Drie afdelingen van Isala gaan in een pilot uitzoeken hoe zij virtual reality (VR) kunnen inzetten op hun afdeling. De pilots zijn gestart op de verpeegafdeling Oncologie/Hematologie, de Kinderafdeling en het Pijncentrum in Meppel.
VR-brillen kun je gebruiken om patiënten af te leiden van een vervelende ingreep. Of om mensen in beweging te krijgen, voor opleiding of gewoon ter ontspanning. Maar hoe gebruik je deze technologie in het voordeel van de patiënt? En welke impact heeft de inzet van de VR-bril op het werk van artsen en verpleegkundigen? Op die vragen hopen de pilots antwoord te geven.
Drie afdelingen
De pilots zijn gestart op de verpleegafdeling Oncologie/hematologie, de Kinderafdeling en het Pijncentrum in Meppel. Marijke Damhuis, oncologieverpleegkundige: “Uit de literatuur blijkt dat VR oncologische patiënten helpt om zich prettiger te voelen. Zo heeft VR een positief effect op pijn, spanning en misselijkheid. Daarnaast willen wij in het Oncologisch centrum onderzoeken hoe wij VR in het beweegprogramma kunnen toepassen.”
Mirjam Wessels, verpleegkundige specialist op de Kinderafdeling wil VR inzetten in het project Pijn- en angstreductie bij kinderen. In dit project worden verschillende niet-medische interventies ingezet, waaronder dus VR. Mirjam: “Wij gaan uitzoeken of kinderen zich mogelijk prettiger voelen tijdens vervelende onderzoeken wanneer wij VR inzetten.”
In Meppel gaan Caeciel Hoogduin en Epkea van der Veen VR inzetten in het Pijncentrum. “Virtual Reality is een effectieve en veilige aanvullende pijntherapie, omdat het bijdraagt aan het verminderen van pijn en angst. De meerwaarde van het toepassen van Virtual Reality bij patiënten met chronische pijn – die voorafgaand aan hun ketamine behandeling een infuus krijgen – is nog niet bekend. Deze pilot heeft daarom als doel toetsen of het gebruik van Virtual Reality tijdens het prikken van een infuus een meerwaarde is voor deze patiëntencategorie.’