Toen het ziekenhuis mij afgelopen vrijdagnacht belde dat Bas overleden was, was ik opgelucht. Ik heb hem vanaf vorig jaar kerstmis dagelijks meegemaakt en zijn lichaam takelde steeds verder af. De laatste maand was het echt op. “Bas, ben je moe?” “Ja, ik wil slapen.”
Kennismaking
In 1980 leerde ik Bas kennen. Hij raakte bevriend met Joke en ze trouwden en hij werd mijn zwager. We hebben vele biertjes met elkaar gedronken en gefilosofeerd over het leven. Vele avonden tot diep in de nacht gekaart, we gingen samen op vakantie naar de mooie natuur van Madeira en La Palma en we gingen samen naar vele muziekavonden.
Eigengereid
Toen al was Bas eigengereid, je mag het ook eigenwijs noemen. Hij dronk één soort bier: Kriek van Liefmans. Neen geen kersenbier maar de echte kriek van de zure kers. De rest is rommel en Heineken is gewoon paardenpis. Wij haalden speciaal voor hem dit bier in huis, anders was hij maar moeilijk te genieten. Zo ook met sterke drank: dat moest een Drambuie zijn: een Schotse whisky met heidehoning of een Laphroaig whisky. In de whisky mocht absoluut geen ijs, alleen één drupje water voor de smaak. We hebben heel wat flessen van dat lekkere spul naar binnen gewerkt waarbij hij ook wel eens in de heg van buren belandde op weg naar huis.
Een slecht verliezer
Bas kon niet tegen zijn verlies. Met klaverjassen wist hij het meestal wel zo te regelen dat hij won. Als hij dan toch een keer verloor lag het geheid aan zijn maat die een verkeerde kaart gooide. De verwensingen waren dan niet mals. “Stomme koe” en een tweede potje zat er dan niet in.
Vogelkenner
Bas was een groot vogelkenner. De encyclopedie van vogels kende hij uit zijn hoofd. Als ik een vreemde vogel in mijn tuin spotte hoefde ik hem maar te bellen en hij wist wat voor vogel het was. Hij heeft zijn kamer vol hangen met tekeningen van kunstenaar Wil Rombouts die dode vogeltjes tekende. De laatste maanden toen hij het huis al niet meer uitkwam kocht hij nog een dure vogelverrekijker (een Bresser Spolux) om toch vanuit de kamer nog vogels te kunnen spotten.
Gitarist
Bas was een muziekliefhebber waarbij Bach zijn favoriete componist was. Hij vond zelf dat hij goed gitaar kon spelen waarbij de Australische jazz/folkgitarist Tommy Emmanuel zijn grote voorbeeld was. Toen ik een keer op bezoek was voor mijn werk in Galway en daar Tommy ontmoette vertelde ik over Raalte en zijn concerten in het HOFtheater. Hij wist zich toen Bas nog haarfijn te herinneren. Toen ik Bas dat vertelde glom hij van trots.
Höllenboer
Natuurlijk kennen de meeste mensen Bas van Höllenboer. Maar daarvoor speelde hij al bands met zijn Almelose maten. Ik verbeeld me nog steeds dat ik ze bij elkaar gebracht heb onder de naam de Gerba’s met het bekende nummer van Haagse Linke Leo, de voetbalhooligan. Toen ze met Bussie kump zo in 1995 tijdens Luttenbergs feest in een volle tent doorbraken waren ze voorgoed gekoppeld aan dit ‘kutnummer” zoals Bas het zelf noemde.
Galgenhumor
Bas was best humoristisch, maar het was wel altijd galgenhumor. Die zwartgallige humor samen met zijn eigengereide principes brak hem ook vaak op. Toen volgens hem op een avond de klotenmuziek bij de Schoenmaker weer eens te hard stond en de gehaktbal niet gaar was ging hij maar naar Spoolder. Jan gaf hem nog een tientje mee met de mededeling: “Muj hier nooit meer terugge komn.” Het duurde niet lang of hij was weer terug. Bij Spoolder stond de muziek nog harder. Ik hoorde dat André hem twintig euro mee had gegeven met de mededeling: “Muj bie de Schoenmaker bliefn”.
Eenzaam
Door die principes van hem verzuurde hij ook heel erg en dat kostte hem niet alleen zijn twee huwelijken maar ook bijna al zijn vrienden. Hij kwam twee jaar geleden eigenlijk helemaal alleen te zitten. Sinds vorig jaar Kerst is hij het huis niet meer uit geweest. Alleen Frans en ik kwamen elke dag nog even bij hem op bezoek. Ook om te kijken of hij niet dood op de stoel zou zitten.
De levenswandel van Bas van den Toren zit erop….
Meer herinneringen aan Bas klik hier