Op de dag van de diagnose, wist ik dat deze dag zou komen. Niet wetend dat het zo snel zou gaan. De dag van de verhuizing van mijn lief. Niet omdat ik het wil. En al helemaal niet omdat zij het wil. Het moet. Het kan niet anders. Dat zegt mijn omgeving al lange tijd. Dat zeggen zorgmedewerkers al lange tijd. Ik voel het zelf al lange tijd. Maar ik bijt me er doorheen. Tot het niet meer gaat, ondanks de lieve medezorg van veel vrienden. Mijn vrouw lijdt aan dementie.
“Je bent je vrouw kwijt” zeggen ze tegen mij. Nee, mijn geliefde is gestaag weggegleden in een kloof met dichter wordende mist. Steeds minder dringt tot haar door. Ik ben haar niet kwijt. Wel zie ik veel van haar weggaan. Haar brein werkt niet meer goed, maar de emoties zijn er nog. Er zijn momenten van nabijheid. Een knuffel, een kus. Het is als het zwemmen in een meer op een zonnige dag; het water is nog koud. Alleen het bovenste laagje is verwarmd door de zon. Als je er doorheen zwemt voelt het koud.
Ik heb een mooie plek voor haar gevonden. Een kleinschalige woonvoorziening voor dementerende ouderen. De boodschap van het huis is duidelijk: “Ze moet tussen haar eigen spulletjes zitten. Jij koopt maar nieuwe.” Daar zit ze nu. Met haar eigen prachtige Steinway-piano, want pianospelen gaat nog goed. Er is daar zoveel liefdevolle zorg. Het zal even duren voordat ze het ook echt als haar thuis zal voelen. Ik heb er vertrouwen in. Ik verheug me erop weer partner te zijn in plaats van verzorger.
Hoe doe je dat. Afscheid nemen van iemand die er nog is. Hoe doe je dat, iemand wegbrengen die zelf vindt dat het helemaal niet nodig is. Die zelf niet voelt dat ze ziek is. Sterker, ze heeft altijd een leuke dag. Ondertussen staat mijn leven al tijden in het teken van zorgen voor haar. Dat kost energie (heb ik best veel), vraagt geduld (niet mijn sterkste kant).
Hoe laat je iemand die verward is afscheid nemen, terwijl ze zelf niet weet dat het een afscheid is.
Elke keer als ik kom zegt ze: “Oh, gelukkig, daar ben je. Gaan we nu naar huis?” Op zo’n moment zijn we beiden in de war. Zij weet niet wat er aan de hand is en ik weet niet wat te zeggen. Ik moet haar loslaten, zij wil mij vasthouden. Het voelt wreed om haar elke keer weer af te leiden van die ene vraag. Het antwoord is zo pijnlijk. Voor ons allebei.
Mijn ooit zo vrolijke, zelfstandige en talige vrouw is niet meer. Geen gesprek meer, geen plannetjes, geen belevenis meer kunnen delen. Wat blijft is het lieve en zorgzame. Als ik verdrietig ben: “Zal ik dan zachte dingen tegen je zeggen?” Wat blijft is de vrouw die kleurige kleren wil dragen met bijpassende sieraden. Dat wel.
Lief, je hebt zoveel aandacht en liefde gegeven aan zoveel mensen, nu mag je daarvan heel veel terugkrijgen.
Heel verdrietige verhalen kunnen ook heel prachtig zijn. Wat heb je dit mooi verwoord, Gosse.
Indrukwekkende tekst… Mooi geschreven.
Ik lees dit prachtig verwoord verhaal net in de Reklamix en heb de behoefte om te zeggen dat het me erg aangrijpt. Zo herkenbaar. Zoveel emoties. Alles uit liefde voor de ander, daarom juist moeilijk. Heel veel rust met de nieuwe situatie gewenst.
Gosse, wat een moed om deze nare gebeurtenis voor jullie in de krant te beschrijven. Geeft ruimte om over zulke ingrijpende gebeurtenissen te praten.
Je ontroert me met je persoonlijke schrijven, dankjewel.
Elly Luttikholt
Geschokt door je berichtgeving zitten we met grote traan ogen elkaar aan te kijken.
Wat prachtig zoals jij van dit alles een weergave geeft.
Een ongelooflijk aangrijpende gebeurtenis.
We leven met jullie mee.
Joyce en Cok