Wat grotere afstanden leg ik het liefst per trein af. En als ik wat wil lezen of schrijven, dan kies ik voor de 1e klas. Lekker rustig. Toch? Nou, dat valt soms tegen. Laatst zat de 1e klas voller dan de 2e klas. Zal wel weer een of andere actie van de NS zijn, dacht ik. Of zit het toch anders.
Afgelopen periode maakte ik meerdere keren mee, dat bij plaatsbewijscontrole ik een conducteur vriendelijk hoorde zeggen: “Jullie zitten in de eerste klas.”. “Oh, dat wisten we niet.” “Jullie kunnen in het treinstel hierachter gaan zitten”. “Goed, dat doen we.” “Bedankt”, zegt de conducteur. Ik hoor dit aan en denk verdorie…. Ach de rest kunt u wel raden. Hoe vaak is er een controle. En dan nog zijn de gevolgen nul. Zal ik dan ook maar…. Ik leg dit voor aan een conducteur. Hij vertelt me dat het beleid is om escalatie te voorkomen. Mot, bijvoorbeeld door een boete te geven wegens zitten in de verkeerde klasse, moet blijkbaar vermeden worden. Ik kan me er eerlijk gezegd wel iets bij voorstellen. Een conducteur, alleen tegenover twee opgeschoten knapen, wil geen risico’s nemen. Tegelijkertijd blijf ik zitten met mijn vragen. Komen we niet in een vicieuze cirkel omdat immers ook het gezag wordt aangetast. Geen gezag, geen respect betekent dat de grens van wat getolereerd wordt steeds verder opschuift.
Boosheid ontstaat ook als je meent onterecht behandeld te zijn. Ik zit in de stoel bij mijn kapsalon. Het is een dag voor de persconferentie, waarin extra maatregelen tegen corona worden afgekondigd. Die donderdag was nog onzeker of de kappers dicht zouden moeten. Dus vroeg mijn kapper bij de gemeente of ze eventueel zondag open zou mogen om nog extra klanten van hun slonzige haren te kunnen afhelpen. Ja, dat kan. De ontheffingsvergunning kost € 110,-. “Is dat nou meedenken met de ondernemer in deze warrige tijden”, zeggen we dwars door de mondkapjes verontwaardigd tegen elkaar.
Een mooie drijfveer voor een stukkie, denk ik. Toch nog even appje naar de verantwoordelijk wethouder. Die belt al snel terug. Dat is het prettige van een kleine gemeente. Contact maken gaat gemakkelijk. Ik spuug mijn verontwaardiging. Hij blijft rustig. Of dat bedrag klopt weet hij niet precies. Wel dat uitzonderingen maken op leges een precedent schept. “Want als ik in de ene situatie leges kwijtscheld, dan moet ik in een andere situatie verdedigen waarom ik het wel in rekening breng.” “Maar de ondernemers hebben het al zwaar gehad” werp ik tegen. “Mochten de kappers dichtmoeten, dan kunnen ze gebruik maken van de rijksregelingen.” Tsja, die redenering van de wethouder kan ik ook wel weer begrijpen. Mijn boosheid zakt wat.
Dit is de tweede keer in een week dat mijn verontwaardiging wordt gedempt doordat ik de andere kant van het verhaal hoor. Hoe vaak vorm ik een mening op basis van één kant van het verhaal. Op z’n minst regelmatig. U kunt dat hier soms lezen. Een snelle conclusie is gemakkelijk, eenvoudig om te formuleren en heerlijk om op te schrijven. Dus als u weer eens een felle column van mij leest, dan heb ik niet de moeite genomen om de andere kant van het verhaal te horen. Nou ja, u moet ook nog wat te doen hebben!