De discussie ging vervolgens over ‘kalenderlandbouw’, de klacht was dat de aardappelen er te vroeg uit moesten. Vóór 1 oktober. Maar dat was om het ‘vanggewas’ dat daarna gepoot moest worden, nog een kans te geven. Dáár moet het toch over gaan? Dat we ons grondwater moeten redden?
Biologische boeren schrijven op ‘demooisteboodschapisbio’: De waterkwaliteit in Nederland is slecht. Niet het water uit de kraan (wat tot de internationale top behoort!), maar de ‘open wateren’, zoals rivieren, meren, vennen, sloten en grachten. Nog niet 1 procent van deze wateren voldoet aan de normen. De Nederlandse wateren scoren zelfs het slechtst van heel Europa. En dat is heel zorgelijk, want goede waterkwaliteit is van levensbelang voor mens, dier en milieu. Hoe komt het dat het zo slecht gaat?
De voornaamste reden voor de huidige waterkwaliteit in Nederland is de grote hoeveelheid nutriënten in het water, met name stikstof en fosfaat, afkomstig uit de industrie en landbouw. Via verschillende manieren komen deze nutriënten in het water terecht, zoals drainage en uitspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Daarnaast speelt ook verontreiniging door medicijnresten, industriële lozingen en riooloverstorten een rol bij de waterkwaliteitsproblemen in Nederland.
Een goede waterkwaliteit is van cruciaal belang voor zowel ons welzijn als de gezondheid van het milieu. Daarnaast hebben wateren ook een recreatieve en culturele waarde; het is heerlijk om in de zomer te zwemmen, varen of vissen! Het krijgen (en houden) van een goede waterkwaliteit vereist inzet en samenwerking op alle niveaus, van burgers tot beleidsmakers en waterbeheerders.
Het goede nieuws: als consument kun je direct je steentje bijdragen aan een betere waterkwaliteit door vaker te kiezen voor biologische producten. We leggen uit hoe dat zit:
Reden 1: Minder waterverontreiniging
Het gebruik van kunstmest is een groot probleem voor de waterkwaliteit. Regenwater of irrigatie kan ervoor zorgen dat niet-opgenomen kunstmest uitspoelt en in het grond- of oppervlaktewater terechtkomt. Een teveel aan kunstmest in het water kan leiden tot eutrofiëring. Dit is een proces waarbij de overmatige groei van algen en waterplanten het water troebel maken en er uiteindelijk een zuurstoftekort ontstaat. Dit is slecht voor het waterleven en de waterkwaliteit. Biologische boeren maken geen gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Hierdoor zorgen ze dat er zo min mogelijk schadelijke stoffen uitspoelen naar onze waterbronnen.
Reden 2: Behoud van bodemgezondheid
Biologische boeren hechten veel belang aan het behoud van een gezonde bodem. Ze gebruiken technieken zoals vruchtwisseling en organische bemesting om de bodemvruchtbaarheid en bodemstructuur te verbeteren. Een gezonde bodem kan water beter vasthouden, waardoor het risico op uitspoeling van voedingsstoffen (afkomstig uit organische mest) naar het water wordt verminderd. Hiermee wordt de kans op het ontstaan van eutrofiëring verkleind.
Reden 3: Antibioticagebruik
Biologische veehouders gebruiken minimaal antibiotica. Medicijnresten kunnen via mest in de bodem en uiteindelijk in het grond- en oppervlaktewater terecht komen. Door te kiezen voor biologische vlees- en zuivelproducten draag je actief bij aan het verminderen van de kans op waterverontreiniging met medicijnresten.
Conclusie
Om de kwaliteit van de Nederlandse wateren te verbeteren moet heel wat gebeuren. Eén van de manieren om bij te dragen aan een betere waterkwaliteit is vaker kiezen voor biologische producten. Biologische boeren minimaliseren waterverontreiniging door geen gebruik te maken van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en het beperken van antibioticagebruik in de veehouderij. Maak het verschil, kies vaker voor biologische producten en ondersteun biologische boeren die werken aan een betere waterkwaliteit en een duurzame toekomst!