Als je je camoufleert met een motief van vogelpoep, op een strontvlieg na misleid je dan al je vijanden. Er is een vlinder die dat zo doet. Hoe mooi is dat! Het boek Insectenrijk staat vol met dit soort feitjes en daaro zo lekker leesbaar. De wondere wereld van insecten, van die kleine kriebel- en steekbeestjes, hoe ziet hun leven eruit?
Door Harrie Kiekebosch
Aglaia Bouma was vroeger als de dood voor insecten. Dat ze tijdens een vakantie in Oostenrijk door een steek van een hoornaar in het ziekenhuis belandde en voor de dood weggehaald, dat hielp niet echt mee dat trauma te verwerken.
Een overzichtsboekje na een museumbezoek over insecten bracht een kentering teweeg. Niet van de een op de andere dag, maar uiteindelijk wel met het boek Insectenrijk tot gevolg. Aglaia werd nieuwsgierig, ging zich verdiepen en besteedt inmiddels bijna al haar vrije tijd aan onderzoek naar insecten.
Het boek legt bloot dat insecten zó bijzonder zijn, dat ik het jammer ben gaan vinden dat zich dat allemaal aan ons oog onttrekt omdat die beestjes zo klein en – meestal – onopvallend zijn. Mijn respect voor insecten was al groot (ze zijn onmisbaar in de biologische keten), deze is nu niet meer kapot te krijgen.
De weetjes hieronder gaan over de hoofdstukken flirten, de liefde bedrijven en bevruchten. Ik laat groei, metamorfose en ontpopping nog achterwege, anders werd het te lang.
– sommige insecten horen met hun poten, niet de poten die ze makkelijk afkoppelen als ze door een vijand gebeten worden trouwens.
– een mug steekt je, maar hij verdooft eerst zodat je de steek niet voelt, dan brengt hij antistof in om stolling tegen te gaan, vervolgens gaat hij op zoek naar een ader en dan pas zuigt hij bloed.
– een vlieg die over jouw eten wandelt, proeft met zijn poten, als hem dat bevalt maakt hij er met speeksel een papje van en zuigt het daarna op.
– er is een insect die voedsel met een mokerslag overmeestert. Die slag is de snelst gemeten beweging in de natuur.
– sommige insecten blazen warme lucht uit hun achterlijf als het koud is in het nest, en met de vleugels doen ze een ventilator na als het warm wordt.
– er zijn insecten die hun eigen licht maken.
– een bepaald insectenvrouwtje heeft drie ruimtes om sperma van meerdere mannetjes te bewaren, tegen de tijd van bevruchten kiest ze het beste zaad. Andersom zijn er mannetjes die een vrouwtje eerst schoonpoetsen van eerder ontvangen sperma.
– of dat het mannetje het vrouwtje zoekt met de dikste buik omdat daar de meest geslachtsrijpe eieren inzitten, maar dat het vrouwtje de kwaliteit heeft haar buik op te blazen zodat het wat meer lijkt. Een beetje als een pushup-bh en botox dus eigenlijk…
En dat mannetjes meer vreemd gaan dan vrouwtjes vindt Aglaia logisch: de vrouwtjes gaan voor kwaliteit, die moeten het beste zaad hebben voor de weinige eitjes die ze te bevruchten hebben. Mannen hebben sperma in overvloed dus die gaan voor kwantiteit, om zo de kans op nageslacht te vergroten.
Als we allemaal ook maar een fractie meer kennis hadden van hoe ingenieus het insectenrijk was, als we maar een tiende wisten van hoe essentieel ze zijn voor de kringloop, dan kan het niet anders of we zouden per omgaande stoppen met ze verdelgen.