Nederlandse boeren hadden jaren het voordeel van wat de derogatiemaatregel heette. Ze mochten meer mest uitrijden op hun platteland dan andere Europese boeren. Achteraf bleek die uitzondering onterecht en besloot Europa én de stekker er uit te trekken én Nederland te sommeren recht te trekken wat krom getrokken was. Er werden zogenoemde nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) aangewezen, waar de boer een tandje moet bijzetten het vervuilde grondwater schoon te krijgen. Om niet te zeer overvallen te worden met het stoppen van de derogatie mogen boeren dan nog enkele jaren extra mest uitrijden, onder voorwaarde dat kwetsbare (water)gebieden sneller op een gezond niveau komen. Boeren kunnen in die tussentijd de veestapel krimpen of zien dat ze hun mest anders van de hand kunnen doen.
De christelijke minister Adema loog de Kamer en de Nederlandse boeren voor over het stoppen van de uitzonderingspositie. Hij wist dat al lang maar zei er niks over in Den Haag. Dezelfde minister is er verantwoordelijk voor dat het landbouwgif roundup nog steeds gebruikt mag worden. Hij moest van de Kamer voor afschaffing stemmen, maar weigerde dat.
De aanwijzing gaat in per 1 januari 2024. Op het kaartje boven dit verhaal zijn Zwolle, Deventer, Raalte en de IJssel geel gemaakt.
Klik hier voor een uitvergroting.
Heel Salland valt onder de met mest vervuilde gebieden. Bedrijven die gebruikmaken van derogatie, moeten de hoeveelheid extra dierlijke mest die zij over hun percelen uitrijden sneller afbouwen dan in de rest van Nederland. Daarnaast mag op alle percelen in de NV-gebieden 5% minder stikstof worden geplaatst (dierlijke mest en kunstmest). Dat schrijft minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een brief aan de Tweede Kamer.
De aanwijzing van NV-gebieden geeft aan op welke percelen boeren een stap extra moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze gebieden bevatten een te grote hoeveelheid stikstof en/of fosfor in het water. Dit komt onder meer uit (dierlijke) mest dat over het land wordt uitgereden en waarvan stikstof en/of fosfor uitspoelen in het water. Daarom is in de derogatiebeschikking met de Europese Commissie afgesproken dat Nederland stappen zet om de waterkwaliteit te verbeteren.
Minister Adema: “De derogatiebeschikking van de Europese Commissie vereist dat Nederland aanvullende maatregelen neemt om de kwaliteit van ons water te verbeteren. Schoon water is ook nodig voor land en teelt, nu en in de toekomst. Ik ben mij er zeer bewust van dat deze aanvullende maatregelen stevig zijn voor agrarische bedrijven in de aangewezen nutriënten verontreinigde gebieden. Echter, zonder deze gedetailleerde aanwijzing zou een groter deel van Nederland volgens de derogatiebeschikking aangewezen worden als verontreinigd en met niet uitvoeren staat de hele derogatie op het spel. Samen met de boeren in de aangewezen gebieden, en samen met de waterschappen, wil ik werken aan praktische oplossingen.”
De minister zal de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vragen in kaart te brengen welke maatregelen boeren individueel of in samenwerking kunnen nemen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren. Minister Adema wil met dat advies nader bekijken hoe boeren te informeren en te ondersteunen in dit proces.
Maatregelen in nutriënten verontreinigde gebieden
In 2023 is Nederland begonnen met het afbouwen van derogatie voor het extra uitrijden van dierlijke mest zodat we in 2026 op de EU-norm zitten van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare. Agrarische bedrijven (vooral melkveehouders) die gebruikmaken van de derogatie, moeten vanaf 2024 sneller dan in de rest van Nederland het gebruik van extra dierlijke mest afbouwen. Dit betekent dat zij in 2024 210 kg en in 2025 190 kg stikstof dierlijke mest per hectare mogen uitrijden. Voor derogatiebedrijven is het mogelijk gebruik te maken van de ‘Subsidieregeling behoud grasland’. Hoe sneller de bedrijven derogatie moeten afbouwen, hoe hoger de vergoeding.
Alle agrarische bedrijven in NV-gebieden moeten in 2025 het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof vanuit dierlijke mest en kunstmest met 20% verlagen. Daar wordt naartoe toegewerkt door in 2024 de totale stikstofgebruiksnorm met 5% te verlagen. Dat betekent dat boeren in NV-gebieden ook het gebruik van bijvoorbeeld kunstmest moeten terugdringen. Door het verminderen van het gebruik van stikstof, verbetert de waterkwaliteit.
Zones rond Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden
Agrarische bedrijven mogen sinds 2023 geen derogatie meer aanvragen voor percelen binnen Natura 2000-gebieden. Vanaf 2024 gaat dat ook gelden voor bedrijven die met minimaal 50% van hun perceel in een zone van 250 meter rond een Natura 2000-gebied liggen.
In grondwaterbeschermingsgebieden (een zone rondom een waterwingebied voor drinkwater) is het van groot belang dat het (grond)water minder wordt belast met nitraat. Daarom is het sinds 2023 voor agrarische bedrijven niet meer mogelijk derogatie aan te vragen voor de percelen in deze gebieden. Vanaf 2024 gaat ook de totale stikstofgebruiksnorm voor de percelen in NV-gebieden vanuit grondwater sneller omlaag. Dat betekent dat bedrijven de totale hoeveelheid stikstof verlagen met 10%, daarmee werken zij sneller toe naar de totale verlaging van 20% in 2025 en wordt het drinkwater minder belast.
Derogatiebeschikking dierlijke mest
In september 2022 is Nederland met de Europese Commissie tot een derogatiebeschikking gekomen waarmee we enerzijds toewerken naar een volledige afbouw van derogatie en anderzijds aanvullende maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. De derogatiebeschikking is bovenop de afspraken gekomen die we als lidstaat hebben gemaakt in het 7e Actieprogramma Nitraat en het addendum hierop. Enkele maatregelen zijn in 2023 al ingegaan, zoals de afbouw van derogatie in heel Nederland en de aanleg van bufferstroken. Met de invoering van de NV-gebieden, de verlaging van de stikstofgebruiksnorm en het verlagen van het nationaal mestproductieplafond voldoet Nederland aan alle afspraken.
Extra informatie
Boeren die vragen hebben over de aanwijzing van NV-gebieden en de bijbehorende maatregelen kunnen terecht bij de RVO. Informatie over de Subsidieregeling behoud grasland is hier te vinden.