Toen het nog goed ging met de Gemeente (Olst-)Wijhe hebben we een tijdje poepbakken gezien, u weet wel, die dingen waar je een zakje met de uitwerpselen van je hond in dumpte. Die bakken hebben in een van de vele (noodzakelijke?) bezuinigingen het loodje gelegd.
Het is mij trouwens opgevallen dat er in de afgelopen periode een hoop vuilnisbakken uit de gemeente zijn verdwenen. Toevallige passanten die even ergens op een bankje de ’s morgens zorgvuldig gesmeerde boterhammen willen verorberen, zoeken nu meermaals tevergeefs naar een bak voor de overblijvende prullen. Bij het verdwijnen van de bakken voor de hondenpoep werd aan de baasjes van de uitgelaten honden verzocht de neergelegde darminhoud van hun schatteboutjes mee naar huis te nemen. Zulks ter voorkoming van het ongenoegen dat zonder twijfel ontstaan bij burgers die niet een hond bezitten. Het bleek op veel plaatsen een verzoek aan dovemansoren…
Het zal duidelijk zijn dat de zorg voor de eigen leefomgeving niet iedereen even na aan het hart ligt. Er zijn dorpsgenoten voor wie die zorg er een is in de categorie ‘het-zal-me-aan-mijn-reet-roesten’. Een vrij langharig exemplaar van de hondensoort werd met een kam van wat overtollige vacht bevrijd met een kammetje. Flinke plukken haar werden uit de kam gehaald en vonden hun weg naar de openbare leefomgeving. Al minstens vijf handen vol hondenhaar dwarrelden zo verder in het zuchtje wind dat er stond.
Ik kneep in de remmen van mijn fiets en sprak de baas aan: “Nou sta je op anderhalve meter van een prullenbak, is het nou echt te veel moeite om dat haar daar in te gooien?” Zijn reactie liet weinig onduidelijkheid over: “Waar bemoei je je mee…” Ik was te verbouwereerd om daar op dat moment een steekhoudend antwoord op te geven. Later bedacht ik dat de straat gewoon deel is van mijn leefomgeving en dat ik het volste recht heb om iemand aan te spreken op bevuiling daarvan.
Opruimen is kennelijk steeds minder gewoon geworden. Ik ben nog van de generatie die papiertjes van de verpakking van een snoepje, of wat dan ook, in de jaszak stopte om het thuis in de vuilnisbak te laten verdwijnen. Energieblikje leeg? Flikker het maar op straat. Hetzelfde gebeurt met verpakkingen van vapes. Ik zie ze soms op twee meter naast een prullenbak zie liggen. “De gemeente moet dat opruimen…” O ja? En wie is dat dan wel, de gemeente? Dat zijn wij, dan ben ik, dat ben jij! Het feit dat jij je rommel niet opruimt zorgt ervoor dat anderen ervoor betalen moeten dat het wel opgeruimd wordt.
Iets meer respect voor ons aller leefomgeving graag.
Goed beschreven Joop. Ben het met je eens. Als we nu als inwoners onze verantwoording nemen. Of blijft dat een utopie?