De eerste keren dat mij een nieuwsloze periode overkwam had ik er nog niet veel erg in. Ik was piepjong op vakantie, het wereldwijde web was weliswaar uitgevonden, maar nog niet beschikbaar voor iedereen. Nieuws kwam tot mij via de krant en de radio. Het duurde dus soms een paar dagen voordat rampen zich aan mij opdrongen, voordat ik wist van het overlijden van een hotemetoot, of dat een revolutie in Verwegistan al of niet geslaagd was.
Daar hoef je vandaag niet meer om te komen: binnen een half uur laten een paar piepjes, toetjes of riedeltjes weten dat er zich weer ergens op de wereld een hoop ellende heeft voorgedaan. Het ding in mijn broekzak is met recht een smart-foon: hij eist mijn aandacht op voor het leed van de wereld. De hoeveelheid blij en positief nieuws die mij bereikt steekt magertjes af bij de vaak negatieve berichtgeving door de media. Hebben we daar dan echt zoveel meer belangstelling voor dat ze daar de term ramptoeristen voor hebben bedacht?
Het is mij kort geleden weer overkomen: drie weken lang was ik op reis. Vroeger zou ik gezegd hebben dat ik op vakantie was, maar het gaat al een paar jaren niet meer over een onderbreking van werk. Op reis dus. Het abonnement op de krant was drie weken opgeschort en onze caravan heeft geen schotel op dak om het nieuws te kunnen blijven volgen.
Bij thuiskomst na de reis wacht er geen stapel kranten om alsnog op de hoogte te raken van wat er in drie weken allemaal is gebeurd. Een paar enveloppen en drie exemplaren van de ReklaMix, dat was het wel ongeveer. Die laatste toch maar gelezen om niet helemaal met de mond vol tanden te staan bij een gesprekje in de Langstraat.
De wereld draait door. Ook zonder dat ik ervan op de hoogte ben of me bemoei met de loop der dingen blijkt dat alles gewoon zijn gangetje blijft gaan.
“Nog wat gebeurd?”
“Niet dat ik weet” kan ik dan naar waarheid antwoorden. Ik heb drie weken lang geen kranten gekocht. Ik heb geen nieuwe batterijtjes gekocht in het kleine radiootje dat werkloos in een kastje van de caravan is blijven liggen. Nu ik terug ben zakt de realiteit van alledag weer genadeloos over mij heen. De rust van ‘even niks’ op vakantie doordringt mij ook van het feit dat mijn rol in het wereldgebeuren piepklein is. Aan dat besef kan geen smartphone iets veranderen. In feite beperkt zich logischerwijs mijn invloed tot de kleine kring van mensen die zich op een (letterlijke) armlengte afstand van mij bevinden.
Alle zaken die zich verder weg bevinden vallen dan roemloos weg in het bakje ‘lekker belangrijk’