De laatste tijd hoor ik veel discussies over genderneutraliteit. Het gaat over speelgoedwinkels die de labels “jongens” en ‘meisjes” moeten verwijderen om stereotypering tegen te gaan. Of juist die labels moeten houden omdat kinderen zelf wel kunnen kiezen waarmee ze willen spelen. Ook gaat de discussie over het bij enquêtes verplicht moeten invullen van je geslacht. Als je je nog man nog vrouw voelt, word je toch gedwongen één van beide te kiezen. Ik merk dat er hierin twee groepen mensen zijn (en een grote groep die tussen beide uitersten in zit). De ene groep vindt al die genderneutraliteit onzin, want mannen en vrouwen zijn nu eenmaal verschillend. De andere groep wil het liefst zo veel mogelijk genderneutraal.
Verschuiving
In de literatuur (en in films) is al langere tijd een verschuiving gaande. Meisjes en vrouwen zijn niet meer alleen de hulpeloze prinses die gered moet worden of het brave meisje dat keurig thuisblijft om te borduren. Ook zijn er steeds meer liefdesverhalen die niet om een cis gender hetero koppel draaien. Een voorbeeld hiervan is het boek Ellowyns toren van Cathinca van Sprundel. Maar ook in mijn boek Mozaïek van Geluk is er sprake van diversiteit in geaardheid.
Bewustzijn
Ook in mijn losse verhalen probeer ik er op te letten dat mijn personages niet allemaal wit, hetero en cis gender zijn. Bij de meeste van mijn verhalen zijn de personages mannelijk of vrouwelijk, maar niet altijd menselijk. In ieder geval voelden ze zich in de meeste verhalen altijd óf man óf vrouw, nooit iets ertussen of geen van beide. Soms was dit een bewuste keuze, omdat ik een bepaalde rol geschikter vond voor een man of juist een vrouw. (We kunnen nu discussiëren waarom.) Soms was de keuze geheel willekeurig.
Onzijdig
Bij één van mijn verhalen was de hoofdpersoon een meisje. Gedurende het schrijfproces bleef ik twijfelen of ik van haar niet een jongen moest maken. Of toch een zij? Het was duidelijk dat dit voor het verhaal niet uitmaakte, en omdat ik niet wilde kiezen, moest ik op zoek naar een onzijdige persoonsvorm. Helaas komt de Nederlandse taal niet verder dan “het” en daarmee komt een tekst heel gekunsteld over. Bovendien is dit erg onpersoonlijk. Gelukkig bracht een online artikel uitkomst. Daar wordt gesuggereerd om “hen” te gebruiken als onzijdig persoonlijk voornaamwoord en “hun” als het bijbehorend bezittelijk voornaamwoord. Dit heb ik toegepast in het betreffende verhaal. In het begin was het erg wennen. Ik had steeds de neiging om toch een geslacht toe te kennen aan de hoofdpersoon. Uiteindelijk was verhelderend om een keer geen label van geslacht aan iemand te hangen.
Lees hier de andere reflecties van Liesbeth.
Bezoek ook haar website.
Het is natuurlijk een retorische vraag. Niets in een verhaal is ‘noodzakelijk’. Voor een goed verhaal is nodig dat personen ‘echt’ zijn. ‘Echt’ in de betekenis dat hun karakters en handelingen en uitspraken consistent (of beter: zo inconsistent als echte mensen kunnen zijn) en inleefbaar (wat niet betekent dat je het met hen eens moet zijn, maar gevoelens en reacties moeten voor ‘gewone’ mensen te volgen zijn, en dus een vorm van interne logica kennen). Wat volgens mij niet kan, is een consistent personage hebben met bijvoorbeeld alle ‘mannelijke’ trekken en dan uit een soort culturele correctheid de persoonlijke voornaamwoorden aanpassen. Daarmee wordt het personage ongeloofwaardig.
Karaktervorming bij hoofdpersonen is een mooie uitdaging, die voorin in fantasy- en sf-omgevingen tot boeiende personages kan leiden – en dat ook regelmatig doet. Daarmee kunnen auteurs maatschappelijk een rol vervullen in het mensen laten leren dat (veel? de meeste? alle?) vooraf gedefinieerde grenzen over mens-zijn cultureel zijn en dat omstandigheden zowel veel van onze eigenschappen als veel van onze standpunten vastlegt.
Mijn conclusie? Lees goede SFF. Dat is goed voor je….