor ontkoppeling
Technologie is de motor van economische groei. Door groene innovaties te stimuleren en daarmee groene technologie, kan economische groei samengaan met minder energie- en grondstoffengebruik. Het vraagt wat technologie-optimisme, maar de eerste resultaten geven er wel reden toe. Technologie heeft een ontkoppeling tussen bbp groei en de uitstoot van CO2 gassen in gang gezet.
Uit gegevens van het IPCC[5] (Dhakal et al, 2022) blijkt dat in 23 landen er sprake is van een absolute ontkoppeling. Dat wil zeggen economische groei bij een dalende uitstoot van CO2. Nederland is een van die landen. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt is in de periode 2005-2020 een stijging van het bbp gepaard gegaan met een daling van de CO2 uitstoot.
Bron: Our World in Data: https://ourworldindata.org/co2/country/netherlands
Innovatie heeft ook geresulteerd in een hogere materiaalproductiviteit. Dat wil zeggen er kunnen meer producten worden gemaakt met dezelfde hoeveelheid grondstoffen. Gegevens van Eurostat[6] laten zien dat de materiaalproductiviteit stijgt en dat Nederland in Europa de hoogste materiaalproductiviteit heeft . Onderstaande grafiek toont duidelijk dat in de periode 2000-2021 groei van het bbp met bijna dertig procent gepaard ging met een daling van het binnenlandse materiaalverbruik[7].
Bron: Eurostat, Resourceproductiviteitsstatistieken – Statistics Explained (europa.eu)
Een derde soort ontkoppeling is dat door innovatie het mogelijk wordt andere materialen te gebruiken. Dat wil zeggen materialen van plantaardige oorsprong. Zo maakt Ford gebruik van hernieuwbaar en biologische afbreekbaar graanstro en sojaproducten in hun interieurontwerpen en wil plasticmaterialen op basis van kokosvezels, wortelen en graan gaan maken[8]. Dergelijke ontwikkelingen zijn verantwoordelijk voor het feit dat het gebruik van abiotische materialen sinds 2010 is afgenomen met 20%. (CBS, 2020). Het gebruik van materialen van plantaardige oorsprong betekent dat er gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare materialen[9]. Daarmee komen we in het domein van de circulaire economie.
Oprekken van grenzen door circulariteit
Een belangrijk principe van de circulaire economie is het loskoppelen van economische groei en het gebruik van fossiele grondstoffen. Door toepassing van hernieuwbare energiebronnen, nieuwe materialen, hergebruik en levensduurverlenging van producten wordt bijgedragen aan de ontkoppeling en het oprekken van planetaire grenzen. Ongetwijfeld leidt dat tot krimp omdat grondstoffenfabrikanten- en verwerkers minder te doen hebben en consumenten minder kopen omdat producten langer meegaan. Maar dat betekent niet per definitie dat er sprake is van een algehele economische krimp. Je krijgt er ook het nodige voor terug. Bijvoorbeeld nieuwe (circulaire) producten, een bloeiende reparatiesector, een verschuiving van de vraag naar materialen die plantaardig zijn, investeringen in de productie van hernieuwbare energie enzovoorts. En bovendien krijg je er ook schone lucht, mooie natuur en welvaartspotentieel voor degenen na ons voor terug.
In een kringloopeconomie worden producten anders ontworpen en wordt rekening gehouden met repareerbaarheid en het hergebruik van materialen nadat de levensduur van het product is afgelopen. De R-ladder biedt daarvoor verschillende strategieën. Zie onderstaande figuur.
Bron: PBL, 2019, p. 10
Volgens Rovers (2018) betekent circulariteit niet meer dan lineaire vertraging. Voor zover het gaat om hergebruik van fossiele grondstoffen is dat zo, maar bij toepassing van plantaardige grondstoffen hoeft dat niet zo te zijn. Hoewel beiden hernieuwbaar zijn, duurt dat bij fossiele grondstoffen erg lang terwijl bij plantaardige grondstoffen het regeneratietempo van grondstoffen een stuk hoger is. Buiten dat levert circulariteit tijdswinst op om door groene innovaties ontkoppeling verder mogelijk te maken. Maar ook tijdswinst voor het vinden van, en het verantwoord toegankelijk maken van nieuwe grondstofbronnen. Immers, voor een deel is grondstoffenschaarste een milieuprobleem en volgens Peter Diamandis[10] een toegankelijkheidsprobleem. Daarmee zijn we weer terug bij het domein technologie.
Conclusie
Volgens Adam Smith is het hoogste niveau van welvaart, het niveau dat in overeenstemming is met de planetaire grenzen. Innovatie en circulariteit kunnen dit via de vraagzijde oprekken. Laten we kijken hoever we komen en niet meteen denken in termen van economische krimp als enige oplossing.
Of zoals Bas Jacobs onlangs zei in Vrij Nederland: ‘We moeten niet de hoofdkraan dichtdraaien voordat is geprobeerd de leidingen te repareren (..) Als de techniek die ons redt níét komt, en de boel stroomt onder, ja, dan moet je de hoofdkraan dichtdraaien’ (Jacobs, 2022).
