Er is een toerist onderweg. Hij komt uit het zuiden des lands en bezoekt nu opnieuw Raalte. Dat had hij al vaker gedaan. Deze keer bekijkt hij wat er veranderd is in de loop der jaren. Hij spreekt deze en gene aan. Hij vertelt dat hij – na een periode van kommer en kwel- weer op stap kon gaan.
Zoals in veel dorpen en steden ziet de toerist dat in de winkelstraten bedrijven en winkeliers zich vestigen en weer vertrekken. Holle kiezen in het winkelbestand worden soms gevuld door neringdoenden uit andere gebieden van de wereld. Mensen die na verloop van tijd medelanders genoemd mogen worden. En dat vindt de toerist heel mooi. Hij voelt zichzelf namelijk een wereldburger. Heeft in zijn leven al in diverse landen gewoond of is er op vakantie geweest.
Zo is hij ervan overtuigd geraakt dat ieder mens moet kunnen wonen waar hij wil en dat men zich dan wel aan de regels en gebruiken van dat land moet aanpassen. Zo heeft hij ooit op Sicilië ruim een half jaar gewerkt in de bouw en maar twee maal aardappelen gegeten. Voor de rest was het altijd pasta in verschillende vormen als spaghetti, macaroni of anderszins.
En in het subtropische Brazilië met haar vijfenveertig graden Celsius was hij er niet op bedacht dat je minstens twee liter vocht moet drinken per dag om uitdroging te voorkomen. Het was hem wel verteld, maar hij hield zich niet aan deze regel en……. uiteindelijk werd deze toerist onwel en belandde hij in het dichtstbijzijnde ziekenhuisje. Daar bracht men via infusen de vochthuishouding weer op orde. Het bleek een evangelische kraamkliniek te zijn waar nog een bed vrij was.
Bij daaropvolgende reizen had hij altijd drank op zak.
Dus: aanpassen aan de gewoontes van het land waar je bent.
Terug naar Raalte.
Raalte wordt steeds meer een openluchtmuseum.
Zie bijvoorbeeld de Molenhof. Daar zijn foeilelijk hoge muren van een meelfabriek. Dat zo’n muren niet passen in een winkelcentrum dat weten alle Raaltenaren inmiddels. Maar die muren zijn ook ooit versierd met prachtige grote foto’s en kregen daardoor een sociale functie voor een groot publiek.
En nu hangen er vier kleurrijke reproducties te pronken van schilderijen, die gemaakt zijn door jonge kunstenaars van tien en elf jaar uit de buurtdorpen Heeten, Heino en Mariënheem. Met als thema het moeilijke begrip Vrede.
Als Nouk ,Maud, Tije en Lena volwassen zijn exposeren zij hopelijk in het toekomstige BoMo- Museum. Bo en Mo als herinnering aan Booijink en Molenhof.
De toerist en zijn metgezel wandelen door naar de Grote Markt. Daar blijkt een opvallende transformatie plaats te hebben gevonden. Geweldig grote cortenstalen bloempotten staan opgesteld tussen gezellig uitziende terrassen. In de grond prijken sierlijke korenaren in de roosters van de waterafvoer. Een afspiegeling van de metershoge bruine korenaren met verlichting die elders staan?
In ieder geval is de nieuwe inrichting een waarlijke verbetering van het opgeknapte marktplein dat jaren terug nog vol stond met talloze marktkramen met witte dakzeilen.
Nu trekt het gezellige plein met veel groen en zelfs een fontein veel volk!
(Lees verder onder deze afbeeldingen van oud- Raalte)
Achterom kijkend zien de wandelaars dat de letters van wat ooit een Kulturhus had moeten worden verdwenen zijn. De bibliotheek blijkt voor een deel omgetoverd te zijn tot appartementen op de bovenverdieping. Een centenkwestie? En op de benedenverdieping zijn niet alleen maar boeken te leen. Het lijkt op een gonzend activiteitencentrum met diverse mogelijkheden voor iedereen. Je zou zeggen : een echt buurthuis! Een waardering als beste bieb van het land zat er dit jaar nog niet in. Mogelijk een volgende keer.
