Henri Brookson woont op Sint Maarten, maar was jarenlang onderwijzer in Luttenberg

Henri Brookson werd door pensioenfonds APS op Sint Maarten uitgeroepen tot 'gepensioneerde van de maand.' Hij vertelt zijn verhaal en blijkt een link met Luttenberg te hebben die meer dan 20 jaar duurde. Hij was daar jarenlang een populaire onderwijzer en organiseerde daar o.a. langlaufwedstrijden. En hij is daar nog lang niet vergeten.

Interessant? Deel het artikel

APS pensioenfond Sint Maarten
Sint Maarten (NA)

APS interviewt Henri Brookson, geboren op Sint Maarten, een beroemde leraar en organisator. Hij vertelt ons over zijn vele reizen, hoe hij minister van zaakjesregelen werd en een langlauf wedstrijd organiseerde in Luttenberg.

Toen Henri in Nederland aankwam om naar de kweekschool (nu zeggen we Pedagogische Academie) in Steenwijkerwold te gaan was hij 15 jaar oud. Zuster Borgia had persoonlijk zijn vader bezocht om hem te overtuigen dat hij zijn studie in Nederland moest voortzetten. “Deze jongeman is voorbestemd om onderwijzer te worden” had ze hem kalm maar overtuigend gezegd. Henri had toen niet verwacht dat hij schooldirecteur zou worden op de bekende Marie Laurence School,laat staan Minister van Zaakjesregelen.

“Het was 1965 en ik had niet meer dan een telefoonnummer van een priester die me op weg zou helpen. Ik kwam aan op Schiphol, kleddernat als een eend, omdat ik mijn regenjas onderin mijn koffer gepakt had, die ik eerst nog bij de bagageband moest afhalen. Mijn vriend en reisgenoot hoefde slechts naar Amsterdam, maar ik moest op mijn eentje naar Steenwijkerwold. Mijn vriend zei me dat ik lijn 4 moest nemen, maar ik had geen idee wat hij daarmee bedoelde. Voor mij was een lijn iets, waaraan je de was ophing.”

Maar toen de jonge Brookson eenmaal in Steenwijkerwold was, voelde hij zich daar prima op zijn plek. Misschien had dit wel wat te doen met zijn ontmoeting met Agnes, die toen pas 15 jaar was en die de bijnaam Zonnestraaltje van hem kreeg. Volgens Brookson “lichtte zij elke ruimte op waarin zij zich in bevond.”

Nadat hij de kweekschool afgemaakt had verhuisden Henri en Agnes naar Luttenberg, waar zij beiden tot onderwijzer benoemd werden. Hun beide kinderen werden daar geboren en er was altijd reuring in hun huis. “Ik organiseerde van alles: straatfeesten, voetbalwedstrijden, paardenparades in de manege en zelfs langlaufwedstrijden wanneer het sneeuwde.

(lees verder onder afbeelding)

Henri en Agnes

Luttenberg was maar een klein dorp, maar het bruiste van activiteit, met ontelbare vrijwilligers om te helpen. Zonder deze hulp had ik de meeste activiteiten nooit kunnen organiseren. En uit heel Nederland kwamen mensen naar Luttenberg om aan evenementen deel te nemen.”

(lees verder onder afbeeldingen)

Na meer dan twintig jaar in Nederland kwamen de Brooksons terug naar Sint Maarten in 1988, een weloverwogen beslissing. “Ik had Agnes al op Sint Maarten voorgesteld in 1972, grappig genoeg na aandringen van Agnes’ vader. Ik had een innige band met Agnes’ ouders en zij wisten dat ik ooit weer naar Sint Maarten wilde terugkeren. Daarom drongen zij er al in het begin van onze realtie op aan dat Agnes de sfeer daar ging opsnuiven. Ze werd onmiddellijk verliefd op het eiland.”

Op Sint Maarten gingen de Brooksons op dezelfde manier door, beiden bleven onderwijzen, nu op de Marie Laurence School. En het paar ontplooide zich ook daar als perfecte organisatoren van evenementen. Brookson lacht wanneer hij zegt “We hadden nooit rust, altijd druk met het organiseren van fondsenwervingen of inzamelingen.”

