De laatste tijd is ‘cultuur’ veel in het nieuws geweest. Het lijkt er eindelijk op dat de podiumkunsten weer iets kunnen gaan doen op de plek waar ze thuishoren, het podium. Maar niet alleen díe cultuur was in het nieuws.
Door Joop van der Wal
In de kabinetsformatie gaat het ook over cultuur, maar daar wordt iets heel anders mee bedoeld. De manier waarop mensen met elkaar omgaan wordt ook cultuur genoemd. Die cultuur vind ik terug in bijvoorbeeld de woorden ‘bedrijfscultuur’ en ‘vergadercultuur’. Die laatste twee kennen veel ongeschreven regels en voor nieuwkomers en vrijdenkers is het soms lastig om
zich in die omgangsvormen te schikken. Zo’n stramien kan behoorlijk knellen als ik het niet eens ben met de leiding van het bedrijf, of van de partij.
De regels van een cultuur kunnen zekerheid geven omdat ze mij voorschrijven hoe ik in een bepaalde situatie dien te handelen. Dat heet ook wel een protocol. Moeilijk woord, opzoeken dus. Uitgerafeld zie ik twee woorden, beide afkomstig uit het Grieks: protos en kolla, met als betekenis respectievelijk eerst en lijm. Een protocol was oorspronkelijk het vel dat als eerste aan een papyrus was gelijmd.
Daarin stonden de inhoud en eventueel de (schrijf)fouten of verbeteringen vermeld. Als je snel wilde weten hoe te handelen, dan kon je veelal volstaan met het lezen van het protocol. Bij een cultuuromslag zoals die nu gewenst is bij de vorming van een nieuw kabinet, moet dus het protocol worden aangepast en misschien wel totaal herschreven. Dat laatste is lastig, vaak zijn de sporen van een vorig protocol zo diep ingesleten dat er gewoontegedrag is ontstaan: “Dat doen we hier altijd zo!” Bij het veranderen van gewoontes blijkt dat je beter niet kunt tellen uren, dagen, maanden, jaren, maar eerder in decennia of generaties. Een minister-president die denkt de omslag wel even te fixen…, is misschien wel een beetje dom.
Het gemak van een protocol is ook wel heel groot. Gewoon doen wat er in de regels staat en niet zeuren. Ik zou zelfs kunnen denken dat ik daarmee ben ontslagen van de noodzaak om zelf na te denken. Maarrr…, de omstandigheden veranderen voortdurend. ‘Niets is hier blijvend, alles hoe schoon ook zal eenmaal vergaan’. Alleen al het feit dat ik te maken heb met mensen betekent dat protocollen voortdurend aangepast zouden moeten worden. Elke groep en elk individu is anders. Dat wordt ‘de
menselijke maat’ genoemd. Als rigoureus wordt vastgehouden aan het protocol, komt onherroepelijk het moment dat ik met de moraalfilosoof Johan Siebers zal constateren: ‘Het klopt wel, maar het deugt niet’. Regels zijn er voor mensen en niet andersom, eerst mensen dan regels.
Ik hoop met heel mijn hart dat het een (in)formateur lukt om de regeercultuur weer de basis te geven van de menselijke maat: solidariteit vóór ikke-ikke-en-de-rest-kan-stikke.