Persoonlijk ben ik ook wel nieuwsgierig naar de lager opgeleiden, naar de immigranten en vluchtelingen die aan de rand van de samenleving leven. Ik zie om me heen dat die zich ook zeker buitengesloten en gediscrimineerd lijken te voelen.
“Vertrouw de Nederlanders niet, ze praten vaak recht in je gezicht op de ene manier en achter je rug heel anders!” hoor ik veel immigranten met heel verschillende achtergronden zeggen. Ze hebben nog steeds het gevoel dat ze niet van nature bij de samenleving horen!
Dat verbaast me.Vooral omdat deze immigranten in Nederland zijn geboren en hun leven hebben gewoond
Waarom is dat de situatie? Wie geven we daarvan de schuld? Wie is verantwoordelijk? Zijn er hervormingskwesties die in beide samenlevingen zouden moeten plaatsvinden? Wie kan hieraan werken? De overheid? Informele organisaties? Ouders?
Ik hou het bij het stellen van de vraag en kom helaas niet met het antwoord.
Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft onderzocht dat de tweede generatie migranten Nederland niet gastvrij vindt. Ze ervaart vaak discriminatie. Ik worstel een beetje met die conclusie en vraag me af wat ik met de statistieken moet.
Klik hier voor het SCP rapport
De percentages van hoe gastvrij Nederland is, zie je heel vaak voorbijkomen. Maar de statistieken die aangeven hoeveel pessimisten en optimisten er over het integratiebeleid zijn, of dat nu onder de oorspronkelijke bevolking, onder allochtonen van de eerste of tweede generatie, of onder vluchtelingen gemeten wordt, die statistieken schieten alle kanten op en hebben grote overeenstemming met de politieke omstandigheid van dat moment, in Nederland en in de hele wereld.
Het lijkt er soms wel op dat de statistieken op dezelfde manier op en neer gaan als groentenprijzen binnen of buiten het seizoen. De cijfers stijgen wanneer de internationale politieke situatie gespannen is of op de rand van oorlog en dalen wanneer er vrede in de wereld en het land is en de beschikbaarheid van materialen overvloedig zijn.
Maar deze statistiek is opvallend: er werd geconcludeerd dat mensen met een allochtone achtergrond die al enige tijd in Nederland zijn, Nederland niet altijd een gastvrij land vinden voor immigranten. Ze worden vaak gediscrimineerd vanwege hun afkomst, zijn pessimistisch over het politieke systeem en hebben weinig vertrouwen in Nederlandse instituties.
In het onderzoek zijn mensen opgenomen met een Turkse (696), Marokkaanse (570), Caribische (592), Somalische (519), Iraanse (855) en Poolse (688) achtergrond, evenals 771 Nederlanders die niet geïmmigreerd zijn.
Deze statistiek doet je nadenken over waar de fout zit, waarom en hoe het is gebeurd. Is de Nederlandse samenleving echt ongastvrij of nemen mensen met een allochtone achtergrond een wat vijandige houding aan!
In veel gevallen moeten we eerst eerlijk tegen onszelf zijn. Minder dan de helft van de tweede generatie mensen vindt de Nederlandse samenleving onherbergzaam. Dat is hoog!
Het lijdt geen twijfel dat de samenleving nu een pluriforme samenleving is, of we die nu accepteren of verwerpen. Dat kun je nu eenmaal niet negeren of ontkennen. Het is gewoon een technische analyse. De realiteit.
Het helpt, als oorspronkelijke Nederlanders, niet om tegen een in Nederland geboren persoon van de tweede generatie te zeggen dat je niet behoort tot dit land waarop je bent geboren en niets anders weet.
Ook kan deze persoon eigenlijk geen vijandige kijk hebben op de samenleving waarin hij leeft, omdat hij gewoon onderdeel is geworden van de samenleving en op de een of andere manier verantwoordelijk is voor het beleid ervan.
De belangrijke vraag die je jezelf moet stellen voordat je het gesprek aangaat als Nederlander: kun je je verhouden tot de multi-samenleving, waarin mensen hun culturele achtergrond behouden en tegelijkertijd de Nederlandse culturele, beschavings- en sociale ontwikkeling ingaan? Of wil je een land met allemaal dezelfde mensen, homogeen met gesloten grenzen.
Maar de vraag is ook gericht aan immigranten en vluchtelingen van verschillende generaties die hier zijn geboren of kort geleden zijn gekomen. Ben je bij de multi-samenleving, zodat je zoveel mogelijk van je culturele achtergrond uit je hoofd leert en tegelijkertijd deelneemt aan de sociale, culturele en beschaafde Nederlandse ontwikkeling?
Met andere woorden, wil je dat je kinderen op een fijne manier opgroeien in een bloeiende gemeenschap? Of wil je in chaos leven in een land dat jouw samenleving is geworden?
Als je vanuit beide ‘kampen’ die vraag beantwoord hebt, kunnen we een dialoog met elkaar aangaan. Eerder niet, want dan wordt het slechts een Byzantijns argument en het reciteren van vluchtige woorden aan beide kanten. Uiteindelijk lijdt het geen twijfel dat verdeelde meningen zullen blijven bestaan en altijd zullen verschillen.