‘Soms trok mijn vrouw stiekem de telefoonstekker eruit, zodat wij rustig konden eten’. Soms werd ik achterdochtig en geloofde niet dat de telefoon een uur lang niet gerinkeld had.’

En nu hebben de Brooksons de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar zij blijven even actief en in de weer als vroeger. Zij organiseren het jaarlijkse Fête de la Cuisine, een evenement dat een week duurt, met topkoks uit de hele wereld. En ze blijven bewegen zoveel ze kunnen, vooral wandelen en zwemmen.

‘Je moet doelen blijven stellen wanneer je met pensioen gaat. Het mooie is dat dat tegenwoordig ook kan. Zoek je passies en en richt daar je doelen op, zo houd je lichaam en geest in topvorm!’

Henri is nog altijd een begrip in Luttenberg

Hier de herinnering van prominent rocker en schrijver Arjan Pronk uit Luttenberg:

Bleekschijter…

‘Ik ben pikzwart, maar jij bent een bleekscheet,’ zei Henri Brookson ooit schaterlachend tegen me, toen ik stinkend bij hem op schoot zat. Zijn diepe, luidruchtige bariton vulde de rokerige ruimte. Ik was te klein om het te weten, maar zo werd het me verteld. Ik had z’n witte soulpijpen besmeurd met zelfgedraaide peuterpindakaas.

Luttenberg jaren 70/80, totale onbevangenheid en zorgeloosheid. Henri Brookson was de verse exotische onderwijzer van de Antillen, die voor mijn gevoel zomaar neerstreek in ons lommerrijke dorp. De enige zwarte kerel in een dorp vol vale Nedersaksen, familie en mafkezen. Zijn verschijning deed menig boer even slikken, maar Henri slikte zelf waarschijnlijk meer.

De jaren 70/80 waren in een Hollands dorp met redelijk vrije geesten een fijne tijd, isolatie vond vooral plaats tussen de oren van lui die niet open stonden. Voor of tegen een ander zijn en iemand niet mogen was gebaseerd op z’n gedrag, niet op looks, afkomst, sekse of wat dan ook.

Een relaxte tijd voor mij en velen: E.T., Back to the Future, Dukes of Hazzard, The A-Team, Toppop en Shandy met paprika chips. Hutten bouwen, fietscrossen, brommers opvoeren op All Stars, klompen of sandalen. Lange zomers heet en loom, koude winters wit en sloom.

Langharigen in Loïs met shag en bier, we hadden immer vertier. Het enige wat me heel af en toe benauwd maakte, was de bom. Het idee dat er maar één Hitler op een knopje hoefde te drukken en dat de aarde dan verging, Koude Oorlog-blues, te abstract om te beklijven. We wilden een crossbaan en soms maakte een deerntje je van slag, ingewikkelder werd het niet. Natuurlijk klinkt dit naïef, dat was het ook.

M’n zus en ik zijn de eerste kleinkinderen van m’n moederskant. Door pech, een zwaar bedenkelijke huisarts en een samenloop van omstandigheden kwam m’n oma te vroeg alleen te staan met een vracht jonge kinderen. Mijn opa was al ontvallen en de oudste zoon stierf onnodig aan suikerziekte, onderweg naar het Zwolse ziekenhuis. Keiharde nalatigheid en iets waarmee de pil nu niet weg zou komen, ook toen lukte dat ternauwernood.

De politiebewaking kon niet verhinderen dat een oom hem vloerde en met een volle melkbus aanhaalde om z’n pedante kop in de Luttenbergse modder te batsen. Ze hebben hem net op tijd van de kwibus afgetrokken. Met tegenzin, dat wel.

Maar goed, de eeuwenoude boerderij, Roelofs genaamd en later onverklaarbaar Harmelink genoemd, werd verkocht voor een prikkie. Mijn oma had geleden door dat gedonder en de verse boertjes in spe waren te jong om te boeren, waardoor ze de boerderij van de hand deed en een nieuw huis naast de oude plek liet bouwen. Er werd verder geboerd door een ander en de oude boerderij raakte helaas in verval. Onze oude grond, waar nu nieuwbouw op staat, werd niet voor een prikkie verkocht, vette pech en mazzel ineen als je een boerderij bezat aan de rand van een uitdijend dorp.

