Nadat ik met mijn Syrische vriend die asiel heeft aangevraagd in Zweden via Whatsapp en Facebook had gepraat, werd vertrekken uit dit land mijn doel. Niet omdat hij me had overgehaald om te reizen, maar omdat ik wist dat ik hier geen toekomst had.
Door Hasan Kaddour
Ik wil niet langer bloed zien vloeien, ik wil geen lichaamsdelen onder het puin uit zien komen, mensen die in paniek zijn, huilende kinderen terwijl vliegtuigen huizen bombarderen en gebouwen vernietigen. En het ergste is nog dat ik niemand kan beschermen, sterker nog: ik kan mezelf en haar niet eens beschermen.
De demonstraties begonnen in vrede, we wilden vrede en waardigheid, we wilden lief hebben net als ieder ander. Maar het werd oorlog, een vieze oorlog. Een oorlog waarin de dictator zijn eigen volk vermoordt en alle mogelijke wapens gebruikt, zelfs internationaal verboden wapens. Ik heb gezien dat er fosforbommen op mijn steden werden gegooid die mensen, dieren en bomen verbrandden.
We hadden geen schuilplaats. Als je schuilt in je huis betekent dat je dood. Huizen stortten in en mensen belandden onder het puin. We waren gewoon mensen. We dachten niet aan oorlog, we hadden ons van tevoren nooit kunnen voorstellen wat ons te wachten stond. We renden voor ons leven en groeven met onze handen op zoek naar levende personen of kinderen.
Toen besloot ik weg te gaan. Het was elders leven of hier dood. Ik verkocht een stuk land om genoeg geld te hebben voor ‘de reis’. Ik wist dat smokkelaars je leegzuigen als een mug op zoek naar bloed.
Hasan Kaddour is vluchteling uit Syrië, neergestreken in Olst.