De vraag was of de afschrikkende werking van wapentuig echt werkt. En ook of de verschrikkingen van een oorlog mensen ertoe brengen om er niet meer aan te beginnen. Hoe vreselijk de ervaringen ook waren, de geschiedenis leert helaas keer op keer dat we toch weer in dezelfde valkuilen stappen.
De verlokkingen van macht en geld en roem zijn blijkbaar groter dan de wens om in vrede te leven. Elk jaar op 4 mei worden er overal herdenkingen opgezet en het belang van het onderwijs in de geschiedenis van de
mensheid wordt ieder jaar opnieuw benadrukt: opdat wij niet vergeten…
De laatste mensen die het nog uit de eerste hand kunnen navertellen zijn aan het uitsterven. Voortaan zullen we het moeten doen met tweedehands verhalen, tenminste als het gaat over de Tweede Wereldoorlog. Ik ben ook
te jong om er iets zinnigs over te kunnen zeggen, ga ik dus ook niet doen.
Trouwens, wat zou mijn inbreng in dit verhaal dan kunnen zijn? Lege briefjes, niet meer dan dat. Soms vind ik de goede woorden, maar in deze context geldt meer dan waar ook: als één woord niet volstaat, zijn duizend woorden
verspilling.
Nog maar een keer het verhaal over oorlog dat mij diep heeft geraakt. Twee landen hadden elkaar de oorlog verklaard en beide legers stonden aan weerszijden van de grens opgesteld, klaar voor de aanval. Beide generaals
stuurden verkenners op pad om uit te zoeken langs welke weg de aanval het beste kon worden uitgevoerd. De verhalen waarmee beide verkenners terugkwamen in de tent van de generale staf waren zo goed als identiek. “In
feite is er maar één plek waarlangs een aanval succesvol kan zijn, maar die plek is niet mogelijk…”
Op de vraag van de verbaasde generaals waarom dat dan onmogelijk was antwoordden de verkenners:
“Dan moeten we over het erf van de gelukkigste mensen op aarde! Dat geluk mogen we niet verstoren.”De oorlog werd afgelast.
Zoals een oorlog ook niet doorgaat wanneer er na ‘We gaan naar de oorlog’ gewoon niemand meegaat.
Helaas is de naoorlogse kreet ‘Dat nooit weer’ nu alweer verworden tot ‘Het kan zo weer gebeuren’. Ten strijde? Valt bij mij in de categorie: Beter van niet!