Op 17 maart mogen we naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen, eigenlijk wel de belangrijkste in het rijtje stemrondes. Eén blik op de verkiezingsposterborden (die door de gemeente al worden geplaatst, om slordig plakken en overplakken te voorkomen) illustreert meteen al mijn belangrijkste kritiekpunt op de Nederlandse politiek: er zijn véél te veel partijen!
Door Jenneke van Doesburg
Door de bomen…….
Godzijdank leven we in een democratie en vált er wat te kiezen. In China is maar een partij, in Amerika maar twee, dat vind ik te weinig. Maar dat er in december 2020 maar liefst 89 partijen waren geregistreerd door de Kiesraad, is van de gekke. Gelukkig kwamen die niet allemaal op de kieslijst, maar dat zijn er toch altijd nog 37. Dat is nog steeds een idioot hoog aantal! De verschillen tussen de partijen worden of heel klein, of heel groot: zeker bij de one-issue-partijen, de clubjes die maar één onderwerp op hun agenda hebben staan. Daar moet je dus sowieso al niet op stemmen. Maar het is toch zeker niet nodig dat er 10 linkse, 10 rechtse en 10 middenmoters zijn? Ik roep op om een hogere kiesdrempel in te voeren.
Kiesdrempel
We hebben nu een kiesdrempel van 0,66 procent. Nederland is uniek met zo’n lage kiesdrempel. Tussen de vier en tien procent is internationaal gebruikelijk.
Waarom belangrijk
In Duitsland moet een partij ten minste vijf procent van de stemmen halen om zetels in het parlement te krijgen. Deze kiesdrempel is opgeworpen om te voorkomen dat veel kleine partijen in het parlement terechtkomen. Achtergrond van deze regel is dat in Duitsland voor de oorlog een groot aantal kleinere partijen tot grote politieke verdeeldheid leidde. In deze periode van politieke versplintering wisten de Nationaal- Socialisten van Hitler met een minderheid in het parlement toch aan de macht te komen. Juist omdat het momenteel roerige en onzekere tijden zijn, is het gevaar groot dat er een roep om “een sterke man” komt, met alle gevolgen van dien.
Nog een argument
Een tweede argument voor minder partijen is het eindeloze proces dat volgt op de verkiezingen: een kabinet samenstellen. Bijna onmogelijk! En dan het regeren: het alleen maar gepolder, gedoog, eindeloos debatteren. Wat ook meteen afgeschaft moet worden: de mogelijkheid om als éénmansfractie door te gaan als iemand uit zijn of haar partij is geknikkerd (of zelf opgestapt). Alleen als dat iemand is die met héél veel voorkeursstemmen gekozen is, valt daar nog over te denken, anders niet: wegwezen. De wachtgeldregeling moet ook op de schop: men heeft wettelijk minimaal 2 jaar en maximaal 3 jaar recht op wachtgeld, tijdens het rondkijken naar een ander overheidsbaantje. En een Kamerlid ontvangt ruim 120.000 euro bruto op jaarbasis.
Werkbare democratie
Nogmaals: een democratie vind ik te allen tijde te verkiezen boven een dictatuur, maar zoals het nu gaat wordt onwerkbaar, het is een verspilling van kostbare tijd en geld. Minder partijen in het Parlement leiden tot betere debatten op hoofdlijnen, minder drang naar extreme standpunten bij politieke partijen, en een besluitvaardige politiek.
Tijd voor een kiesdrempel van tien procent!