Had burcht Ramelo iets te maken met Karel de Grote?

Harry Luchtenberg groeide op in de omgeving waar de burcht Ramelo vroeger stond. Dit houten kasteel is volledig verdwenen maar er zijn serieuze plannen om dit weer zichtbaar te maken. Harry brengt in diverse artikelen voor HierInSalland vensters over deze locatie in beeld.

Interessant? Deel het artikel

Ramelo 230517 situatieschets 02

De vraag dringt zich op wanneer ik de luchtfoto van het complex van het Kasteel van Ramelo van 1931 zie en me afvraag tot in hoeverre het Kasteel Ramelo nog in verbinding staat met Karel de Grote.

De ene genealogie gaat uit van de stamboom van het geslacht Kuinre uit J.J. Grolle 1994 en daar zie je bovenaan:

Engelbert van Horne Gegoed te Kranendonck
Ca 1150 hr van Ramelo
1165 bg van Kuinre
1165 ‘comcs’ van Friesland

(tekst loopt door onder afbeelding)

De andere reeks eronder de afstamming van Karel de Grote tot aan Engelbert van Horne beschreven door E.J.H. Elderson van 38 t/m 22. Met op de bladzijde daarop een vermoede afstamming uit het geslacht Horne, waarin ook Engelbert van Ramelo tevoorschijn treedt.

(tekst loopt door onder afbeelding)

De ondersteuning van mijn gedachte vindt je in deze beschrijving: de heren van Kuinre en hun oorsprong, door Anne Post versie 04 – 10 – 2015 De burggraven van Kuinre stammen af van Hendrik de Kraan, een Utrechtse dienstman die wordt vermeld van 1195 tot 1213. Hij was een ’vir nobilis’, een edelman, doch zijn herkomst heeft men tot nu toe tevergeefs bij de Utrechtse en Drentse adel gezocht. Echter, het wapen van de heren van Kuinre is een geschuinbalkt schild van tien stukken, afwisselend goud en rood. Indien men dit wapen wil opvatten als een ’brisure’ of breuk, d.w.z. een enigszins gewijzigd wapen ten behoeve van een jongere linie, geeft het aansluiting bij het oorspronkelijke wapen van de oudste heren van Horne, een goud-rood gepaald schild, dat op zijn beurt weer een breuk lijkt van het goud-rood gedwarsbalkte wapen van de graven van Loon. Dit zou inhouden dat burggraaf Hendrik van Kuinre via de heren van Horne mogelijk
uit de graven van Loon zou stammen.

(tekst loopt door onder afbeelding)

De belangrijkste bisschoppelijke getuige die in de oorkonde van 1165 ter kolonisering van gronden in Kuinre optrad, was Engelbert van Ramelo, wiens naam Engelbert inderdaad veel
in het geslacht van Horne voorkwam. Waarschijnlijk was hij als gevolg van een huwelijk met de erfgename van Conrad van Urk heer van Emmeloord en Urk en burggraaf van Kuinre. In
hem kan men de vader van Hendrik de Kraan zien. Hij zou een jongere zoon kunnen zijn van Engelbertus van Horne die vóór 1147 stierf en wiens broer Herman van Horne in 1151
bisschop van Utrecht werd. Engelbertus en Herman van Horne zouden op hun beurt zonen zijn van Dirk I van Horne, de vermoedelijke zoon van Arnold I van Loon. In dat geval heeft
bisschop Herman zijn neef (oomzegger) Engelbert van Horne jr voor dienstverlening als Sallands dienstman beloond met de havezate Ramelo onder Raalte. Ten noorden daarvan
bouwde Engelbert wellicht een nieuw kasteel, het Nijenhuis.

(tekst loopt door onder afbeelding)

Het Nijenhuis

Als lid van het geslacht Horne bezat hij bovendien rechten te Kranendonck waardoor mogelijkerwijs de bijnaam van Hendrik de Kraan verklaard kan worden. Als kastelein van Kuinre was hij de Stichtse legeraanvoerder in het noorden van het bisdom en daarnaast nog de Hollands-Stichtse gouverneur van het condominium Friesland die volgens een bevel van keizer Frederik Barbarossa uit 1165 werd aangesteld met de titel ’comes vel advocatus’, ’graaf’ of voogd. Gedurende het pontificaat van Herman van Horne en diens opvolger en neef Godfried van Rhenen is de verhouding tussen bisschop en burggraaf blijkbaar vredig geweest.

Nu volgt een beschrijving over Karel de Grote van Frans Lutters leraar, die ik regelmatig in Nijmegen ontmoette (40 jaar geleden) en gesproken heb toen ik niet meer in Ramele woonde. Dit gaat over de stichting van de scholen en universiteiten in het rijk van Karel de Grote. Daaropvolgend een klein hoofdstuk uit de vernieuwing in de landbouw van Karel de Grote, die als de Karelsgarten in Aken, de Capitulare de villis die op het terrein ligt van Gut Melaten als eventuele inspiratie voor een nog op te richten tuin voor het Kasteel Ramelo en vernieuwing van de landbouw.