Krimp is onontkoombaar maar betreft selectieve krimp in sectoren die niet in balans zijn met de leefwereld. Circulariteit en ontkoppeling beïnvloeden het productieniveau binnen planetaire grenzen en rekken deze op. Door te investeren in circulariteit komen sectoren meer in balans met de leefwereld en wordt tijd gewonnen voor nieuwe technologische stappen voor verdergaande ontkoppeling. Door wetgeving om onder meer het prijsmechanisme af te stemmen op gewenst circulair gedrag en om groene innovaties te forceren kan dit worden versneld. En dat is hard nodig want de overexploitatie van het natuurlijk kapitaal moet zo snel mogelijk stoppen.
Of dat lukt? De degrowth beweging voorziet het zogenaamde Jevons paradox: door efficiëntere productiemethoden worden producten goedkoper waardoor de vraag naar die producten toeneemt en daarmee ook het grondstoffengebruik[11]. Zonder de hierboven genoemde aanpassingen in het prijsmechanisme hebben ze een punt.
Referenties
- Adam Smith, (1776), An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations, An electronic classics series publication of the The Pennsylvania State University, pp. 82-83 Wealth-Nations (rrojasdatabank.info)
- CBS (2020), Circulaire economie in Nederland, Den Haag, februari 2020
- Dhakal, S., J.C. Minx, F.L. Toth, A. Abdel-Aziz, M.J. Figueroa Meza, K. Hubacek, I.G.C. Jonckheere, Yong-Gun Kim, G.F. Nemet, S. Pachauri, X.C. Tan, T. Wiedmann, 2022: Emissions Trends and Drivers. In IPCC, 2022: Climate Change 2022: Mitigation of Climate Change. Contribution of Working Group III to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change [P.R. Shukla, J. Skea, R. Slade, A. Al Khourdajie, R. van Diemen, D. McCollum, M. Pathak, S. Some, P. Vyas, R. Fradera, M. Belkacemi, A. Hasija, G. Lisboa, S. Luz, J. Malley, (eds.)]. Cambridge University Press, Cambridge, UK and New York, NY, USA. doi: 10.1017/9781009157926.004
- https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg3/downloads/report/IPCC_AR6_WGIII_Chapter02.pdf
- Hickel, J,(2021)What does degrowth mean? A few points of clarification, Globalizations, 18:7, 1105-1111, DOI: 10.1080/14747731.2020.1812222
- Jacobs, B, (2022) ) Citaat uit: Marike Stellinga, Wordt het krimpen voor het klimaat, of groen groeien?, Amsterdam, NRC 25 juni 2022
- PBL (2019), Achtergrondrapport bij Circulaire economie in kaart, Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag, PBL-publicatienummer: 3403, p.10
- Rovers, R, (2018), Gebroken kringlopen, Delft, Eburon
- UNEP, (2017), Resource efficiency: potential and economic implications, A report of the International Resource Panel. Ekins, P., Hughes, N., et al., Nairobi, United Nations Environment Programme, 2017 https://www.resourcepanel.org/sites/default/files/documents/document/media/resource_efficiency_report_march_2017_web_res.pdf
Verantwoording
[1] Op pagina 82-83 schrijft Smith: “In a country which had acquired that full complement of riches which the nature of its soil and climate and its situation with respect to other countries, allowed it to acquire, which could, therefore, advance no further, (…)”.
[2] Zie: https://www.stockholmresilience.org/research/planetary-boundaries.html
[3] In 1961 was dit overigens 1,25 aardes Zie verder: Open Data Platform (footprintnetwork.org)
[4] Zie: Home – Global Footprint Network
[5] Het IPCC is een VN organisatie die zich bezig houdt met het verzamelen en verspreiden van wetenschappelijke stukken m.b.t. klimaatverandering.
[6] Eurostat, Resource productivity and domestic material consumption (DMC) [SDG_12_20] Voor data: https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/SDG_12_20/default/table?lang=en
[7] Het binnenlandse materiaalverbruik, afgekort als DMC, meet de totale hoeveelheid materialen die rechtstreeks door een economie wordt gebruikt en wordt gedefinieerd als de jaarlijkse hoeveelheid grondstoffen die uit het binnenlandse grondgebied wordt gewonnen, plus alle fysieke invoer minus alle fysieke uitvoer.
[8] Zie: Sandvik Coromant → https://www.sandvik.coromant.com/nl-nl/a-material-revolution
[9] Fossiele grondstoffen zijn ook hernieuwbaar, alleen zijn er zeer lange termijnen bij betrokken hetgeen reden is om deze niet als hernieuwbaar te beschouwen.
[10] “Dames en heren, onze planeet baadt in 5000 maal meer energie dan we jaarlijks gebruiken. Elke 88 minuten raakt 16 terawatt aan energie het aardoppervlak. Het draait niet om schaarste, het draait om toegankelijkheid.” Peter Diamandis in Overvloed is onze toekomst, TED Talk 2012, https://www.ted.com/talks/peter_diamandis_abundance_is_our_future?language=nl
[11] Zie de video: Degrowth explained with oranges https://www.youtube.com/watch?v=0MXP2E09dJQ&t=4s