De landbouw is in transitie en veranderingen doen altijd pijn. Vergelijk het met roken. Wat een gedoe was dat om die eerste stappen te maken. Inmiddels zouden we helemaal niet meer terug willen naar roken in huis, in een klaslokaal of in het café. Toch? Dat gaat vast en zeker ook zo bij de transitie van de landbouw. Dat we ons over 25 jaar achter de oren krabben als we bedenken hoe de landbouw vandaag de dag in elkaar steekt.
Neem het gebruik van pesticiden. De boer zelf loopt het grootste risico daar ziek van te worden. Neurologische ziektes als ~Parkinson worden een op een in verband gebracht met gewasbestrijding. Net als vroeger de schilder toen de verf nog onveilig was of de man die met asbest werkte, loopt de boer dat risico ook.
Neem de hoge kosten van technische oplossingen om de lucht te zuiveren terwijl die luchtwassers helemaal niet helpen.
Neem de bemoeizucht van de agro-industrie die het niet om de boer te doen is, maar om de eigen omzet.
Of neem de lage prijzen die supermarkten bij de boer afdwingen om zelf met miljoenenwinsten aan de haal te gaan.
Als een boer kleinschaliger en met de natuur zijn beroep uitoefent, heeft hij veel minder onkosten en kan hij daarom een goede boterham verdienen met minder omzet. Niet steeds maar groter om de hypotheek af te betalen, maar de schuur bij het huisje houden en weer dat gaan doen waar de meeste boeren de liefde voor het vak voor hebben: lekker met levende have werken in evenwicht met de natuur.
John Aarnink uut de Achterhoek is biologisch boer. In een talkshow voor de landschapsarchitecten van Eelerwoude mocht hij uitleggen hoe hij zijn bedrijf op weg naar honderd procent natuurinclusief heeft gebracht.