Voor de schrijfwedstrijd “Nachtwakers” van Godijn Publishing stuurde ik twee verhalen in. Voor het eerste verhaal, getiteld Vigilie, had ik vrij snel inspiratie. Het is gebaseerd op het monster van Frankenstein. Mijn versie hiervan ging eerst iets over de limiet van 3000 woorden heen. Gelukkig is een verhaal met zo’n twaalf woorden inkorten makkelijk gedaan.
Kinderliedje
Mijn tweede inzending, getiteld 10 verse nachtwakers had meer voeten in de aarde. Ik baseerde het op een oud kinderliedje over 10 kleine n… Ik wilde dit verhaal op rijm zetten. Een idee dat ik direct weer losliet, want hoe moest ik ooit aan die minimale 2500 woorden komen? Een kinderliedje van zo’n tweehonderd woorden veranderen in een verhaal dat meer dan tien keer zoveel woorden bevat was al voldoende uitdaging.
Ik besloot daarom om het verhaal gewoon te schrijven, dus zonder rijm. Als het dan helemaal af was en ik had nog tijd over, dan zou ik me wagen aan een berijmde versie. Op die manier had ik in ieder geval een tweede verhaal om in te zenden. Het idee van een berijmde versie bleef echter in mijn hoofd rondspoken. Ik merkte algauw dat ik het verhaal begon af te raffelen en als ik gedeeltes terug las, was ik daar verre van tevreden over. Uiteindelijk besloot ik om de eerste versie weg te gooien (dat was toch prutswerk) en me gewoon te wagen aan een berijmde versie. Met behulp van een online synoniemenwoordenboek en een online rijmwoordenboek ging ik aan de slag.
Rekenen
Ik deelde het verhaal op in coupletten van zo’n 25 woorden per stuk. Soms had ik een idee om in het verhaal te stoppen, waarmee ik dan ongeveer tien coupletten kon maken. Dan zat ik te rekenen. Zo van, ik heb nu 1000 woorden. Tien coupletten van 25 woorden erbij en ik zit op 1250 woorden. Dat is nog maar de helft van het minimale aantal. Wat kan ik er nog meer bij verzinnen, zonder dat het langdradig wordt? Uiteindelijk had ik meerdere van die ideeën, die ik niet eens allemaal hoefde te gebruiken. Toen ik op een gegeven moment keek of ik al aan het minimale woordenaantal zat, bleek ik er zelfs al driehonderd woorden overheen te zitten.
Natuurlijk was ik nog niet tevreden, nee, ik besloot om het mezelf nog wat lastiger te maken. Alle coupletten moesten van mij ook nog evenveel lettergrepen hebben. Een monsterklus wachtte. Een regel langer maken is niet zo moeilijk. Stop er wat vulwoorden in als “maar”, “och” en “eigenlijk” en je bent er. Maar een regel van veertien lettergrepen inkorten tot eentje van negen lettergrepen terwijl de inhoud ongeveer gelijk blijft, is een stuk lastiger.
Voor niets?
Een kleine twee weken voor de deadline was deze klus eindelijk klaar voor een proeflezer. Naar aanleiding van diens feedback heb ik het verhaal flink aangepast. Maar wat doet het pijn om hele coupletten met één druk op een toets te verwijderen als je er zoveel moeite voor hebt gedaan. Na de grote schoonmaak zat ik zo’n 50 woorden onder de minimale 2500. Gelukkig was twee coupletten erbij verzinnen een eitje vergeleken bij de monsterklus die ik mezelf eerder op de hals had gehaald.
Uiteindelijk bleek alle moeite voor niets, want 10 verse nachtwakers is niet opgenomen in de verhalenbundel Nachtwakers. Vigilie, mijn eerste inzending voor deze wedstrijd, staat wel in de bundel.
Het verhaal 10 verse nachtwakers is wel op mijn website te lezen.
Lees hier de andere reflecties van Liesbeth.
Bezoek ook haar website.
Wat bijzonder mooi om te lezen hoe de
2 verhalen die jij instuurde voor de schrijfwedstrijd Nachtwakers tot stand zijn gekomen, Liesbeth.
Jij bent echt een geweldige top schrijfster!
Suzanne van den Buijs