Het Europees parlement heeft gisteren voor het 25-puntenplan gestemd dat geldt als een uitwerking van het Organic Action Plan, zoals dat door de Europese Commissie werd opgesteld. Er zijn berichten dat het parlement daarbij tegen het door de Commissie gestelde streefcijfer van 25 procent biologische landbouw in 2030 heeft gestemd, en dat dit streefcijfer nu komt te vervallen, maar dat is een misverstand, vertelt Laurens Nuijten van Bionext. “Dat streefcijfer stond bij deze stemming niet ter discussie.”
Streefcijfer blijft overeind
Waar komt dan die interpretatie vandaan? “Met de Farm-to-Forkstrategie heeft de Europese Commissie het voornemen uitgesproken om de landbouw te verduurzamen. Daarbij hoort het streven naar meer biologische landbouw. 25 procent in 2030, volgens de Commissie. Het Europees Parlement is vervolgens aan de slag gegaan met de uitwerking van die doelstelling en presenteerde daarom een plan waarover gisteren werd gestemd.” Het amendement dat voorstelde dat dit streefcijfer ook in het 25-puntenplan werd opgenomen, sneuvelde gisteren. En dat is jammer, maar geen reden voor de bio-sector om in zak en as te zitten.
“Het vertrekpunt is nog steeds 25 procent in 2030, en het was heel sterk geweest als het Europees Parlement dat streefcijfer in het plan had opgenomen. Dat zou elkaar hebben versterkt en zou het beleid richting de lidstaten wat dringender hebben gemaakt. Wellicht heeft het Parlement gedacht om minder druk te leggen op het stimuleren van het aanbod en heeft het zich niet aan een cijfer willen vastpinnen. Desondanks heeft het Parlement wel ingestemd met 25 acties die moeten bijdragen groei en ontwikkeling van de biologische landbouw in Europa. Je zou ook kunnen stellen dat het parlement niet wil ophouden bij 25 procent, maar dat zou net zo goed een verkeerde conclusie zijn.”
Bijna unaniem voor stimuleren van bio-landbouw
“Met 611 stemmen voor en 14 tegen is er praktisch unaniem gestemd voor het stimuleren van de biologische landbouw. En dan ook nog op de manier zoals wij dat als Bionext en Biohuis graag zien, gericht op de markt. Supermarkten worden aangemoedigd om meer biologische producten te verkopen, er wordt gestimuleerd biologische producten meer plaats te geven in kantines en schoolmaaltijden, enzovoorts.”
In de aangenomen resolutie wordt gewezen op de vele voordelen van biologische landbouw voor de beperking van de klimaatverandering, de biodiversiteit en de bodembescherming. Hoewel in de tekst wordt benadrukt dat de ontwikkeling en de groei van de biologische sector marktgestuurd moeten zijn, wordt ook aangedrongen op voldoende steun voor landbouwers uit de fondsen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De resolutie onderstreept de belangrijke rol van de bevoorradingsketen voor de biologische landbouw, die kort, lokaal, seizoensgebonden en slim moet zijn. Daarom wordt aangedrongen op investeringen die de ontwikkeling van korte voedselketens vergemakkelijken. De Parlementsleden erkennen de rol die de particuliere sector speelt bij het stimuleren van de vraag naar biologische producten, en stellen dat de lidstaten de detailhandelsketens moeten aanmoedigen om de biologische consumptie te bevorderen.
Het Oostenrijkse Europees Parlementslid Simone Schmiedtbauer was degene die de resolutie ter stemming bracht. Zij zegt: “Met het EU-biologisch actieplan zorgen we voor een goede mix van de juiste instrumenten, stimulansen en voldoende flexibiliteit, zodat elk EU-land op maat gesneden mogelijkheden heeft om zijn biologische sector individueel verder te ontwikkelen en de Europese biologische visie in te brengen in de eigen nationale of regionale biologische strategieën. Het EU-biologisch actieplan moet ervoor zorgen dat vraag en aanbod van biologische producten op gelijke wijze naast elkaar groeien. Uiteindelijk gaat het bij de uitbreiding van de biologische landbouw niet alleen om klimaat, milieu en dierenwelzijn, maar ook om economische efficiëntie voor onze landbouwers.”
