In deze serie hebben we al besproken dat waterstof niet het wondermiddel is dat de industrie ons wil laten geloven, ondanks de miljarden aan subsidies die erin worden geïnvesteerd. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten:
- Impact op het elektriciteitsnet In plaats van essentiële uitbreidingen aan ons elektriciteitsnetwerk wordt de aanleg van een waterstofpijplijn voorrang gegeven. Hierdoor wordt weer niet gewerkt aan het probleem van de netcongestie, waar iedereen last van heeft.
- De beperkte rol van groene waterstof Ondanks de promotie van groene waterstof blijft het wereldwijd een nicheproduct (slechts 1%). Door de hoge productiekosten ontbreekt een rendabele economische toepassing, nu en in de toekomst.
- Waterstofvoertuigen: een mislukking Waterstofauto’s zijn commercieel geflopt, omdat elektrische voertuigen de markt domineren. Dit gaat ook gelden voor waterstofvrachtauto’s, ondanks miljarden aan subsidies.
- Waterstof verschilt fundamenteel van aardgas Waterstof heeft drie keer zoveel volume als aardgas, een hoge kans op lekkage en explosie, en moet 100 graden kouder zijn om vloeibaar te worden. Dit maakt bestaande aardgasleidingen en LPG-schepen ongeschikt, waardoor alles opnieuw gebouwd moet worden.
Het roept de vraag op waarom de overheid en politici zo sterk inzetten op waterstof en er miljarden aan subsidies voor beschikbaar stellen. Objectief bekeken heeft groene waterstof grote nadelen: de productie is extreem duur, transport is lastig en bestaande toepassingen zijn beperkt, omdat elektriciteit bijna altijd een betere oplossing biedt.
Hoe kan het dat politici zo pro-waterstof beslissen?
De meeste politici hebben geen technische of economische achtergrond en moeten beslissingen nemen zonder diepgaande kennis van het terrein waarover ze gaan. Zelfs als ze wél die expertise hebben, komt die vaak uit belanghebbende hoek—denk aan bedrijven als Shell.
Ondertussen staan zij tegenover miljardenbedrijven in de petrochemische industrie, die rechtstreeks worden bedreigd door het doel om in 2050 geen CO2 meer uit te stoten. Binnen 25 jaar dreigen deze bedrijven hun kernactiviteiten te verliezen: gas en olie boren, raffineren, verwerken, transporteren en verkopen. Dat ze niet zomaar hun eigen ondergang willen faciliteren, is begrijpelijk. Toch hebben ze zich gecommitteerd aan de klimaatdoelen van 2050, maar werken ze tegelijkertijd subtiel aan manieren om hun bedrijfsmodel te behouden—zoals via de overschakeling op waterstof. Waterstof lijkt in hun ogen immers sterk op wat ze nu al doen.
De invloed van lobbyisten, baantjes en belangengroepen
Daar sta je dan, als kersverse minister of staatssecretaris. Je hebt de beste intenties, maar betreedt een terrein waar je nog veel over moet leren, liefst zo snel mogelijk. Je eerste referentiepunt is het standpunt van je partij. Vervolgens komen de lobbyisten langs, en daarna volgen werkbezoeken aan grote bedrijven.
Lees verder onder afbeelding)
Deze bedrijven hebben jouw voorgangers al jarenlang beïnvloed—het fractiestandpunt is daar mede daardoor al gevormd. Ook lobbyisten leveren gevraagd en ongevraagd advies om jou “in te praten”. Op het terrein van energie alleen al zijn er 800 lobbyisten actief in Brussel en ongeveer 160 in Den Haag. De meesten worden betaald door het bedrijfsleven. Blijf je desondanks kritisch? Dan komt er geen aantrekkelijk functieaanbod jouw kant op als je politieke carrière eindigt. Van de VVD-politici uit het vorige kabinet hebben er 16 een baan gekregen bij grote bedrijven binnen hetzelfde vakgebied waar ze eerder beslissingen over namen. Dit is geen uitzondering—het geldt voor alle politici van links tot rechts. De zogenaamde baantjescarrousel.
Ad van Wijk, de waterstofprofessor
De leerstoel die Ad van Wijk bekleedde aan de TU Delft was geen gewone academische aanstelling. In plaats van financiering uit het onderwijsbudget, werd deze betaald door het bedrijfsleven, te weten energiebedrijf Eneco. Later onderzoek van het Financieele Dagblad (FD) onthulde dat ook ‘Netbeheer Nederland’, de belangenorganisatie van elektriciteits- en gasnetbeheerders, financieel bijdroeg. Deze steun werd niet openbaar gemaakt, wat opmerkelijk is, aangezien netbeheerders een aanzienlijk belang hebben in de waterstofeconomie—zoals het idee om het bestaande aardgasnetwerk een tweede leven te geven.
