Wie onlangs een wandeling maakte over het Beerzeveld, kwam mogelijk niet de vertrouwde schaapskudde tegen, maar een groep geiten. Niet zonder reden: de geiten spelen een belangrijke rol in het beheer van dit natuurgebied.
In tegenstelling tot schapen, die vooral gras kort houden, zijn geiten gespecialiseerd in het eten van struiken, jonge boompjes en taaie planten als braam en berk. Dat maakt ze bij uitstek geschikt om gebieden open te houden die anders zouden dichtgroeien. “Geiten zijn echte ‘struikeneters’,” legt de geitenherder uit. “Ze helpen voorkomen dat de heide verdwijnt onder een dek van opslag en dicht struikgewas.”
Het inzetten van geiten past in een bredere trend waarbij natuurlijke begrazing wordt ingezet om landschappen in stand te houden. Dankzij hun dieet dragen de dieren bij aan de biodiversiteit: open plekken blijven behouden voor karakteristieke soorten zoals zandhagedissen, veldleeuweriken en verschillende heidesoorten.
De kudde op Beerzeveld is daarmee meer dan een opvallende verschijning: ze vormt een levend instrument in het behoud van het landschap.