Frans Lutters

Karel de Grote ontving de impuls tot de scholenstichting in zijn rijk, van zijn moeder Berta of Bertrada. Deze vrouw is Berta ,,met de Ganzevoet”, (,,Berta as grans pieds”) die in het gehele
Midden Europese geestesleven nog steeds voortleeft door de sprookjes die zij als eerste vertelde: De sprookjes van Moeder de Gans. Haar vader was Charibert van Laon. Achter deze
persoonlijkheid verbergt zich een belangrijke christelijke ingewijde. Deze grootvader van Karel de Grote wordt in de Duitse versie van de sage van,,Floris ende Blanchefleur” geïdentificeerd met Floris.

Om de pedagogische impuls, die zich uit in de stichting van volksscholen en van universiteiten, te realiseren zoekt Karel de Grote uit heel Europa wetenschappers, priesters en kunstenaars bijeen. Op de scholen moet niet alleen in het Latijn onderwezen worden maar ook in de volkstaal. Naast het oefenen van de schrijfkunst en het rekenen, acht Karel de muziekbeoefening en vooral de zang van groot belang.

Nu was deze impuls weliswaar voor Karel de Grote een eenduidige impuls, maar in de geleerden, priesters en kunstenaars, die Karel om zich heen verzamelde, tekenden zich twee
stromingen af. De ene is meer Romeins-christelijk georiënteerd en de andere meer lers-christelijk. In de 8e eeuw had het lerse christendom nog een kosmische georiënteerdheid en beleefde de
christusimpuls nog vanuit een zekere helderziende waarneming. Het Romeinse christendom daarentegen zag iedere helderziende waarneming als een bedreiging voor de ontluikende intellectuele ontwikkeling. We zien dat Karel de Grote in dit spanningsveld staat waarbij de Romeinse stroming in latere tijd de lerse stroming verdringt.

Een belangrijke rol heeft Karel de Grote en diens raadgever Alkuïn gespeeld, die rond 800 de basis legden voor een nieuw Europees onderwijsstelsel dat werd gebaseerd op zeven vakken, de Artes Liberales, zoals verwoord in het werk De bruiloft van Philologia met Mercurius van Martianus Capella. Daarin stond centraal de verbinding tussen het menselijke bewustzijn en Mercurius, de bode van de goden. Daarin verschijnen tijdens de bruiloft van de lerende mensenziel (Philologia) de zeven vrouwelijke gestalten met hun kosmische sterrenwijsheid.

Tijdens de renaissance zijn het kloosterabten zoals Basilius Valentinus (Von Meisterschaft der sieben Planeten) en Trithem van Sponheim die verband leggen tussen de zeven vrije kunsten en de planeet-intelligenties als basis voor de ontwikkeling van deugden.

Kenmerken van de zeven vrije kunsten

Deel II van het boek laat ons dieper kennismaken met de aard van de inspiraties tot de zeven vrije kunsten. Uitgebreid gaat Lutters in op Grammatica, de kunst van het scheppende woord,
op Retorica, de kunst van het gesproken woord, en op Dialectica, de kunst van de logica. Deze drie vormen het zogenaamde Trivium onder leiding van de jonkvrouw Grammatica. Zij werken in drie ruimterichtingen. Grammatica werkt in het voor- en achtervlak van het lichaam en brengt evenwicht in het wilsleven. Retorica werkt in het boven- en ondervlak van het lichaam en brengt balans in het gevoelsleven. Dialectica werkt in het links- en rechtsvlak van ons lichaam en voert tot onderscheidingsvermogen. Deze drie kunsten voeren de mens tot zijn ware mensbeeld.

De volgende vier kunsten, het Quadrivium, leiden de mens naar inzicht in zijn samenhang met de vier natuurrijken (p.103). Lutters vergelijk ons mensen met Parcival die het Graalmysterie voor de eerste maal ontmoet heeft en met zijn nieuw verworven vermogen opnieuw de wereld van de vier natuurrijken ingaat. Het minerale rijk wordt onderzocht met de Aritmetica, met wat meetbaar, weegbaar en telbaar is. De Geometrie verruimt de telbare wereld tot die van de werkzame krachtverhoudingen, de vormprincipes die ten grondslag liggen aan alle levensprocessen, zoals in de planten, en zich manifesteren in het waterelement. De Musica richt zich op het gebied van de ziel dat bij de dieren en mensen wordt aangetroffen. De muzikale wereld leeft vooral in het luchtelement. De Astronomia richt zich op de wereld van de mens en de sterren en verschijnt alleen in het puntvormige. Het is verwant aan het Ik van de mens. Zoals het oerbeeld van de mens in het Trivium ligt, zo wordt in het Quadrivium de mens vanuit de natuurrijken opnieuw gevonden in zijn vierledige opbouw van fysieklichaam, het levenslichaam, het begeertelichaam en het Ik.