In 2016 was ik aanwezig in het provinciehuis van Overijssel, waar Ad van Wijk zijn visie op waterstof presenteerde. Hij schetste een toekomst waarin elk huis een auto op waterstof had, gekoppeld aan een huisaansluiting die waterstof omzet in elektriciteit. Een onwaarschijnlijk scenario, maar de zaal vol provinciale ambtenaren luisterde welwillend.
Maar de invloed van Ad van Wijk reikte veel verder. Via zijn assistent Diederik Samsom wist hij Eurocommissaris Frans Timmermans te overtuigen om waterstof een prominente rol te geven in diens Green Deal. Dit werd bevestigd in onderzoek van ‘Follow the Money’, een onafhankelijk journalistiek platform met als motto: “Geldsporen liegen niet, daarom volgen wij ze”.
Uit hun artikel (FTM 2024):
Hoe de EU in de ban raakte van een Delftse waterstoffluisteraar
Een aantal jaar geleden hadden EU-bestuurders nog nooit van waterstof gehoord, maar nu staat het hoog op de Europese klimaatagenda. Dat is grotendeels het werk van hoogleraar Ad van Wijk. Die invloed dankt hij aan zijn relatie met de Europese topambtenaar Diederik Samsom. ‘Ik heb af en toe een telefoontje van Ad van Wijk nodig om de grens op te zoeken en nieuw geloof te vinden’.
- ‘Waterstofprofessor’ Van Wijk maakte slim gebruik van het Brusselse gebrek aan kennis over de energiedrager en wist op beslissende momenten het Europese beleid te beïnvloeden.
- Hij is inmiddels met emeritaat, maar nog steeds speciaal adviseur van Hydrogen Europe, een invloedrijke waterstoflobbyorganisatie in Brussel. Van Wijk kent bovendien de machtigste klimaatambtenaar van de Europese Commissie, Diederik Samsom, al meer dan 25 jaar.
- Voor waterstof is 36 miljard euro aan publieke middelen vrijgemaakt. Maar de energiedrager is niet onomstreden. Tegenstanders uit de wetenschap wijzen op de hoge kosten en de grote hoeveelheid hernieuwbare energie die verloren gaat.
- Samsom laat weten als Follow the Money hem hiernaar vraagt: ‘Ad was een inspirator voor de Europese waterstofambities en dat is precies wat hij is geweest.’
Uiteindelijk keerde Timmermans terug naar de Nederlandse politiek. Waarna Samsom voorzitter werd van de Raad van Commissarissen bij de Gasunie (!). Een treffend voorbeeld van de bekende baantjescarrousel.
Eindoordeel
Deze reeks van vijf artikelen laat zien hoe de rol van groene waterstof vaak wordt overdreven en onterecht gepositioneerd als een belangrijke oplossing. De waterstoflobby vertegenwoordigt slechts een klein deel van het bedrijfsleven, terwijl maar liefst meer dan 90 procent van de bedrijven zonder veel moeite kan verduurzamen via elektriciteit. Als de overheid blijft inzetten op groene waterstof, zal er onvoldoende budget overblijven voor effectieve duurzame oplossingen zoals wind- en zonne-energie, uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk, batterijopslag, elektrische vrachtwagens en andere innovatieve ontwikkelingen.
In de toekomst wil ik nog een artikel publiceren over hoe onze energievoorziening er na 2050 uit zou kunnen zien zonder waterstof (behalve een kleine productie voor chemische toepassingen). Dit scenario is niet mijn eigen idee, maar gebaseerd op inzichten van wetenschappers die onafhankelijk zijn van de fossiele industrie. Zo’n aanpak zou aanzienlijk goedkoper, eenvoudiger en haalbaar zijn binnen de komende 25 jaar. En dat alles zonder kernenergie, een optie die veel te duur is en te lange bouwtijden kent om op tijd een betrouwbare energievoorziening te bieden.
Tot die tijd blijft de conclusie bij de vraag “Waarom waterstof?” negatief: er is simpelweg geen rol voor waterstof in de energietransitie. De echte vraag is: wanneer realiseren de politiek, de overheid, de pers en het grote publiek zich dit?
Hopelijk voordat er nog meer miljarden verspild worden aan een oplossing die weinig bijdraagt aan een duurzame toekomst.