Opvallend is dat de naamgeving “Kulturhus” op de gevel veranderd is in “Roalturhus”. Is de cultuur dan helemaal uit Raalte verdwenen? Wees gerust: binnen hangt een bord met “Literatuur en cultuur”. Voor elk wat wils.
(Lees verder onder deze afbeelding)
Weer buiten aangekomen steken de toerist en zijn medewandelaar de Grote Markt over naar het Doktersweggetje achter de Plaskerk. Ook daar is een vorm van cultuur te vinden. Namelijk de Bottermarkt met demonstraties van oude ambachten. Dit gebeurt al jaren lang in de zomermaanden. Vanaf het Annahuis tot aan het beeld van de Barmhartige Samaritaan, die ooit een paar stappen opzij heeft gezet.
(Lees verder onder deze afbeelding)
Dat de oude ambachten met zorg in ere worden gehouden vindt de toerist heel mooi. Met plezier heeft hij langs de touwslagerij, de kruudmoes en de oliebollen en andere nijverheidsdemonstraties gewandeld. Wel hoort hij onderweg regelmatig dat de kleurrijke Internationale Folklorefestivals node gemist worden door heel veel Sallanders….
Dan slaat zijn fantasie op hol. En ziet hij het Doktersweggetje verlengd worden langs het oude Munstersche Posthuis tot het eind van de Herenhof. Daar ziet hij een winkel met smederij. Een heerlijk plekje. De toerist kan eindeloos genieten van oude meuk!
Zou iemand ooit gedacht hebben dat deze “olde werkplaatse” van “n goei’n smid” omgetoverd zou kunnen worden tot een gemeentelijk monument? Al was het maar als eerbetoon aan een mooi vak. Maar ook een prachtige expositieruimte zou hier kunnen gecreëerd worden! Zo midden in het centrum van het dorp, met een grote parkeerplaats naast de deur. Beter kun je het niet hebben.
(Lees verder onder deze afbeelding)
En… alles van het interieur kan zo bewaard worden. Compleet met “den olden pruttel” zoals die er staat, met spinnenwebben, stof en roet. Waarom niet?
In het verleden zijn er al tentoonstellingen geweest met foto’s aan een draad tussen de zwarte planken. Zeer fotogeniek!
Maar helaas. De toerist en zijn metgezel zien dat er buiten hekken rond het huis staan met een zwarte container… Zou alles afgebroken worden? Of toch gerestaureerd?
De bankschroef op het voorerf is al verdwenen. De plaatijzeren windwijzers op het dak, een groot edelhert met majesteitelijk gewei gekroond en een postkoets met paard ervoor staan er nog en wijzen de juiste windrichting aan. ’N Goei’n Smid staat ook op het dak. Maar hij kijkt met droeve blik naar beneden en keert vastberaden – en waarschijnlijk ook vastgeroest- de container de rug toe …
Nostalgie overheerst.
Het was een plek met veel reuring.
Hier werden paarden beslagen met nieuwe hoefijzers.
Terwijl de koetsier het Posthuis bezocht – nu heet de herbergier Gouverneur- lieten de reizigers hun stijve spieren bewerken bij de masseur en werd menig kibbelingetje opgepeuzeld bij de vistraiteur. Om vervolgens een idee op te doen bij de woninginterieur.
Helaas… een stedenbouwkundig ontwerp had de aanzet kunnen zijn voor een wandeling langs een langere Bottermarkt. Een eerbetoon aan vakmensen, die met liefde maar ook met zweet en tranen hun brood verdienden… Een stijf gemiste kans!
De moderne toerist ziet met lede ogen aan hoe soms het verleden verdwijnt…. Maar niet getreurd. Niet al het ouds in Raalte is verdwenen!
Dat leest u in de volgende column.
Een mooi verhaal Harry ben benieuwd naar het vervolg. Jos