Een winkelkar volgeladen met pakken kaas en afgetopt met zakken vol doppinda’s. M. staat al bij de kassa. Ik nog niet, ik moet eerst langs de twee jongens en hun kar met bijzondere inhoud.
Ze zoeken een passende tas om de producten in te doen. “Nee niet die tas, die is voor diepvries!” roept de één. “Wat maakt dat nu uit, als het er maar in kan, en dit is de grootste tas “ beslist zijn praktisch ingestelde kameraad en ik denk: “ wat een heerlijk no nonsens figuur”
Ik fantaseer er inmiddels op los en ik gok: ze houden een feest in een keet. Ze gaan op kamp. Het zijn misschien padvinders. Ik kan er geen chocolade van maken, van die vreemde producten combi.
De jongens geven me een olijke blik van verstandhouding dus ik open met een grapje: kaasfonduen vanavond? Ze lachen wat schutterig en geven hun welwillende antwoord; “neuh het is voor carnaval”
Gaan jullie hamburgers bakken met kaas erover voor het feest begint? Lach ik ze toe. M. roept mij iets dus hoor ik hun antwoord niet meer. Aardige boys denk ik.
Carnaval dus. Dat verklaart wel iets. Ik heb geen kaas gegeten van het carnavalsleven, maar het is elk jaar vrolijk met een kleurige optocht in ons dorp. De jongens zien mijn interne raderen nog steeds draaien en ondertitelen bereidwillig voor mij: “Pinda- kaas”
Natuurlijk. Pindakaas haha… en ik vraag me af: behangen zij zichzelf straks met kaasblokjes en pinda’s? Dat wordt nog een hele toestand.
Dit weekend is er carnaval in Olst. Reken maar dat ik in mijn gekleurde nepvacht de jongens ga aanmoedigen als zij voorbijkomen als verklede pinda en kaas. Alaaf!
Carnaval in Olst dat is pas kaassie!
Website Proper Art