Lutters refereert aan de kerkvader Martianus Capella (p.15), tijdgenoot van Augustinus (354- 430), die als eerste beschrijft dat de Zeven Vrije Kunsten werden ervaren als directe inspiratie van zeven hemelse jonkvrouwen. De beroemde leraar van Chartres, Alanus ab Insulis (1128- 1203), is een van de laatsten die zeven eeuwen later in Anti-Claudianus deze jonkvrouwen als beelden van zeven inspirerende krachten beschrijft. Deze Alanus ab Insulis (Alain de Lille) speelt een centrale rol in Lutters’ boek.

De Karsgarten in Aken

De Karlsgarten naar de Capitulare de villis van Karel de Grote ligt in het westen van Aken op het terrein van Gut Melaten, dat met toestemming van de deelstaat Nordrhein- Westfalen en de RWTH op een erfpacht op lange termijn.

(tekst loopt door onder afbeelding)

Karsgarten Aken © Sam Car

Het is geen historische tuin, aangezien er geen bewijs is dat er in de Middeleeuwen daadwerkelijk een tuin bestond in dit of een soortgelijk ontwerp. Het doet denken aan Karel de Grote, die door hervormingen en wetteksten (capitularia) zijn rijk van de grond af vernieuwde.

Het bekendste en in zijn nasleep belangrijkste werk van deze soort is het “Capitulare de villis vel curtis imperialibus”, waarvan een kopie bewaard is gebleven. Daarin voorzag Karel de Grote niet alleen in zijn eigen vaste inkomen, maar ook in de welvaart van zijn ondergeschikten en schiep zo de eerste sociale en (landbouw) economische orde van de Middeleeuwen.

Hoofdstuk 70 van het decreet somt meer dan 90 planten op die beschikbaar zouden moeten zijn op elk koninklijk landgoed. Monniken als adviseurs en functionarissen van de keizerlijke kanselarij schreven de capitulare. Voor de samenstelling van de plantenlijst putten ze uit de kennis van oude auteurs uit boeken en uit de lange ervaring en culturele traditie van kloostertuinders en -tuinen.

Direct achter Gut Melaten neemt de Karlsgarten de rooilijnen van het historische pand over. Het gebied wordt begrensd door een gesnoeide haag van beuken, waarin later prominent geplaatste ramen zicht op het landschap onthullen. De tuin is open richting Melaten en enkel afgebakend door een hek. Het is aan deze kant schuin afgesneden. Dit komt overeen met de bestaande indeling van de binnenplaats en paden, maar maakt ook duidelijk dat de Karlsgarten geen historistische imitatie is van een symmetrische, formeel geknipte tuin, maar een eigentijds ontwerp.

Binnen staan de kruiden en vaste planten op rijen in bedden van 2 meter breed, met verschillende ruimtevereisten afhankelijk van hun groeisnelheid, in de exacte volgorde zoals ze worden genoemd in de index van de Capitulare. Dit deel van de tuin wordt ‘gelezen’ als een boek: de lijst met kruiden en struiken in het 70e hoofdstuk van de Capitulare achtereenvolgens van nummer 1 tot 73 en dan verder in dezelfde volgorde als de genoemde fruitbomen, die langs de buitenste beukenhaag. Het regelmatige raster van de kruidenperken wordt diagonaal doorsneden door het hoofdpad, waardoor een spanning ontstaat die de aandacht trekt.

Recept Capitulaire groentesoep

Voor vier personen:

Ingrediënten:

  • 60g gemalen groene spelt
  • 10g boter
  • 1 el. groentebouillon
  • 4 wortels
  • 1 koolraap
  • 1 staaf prei
  • Een klein deel selderij
  • Een paar bloemkoolroosjes
  • Een pastinaak of een peterseliewortel
  • Diverse kruiden: lavas, peterselie, bieslook, tijm, zoete kervel, marjolein, bonenkruid, rucola, oregano

Bereiding

  • Rooster de onrijpe spelt in boter en blus af met een liter water.
  • Voeg de groentebouillon, gehakte groenten en lavas toe.
  • Laat ongeveer 20 minuten sudderen.
  • Met de overige fijngehakte verse kruiden kan iedereen de soep individueel naar eigen smaak verfijnen.

 

 

 

 

Word supporter van HierinSalland

HierinSalland is voor, maar ook van Salland. Word supporters en ondersteun ons. Door mee te doen of met een kleine bijdrage.

Interessant? Deel het artikel

Meer over

Blijf op de hoogte

Abonneer je op een of meerdere van onze nieuwsbrieven en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Om de twee weken verloten we onder de abonnees om en om een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch en de biologische Supermarkt in het Bos van Kleinlangevelsloo, beiden in Raalte. Bekijk de spelregels.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Iedere maand verloten we onder de abonnees een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch in Raalte. Bekijk de spelregels.