Als klein jochie was ik net zo vaak bij oma als thuis. Dat thuis stond ernaast op 150 meter afstand, een verse bungalow op een resterend stukje eigen grond.

Het ‘Oale Huus’, de boerderij dus, werd een tijd verhuurd aan Henri Brookson. Die relaxte tijd omarmt me nog steeds als een zomerse gloed wanneer ik eraan terugdenk. Bij Harmelink brandde de haard voor bijna iedereen, het zijn de adressen die bij de outcast snel bekend zijn, van landlopers tot lui die aan thuis ‘niks hadden’, ze konden zo aanschuiven. De koffie van Harmeleke Diene, mijn oma die Oosterwechel schreef, werd in ieder geval nooit schraal.

Ik kende niet veel aan den lijve en speelde veel buiten, keek af en toe tv en luisterde naar muziek. Chuck Berry raakte me dieper dan Bill Haley en ik was liever BA dan de rest. Ook hoorde en zag ik liever Donna Summer dan Anita Meyer, aan Normaal raakte niemand en Angus Young was een god. Ik kreeg weinig narigheid mee, misschien omdat ik in een bevoordeelde situatie was beland.

Broekzon, zo werd de verse pedagoog genoemd, had verkering met Agnes, een aardige juf uit Emmen, waar niet alleen jochies verliefd op werden. Ze behoorden tot een verse lichting verlichte onderwijzers, wars van hiërarchische inslag, die zich moest mengen met de wat conservatievere old school-soldaten.

Dat ging hem goed af, net zo gemakkelijk als met de Roomse dorpse kliek. Zo beet hij meteen de kop eraf door op zijn eerste vrijdagavond in het dorp naar Café Køkkie te wandelen, alwaar het cowboyfilmstijl werd toen hij aan de volle stamtafel ging zitten. In de verrotte jukebox zong Corry haar Rekels toe dat huilen te laat was, het deuntje had nog nooit zo onheilspellend geklonken als toen. Waard Køkkies Hein schoof hem subiet een glas schuimend bier onder de neus en vroeg of hij wel een pilsie lustte.

‘Wel twee!’ bulderde Henri, waarna hij gelijk gul een rondje in liet doen voor de hele zaak.

Toen Køkkies Hein de tapkraan liet brullen en vroeg of hij op de fiets was, antwoordde Brookson dat hij dat niet durfde, omdat zijn bovenlip dan voor z’n ogen zou vliegen. De inkopper brak het ijs en Køkkie had er een vaste klant bij. Henri had de broekspijpen dan wel iets wijder dan een ander en een hoornen bril die je slechts bij jazzcats zag, hij smolt makkelijk samen met de locals die het café bevolkten alsof thuis niet bestond. Een symbiose die even voor wat leven in de brouwerij zorgde, maar daar al snel bij bleef. Ik weet nog dat zijn handen van binnen wit waren, maar sinds ik de bochel van tante Anne naakt had gezien keek ik nergens meer van op.

Hij verfde de boerderij van binnen in machtig hippe kleuren. Groen, paars, mosterdgeel en oranje, man… De sfeer toverde je regelrecht naar Woodstock. Gekleurde kokoskleden op de houten vloer, monstera’s die geen mosstokken nodig hadden groeiden er als in een jungle, terwijl de platenspeler overuren draaide tussen gesmolten kaarsen. Hij had ook een kat, Sjesevara genaamd. Pas later begreep ik waarom, omdat mijn neef er een tatoeage van had.

Hij stond voor de derde klas en ik werd geregeld door hem in het zonnetje gezet. Dan moest ik naar voren komen of gooide hij me pardoes op z’n schoot. Dat was ik niet zo gewoon, maar ik wist het met een grijns te doorstaan, ook al voelde ik me te oud of te stoer. Hij vertelde dan tegen iedereen dat ik de eerste Luttenbergse bleekscheet was die op zijn schoot had gezeten en dat er verdomd weinig veranderd was. Gelukkig was hij zo aardig om er niet bij te vertellen dat ik zijn ganse broek had ondergedreten.