Betekenis voor nationale plannen
Het is nog niet helemaal duidelijk wat deze uitslag betekent voor het beleid van de individuele lidstaten. Die zijn naar aanleiding van de Farm-to-Forkstrategie aan de slag gegaan met hun nationale plannen voor de biologische landbouw in hun land. Verwacht wordt dat de lidstaten gewoon door zullen gaan met het maken van hun plannen. Dat wordt tenslotte ook van hen gevraagd door de aangenomen resolutie.
Er is niet één enkel landbouwmodel dat geschikt is voor alle landen en regio’s, aldus de resolutie. De lidstaten moeten daarom hun eigen nationale of regionale strategieën voor biologische landbouw uitstippelen. Deze strategieën moeten procedures voor overheidsopdrachten omvatten ter bevordering van lokale bevoorradingsketens en groene overheidsopdrachten die gericht zijn op gezondere, milieuvriendelijkere voeding in openbare instellingen en op de vermindering van afval van biologische producten.
Reactie IFOAM
IFOAM Organics Europe, de Europese biologische beweging, reageert positief op het aangenomen plan.
“In het verslag wordt erkend dat de biologische landbouw bijdraagt tot duurzamere voedselsystemen en ecosysteemdiensten levert, zoals beperking van de klimaatverandering, biodiversiteit en bodembescherming. In het verslag over het EU-Actieplan staat dat de biologische landbouw zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Farm2Fork en Biodiversiteit, en dat de milieuvoordelen van de biologische landbouw moeten worden ondersteund door het nieuwe GLB, door biologische landbouwers te belonen voor de levering van collectieve goederen. Bestaande praktische agronomische oplossingen zoals biologische en agro-ecologie zullen ervoor zorgen dat voedselsystemen onafhankelijker worden van externe inputs, minder inputintensief en veerkrachtiger, terwijl tegelijkertijd voedselzekerheid voor alle Europeanen en daarbuiten, en winstgevendheid voor de boeren worden gewaarborgd. De biologische voedsel- en landbouwbeweging kijkt uit naar verdere samenwerking met Europarlementariërs, relevante instellingen en geïnteresseerde belanghebbenden om het Biologisch EU-actieplan in de komende jaren tot een succes te maken.”
Reactie van politici
Diverse politici reageerden gisteren na afloop van de stemming op de uitslag. Zij blijken er veel waarde aan te hechten dat het streefcijfer van de Europese Commissie niet in het plan wordt genoemd.
“Vandaag in het EP gestemd over een rapport over biologische landbouw. Ik ben blij dat het doel dat 25% van landbouwgrond biologisch moet worden, niet gesteund wordt. Biologische landbouw kan bijdragen aan een duurzamere landbouw, maar we moeten er niet eenzijdig op inzetten. Er leiden meerdere meerdere wegen naar Rome, met verschillende duurzame landbouwmethoden. Voor dit soort doelen moet de Europese Commissie eerst impact assessments doen, en de ontwikkeling van biologische productie moet marktgedreven zijn”, tweette Jan Huijttema, europarlementariër namens VVD.
En Bert-Jan Ruissen, die namens SGP in het Parlement zit, schreef: “Gezond verstand bestaat gelukkig nog. Want zulke opgelegde productiedoelen werken uiteraard niet. Ze leiden tot marktverstoring en tot lagere opbrengstprijzen van biologische landbouw. Daar is echt niemand mee gediend, zeker de biologische boer niet. De SGP vindt dat ook de gangbare landbouw bijzonder duurzaam kan zijn. Maar dan moet de EU wel zorgen voor goede instrumenten, regels, nieuwe rassen en gewasbeschermingsmiddelen. Een top-down benadering werkt niet. Een groei van biologische landbouw moet vraaggestuurd zijn, vanuit consumenten of handel.”
Maatschappij nodig voor transitie
Over deze reacties zegt Bionext-directeur Michaël Wilde: “Wat we hiervan leren is dat er voor ons een taak ligt om politici meer bij te brengen over biologische landbouw. Maar voor een transitie naar meer biologische landbouw hebben we niet alleen de politiek nodig. Iedereen moet aan de bak, ook de consument. Wij hebben de maatschappij nodig, want dit gaat veel verder dan het economische belang. Dit gaat over de biodiversiteit en dierenwelzijn. Over de toekomst van onze planeet en de toekomst van de komende generaties. Dat is ook de reden dat er zoveel mensen actief zijn in de biologische sector. Zij willen bijdragen aan een betere wereld.”
Bron: BioJournaal.