Het blad Libelle bestaat nu 85 jaar. De Libelle zomerweek wordt al weer voor de 25e keer gevierd. En vandaag is het de laatste dag van deze feestweek. Dus: Op naar de EXPO HAARLEMMERMEER in Vijfhuizen bij Haarlem.
Per bus ga ik met 52 vrouwen- waaronder mijn echtgenote- van Raalte naar Vijfhuizen. Ook de chauffeur is een vrouw. En wel een met tien jaar rijervaring in binnen- en buitenland. Àlles doet ze, zoals zij zegt. Van schoolbus tot vacantiereizen. Zeer behendig schuift ze onze bus over de drukke autowegen.
Vandaag is het ook de dag met het hoogste aantal filekilometers ooit in Nederland. Meer dan duizend kilometers! Hoewel ik de enige man in de bus ben voel ik me niet alleen.
Op de onmetelijke expo-ruimtes, waar honderden kramen en restaurantachtige eetgelegenheden zijn en waar heel veel workshops gegeven worden geniet ik. Ook al kan ik niets van mijn gading vinden geniet ik van het aanschouwen van al dat vrouwelijk schoon en lelijk.
Ik zie allerlei modellen voorbij trekken als in een modeshow. Netjes gekleed, met rugzakken en volle tassen in de hand en anderen slordig wat aangetrokken alsof men zo aan het werk moet bij het koeienmelken. Figuren die soms van boven te ruim en beneden te strak in het vel zitten of andersom. Of iets daartussen met alle gevolgen voor de eigen beleving van de dames. Vrolijke, hebberige gezichten, druk kwebbelende monden, vermoeide benen van al dat geslenter. Gillend lachende geluiden van vriendinnenclubs, die op de foto gaan voor de Libelle-voorpagina.
Geen jengelende kinderen.
Geen mannen die zeggen: daar heb je het zoveelste kleding- of makeupstandje. Daar hebben we er nu al genoeg van gezien.
Moeders, die door dochterlief voortgeduwd worden, al dan niet in een rolstoel.
Nog nooit heb ik in zo’n korte tijd zoveel zakken friet met dikke mayonaise voorbij zien komen. En dat naast zoveel kramen met adviezen over de slanke lijn, gezond leven, enz. Maar ik weet uit eigen ervaring dat de patat daar wel erg lekker is.
Dan valt mijn oog plotseling op de naam van een leverancier “uut de Milsbèèk”, een dorp in Noord Limburg waar ik een deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Maar dit terzijde.
“Is het wel leuk voor u , mijnheer? Er is toch niet veel te doen of te zien voor mannen?” vraagt een jongedame ineens.
Jawel hoor! Dit is een gezellig uitje met mijn geliefde. Wij genieten samen op een bank van een orkestje dat oude liedjes ten gehore brengt. Het zijn geen dames maar twee heren met een gitaar en piano. Heren van middelbare leeftijd. Zij passen prima bij het merendeel van de bezoekers, waarvan ik de gemiddelde leeftijd schat op zo’n 55 en 60 jaar.
En we genieten van het weer. Het is tenminste wel droog gebleven. De temperatuur mocht wel wat hoger zijn en de wind wat minder hard. De tentdoeken klapperen van jewelste! Regelmatig schrikken mensen van rukwinden alsof de hele tent de lucht in vliegt. Maar dat zou ook niet zo’n ramp zijn want het is toch de laatste dag van deze feestweek.
Een feest is het voor ons in ieder geval wel. Wij houden ervan om naar mensen te zitten kijken. Naast het wandelend publiek zien we heel veel behulpzame jongeren, die je vriendelijk de weg wijzen en assisteren bij obstakels voor rolstoelen en rollators. Dikke pluimen verdienen die jongelui!
Voor mezelf had ik een specialiteit bedacht: hoeveel mannen zou ik gaan tellen vandaag en hoe kan ik van zo’n bezoek een verhaaltje maken?
– Tussen de honderden vrouwen heb ik zestien mannen gezien buiten het personeel en het muzikaal duo.
– En… of dit een leuk verhaaltje is geworden mag u zelf als lezer beoordelen.
Of ik het volgende jaar weer ga?
Dat zullen we nog wel zien.
Nu was het leuk.