Voor mij was hij kortstondig een soort aangetrouwde amicale oom en zijn kleur interesseerde volgens mij niemand. Gelukkig gold dat ook voor de mijne, ik heb er nooit bij stilgestaan…

Brookson was geen watje van een hippie en durfde de boerenvlerken flink aan te pakken, mijn neef kreeg geregeld een draai om de oren. Niet die ene met die vette tattoo, want die zat toen al op de LTS, maar één van de velen. Dat was toen in de tijd normaal hier, zoals het ging. Sommige onderwijzers deelden rake klappen uit en bij enkele heb ik op volwassen leeftijd moeite moeten doen om m’n jeukende handen in m’n zakken te houden. Ook m’n knie was soms akelig op een knietje uit. Mijn oom, een loonwerker, is eens met een shovel het schoolplein op komen denderen om verhaal te halen. Niets menselijks is ons vreemd…

(lees verder onder afbeelding)

Pronk 240921 Henri Brookson
Henri Brookson

Voordat de boerderij gesloopt werd hebben we met de eerste band nog rap wat foto’s geschoten, terwijl we in de krakende ruïne stonden. Een maffe gewoonte van bands om dergelijke plekken uit te kiezen, alsof hun ego’s vechten tegen vergankelijkheid.

De grote paneeldeuren in al hun groovy kleuren heb ik gered, ook een stuk of wat mintgroene beddesteedeuren, waarvan ik soms nachtmerries kreeg, omdat ze konden praten. Ze staan nu tegen de wand geslagen in m’n bomvrije betonnen kelder, die bijna tot huiskamer is vergroeid. Geregeld maak ik lui wijs dat daarachter een nog veel grotere kelder schuilgaat. Misschien is dat ook wel zo…

Ik heb geleerd van die tijd, van de vanzelfsprekendheid van algehele gelijkwaardigheid. Henri woont inmiddels weer op het behaaglijke Sint-Maarten. Als ik er ooit naartoe zwem, zal hij zien dat m’n kont niet meer bruin is en dat ik ondanks de lastige jaren omtrent ons soort nog steeds grappen maak die niet meer kunnen, zoals hij ook graag deed. We lachen ons gezond en laten elkaar.

Ik ben nog steeds dezelfde, ook al schijt ik niet meer in m’n broek en zit ik zelden bij iemand op schoot. Als ik die deuren zie denk ik vanzelf ‘peace man’ en zucht ik om onze tijd, pas later kreeg ik door dat die sfeer niet zo vanzelfsprekend was.

De deuren bleken voorbestemd om niet weg te rotten, maar om bij te dragen aan een vibe van gezelligheid en gemoedelijkheid, ik zal het wel mee hebben gekregen. Soms pak ik tussen die deuren de gitaar en tokkel ik slecht iets van Carole Kings Tapestry, één van m’n favoriete platen, die ik van Henri Brookson kreeg.

Dan voel ik de aarde bewegen en voel ik me zwart noch wit.

Artistieke herinnering

Toen Henri en Agnes Luttenberg verlieten, schonken zij een kunstwerk, dat nog altijd bij gemeenschapscentrum Elckerlyc staat.

 

Website APS pensioenfonds Sint Maarten

APS pensioenfonds Sint Maarten

Word supporter van HierinSalland

HierinSalland is voor, maar ook van Salland. Word supporters en ondersteun ons. Door mee te doen of met een kleine bijdrage.

Interessant? Deel het artikel

Meer over

Blijf op de hoogte

Abonneer je op een of meerdere van onze nieuwsbrieven en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Om de twee weken verloten we onder de abonnees om en om een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch en de biologische Supermarkt in het Bos van Kleinlangevelsloo, beiden in Raalte. Bekijk de spelregels.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Iedere maand verloten we onder de abonnees een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch in Raalte. Bekijk de spelregels.