De IJssel was vanmiddag een gewilde plek. Hoog water is altijd spectaculair. “Maar het kan nog veel hoger”, wees een van de kijkers naar de dijk. Hij wist zich nog wel te herinneren dat het water halverwege het talud stond.
“Tja, van de week hier ook nog een hondje verdronken. Moet je ook kijken wat een vaart dat water heeft. Als je daar midden in terecht komt ben je kansloos. Een hond ook. Die moeten natuurlijk ook aan de lijn. Anders gaan ze graven, gaten graven in de dijk. Je kunt nu goed zien waarom je dat niet moet hebben.”
“Bij Fortmond kunnen ze al niet meer bij hun huizen komen. Die lui moeten hun auto aan de dijk laten staat en dan met een bootje de uiterwaarden over, dat hebben ze toch al een heel tijdje niet meer meegemaakt. Maar goed, tegenwoordig weet je dat wel allemaal ver van te voren. Vroeger was dat altijd maar afwachten wat dat water ging doen, hoe hoog het ging worden, wanneer je niet meer thuis kon komen. Tegenwoordig weet je een week in ’t voren al hoe laat het is. Eerst voorzichtig code geel, dan oranje. Dan kun je je er op voorbereiden hè?”
“Ik dacht trouwens altijd dat de veermannen beiden aan de andere kant van de IJssel woonden. Maarde boot hier in Wijhe ligt aan de overkant, die van Olst ligt aan deze kant. Die veerman zal toch niet na zijn laatste vaart naar huis gezwommen zijn…”
“Het valt me qua toerisme trouwens nog wel mee hier. Aan de andere kant is het ook niet druk als ik dat zo kan zien. Zal ook wel komen door het weer. De meeste mensen stappen even de auto uit voor een fotootje en gaan snel weer terug de wagen in. Ik ga ook naar huis, anders krijg ik het ook nog koud. Daar voorbij dat hek, daar kunnen jullie nog wel een stukje lopen, mooi ook voor een foto. En dan misschien wel tot morgen. Dan is het hier ook vast wel weer de moeite waard. Ik woon kort bij, dusss…”