Zo, dit is de derde en (voorlopg?) laatste week van taxiritten naar en van het Isala-ziekenhuis in Zwolle. Die ritten waren nodig voor bestralingen in verband met de bestrijding van uitgezaaide kanker. Nu is het wachten op de meting van de psa-waarden in eind sept. Dan blijkt of de sluipmoordenaars, die ca. cellen vaak genoemd worden, inderdaad verdwenen zijn.
Ik heb er het volste vertrouwen in dat het goed komt. Als ik aan anderen vertel dat mijn kanker terug gekomen is na zes jaar dan merk ik dat het woord kanker toch nog steeds schrik oproept bij mijn omgeving. En dat het nog steeds gekoppeld wordt aan dood gaan. Ondanks de positieve behandelmogelijkheden die steeds beter worden.
Ik houd me vast aan de uitdrukking: kiek’n wat ’t wordt oftewel K.W.W.
Totdat het tegendeel bewezen wordt. +
Vandaag gaat de rit via Broekland.
Ik was wel vaker in Broekland geweest maar had nog niet door de nieuwe wijk gereden. Wist niet dat er zoveel huizen in Broekland stonden! En dan komt er binnenkort het Broeklander feest weer aan. Men weet dat goed en mooi kenbaar te maken met reclameborden.
Daar moet je echt wel even bij stil gaan staan als je puzzels die erop staan wil oplossen. Maar… dat was tuul’k ook de bedoeling!
Mooi dat ze in Broekland ook de lijfspreuk van ons” Hier In Salland” kennen: met mekaar, veur mekaar, deur mekaar.
(tekst loopt door onder afbeelding)
Bericht uit wachtkamer 93 Radioterapie, Isala.
Een statig langzaam voortschrijdende heer komt er aan, steunend op zijn gekrulde wandelstok. voetje voor voetje. Een man van stand, die zijn zaakjes liever zelfstandig regelt en die niemand tot last wil zijn, zo lijkt het. Maar daar zadelt hij welwillende hulpverleners op met de vraag of hij het wel redt. Een pleeg stelt hem voor om een rolstoel te gebruiken. “Nee, nee, ik ben er al bijna.”
Het was wel een hele wandeling voor mij. Zo ver vanaf de parkeerplaats, hoor! Voorzichtig gaat de zichtbaar vermoeide en zo broos uitziende grijsaard op de bank zitten. Ik denk: hè, hè, die zit!
Dan kijkt de man rond: op tafel, links en rechts naast hem alsof hij wat mist… Hij richt het woord tot mij. Ach, zoudt u zo goed willen zijn om tegen de zuster te zeggen dat ik er wel ben? Want ik ben onderweg ergens mijn tas vergeten.
Die wil ik even gaan ophalen. Dat wil ik wel als ik uw naam mag weten. Oja, natuurlijk. Hij vraagt niet of ik bij de receptie wil kijken. De man pakt zijn stok, komt overeind, recht zijn rug – voor zover dat nog kan- en zet alvast twee stapjes vooruit….
(tekst loopt door onder afbeelding)
Dan zie ik een dun diplomatentasje tegen de rugleuning van de bank staan en zeg dat hij die lange wandeling niet opnieuw hoeft te maken. Ojee, mijnheer, dankuwel, dat is fijn. Ach ja, ik heb ook achter op mijn rug geen ogen, grapt hij.
De heer daalt weer neder op de bank en klemt de tas goed vast in zijn handen. Zìjn tas met waarschijnlijk zijn afsprakenlijstje als enige inhoud. Zo`n tas, die altijd mee moet als mijnheer op stap gaat….
Terugweg +
Normaal doen we een goed half uur over de terugweg naar huis. Gisteren duurde het drie keer zolang. Kan gebeuren met zo’n gecombineerde rit.
Maar dan kom je nog eens ergens en zie je nog eens wat anders.
Vanuit Zwolle reed de taxi via Hattem naar Wapenveld om een mevrouw op te halen die naar het buitengebied van Herxen gebracht werd. Wel een interessant vertellende dame, die op verschillende plekken gewoond had waar we langs kwamen. Terug via Hattem dacht ik : dat lijkt me een leuke plaats om een weekend op mini-vakantie te gaan..
Na Herxen ging het via Wijhe, waar iemand instapte voor Raalte. Toen kwam alles toch nog goed! +
Dit was de dertigste column van mijn hand voor “Hier in Salland”. Op naar een volgende serie!