In een circulaire economie is enkel sprake van hergebruik van grondstoffen. Althans zolang de economie niet verder groeit. Maar dat doet het wel. In de periode 2010 – 2022 gemiddeld met 1,5%. Dat lijkt weinig, maar betekent wel een verdubbeling van de economie na 47 jaar. En na 100 jaar is onze economie bij dat groeipercentage bijna 4,5 keer zo groot. Dat gaat, uitgaande van de huidige stand van de techniek en werkwijzen, heel veel grondstoffen kosten. De baten zijn ontegenzeggelijk, maar de leefomgeving wordt er niet beter op zo blijkt uit tabel 1. Minder produceren lijkt onoverkomelijk. Het is beter voor de leefomgeving en voorkomt uitputting van de toegankelijke grondstoffenvoorraad. Want daar teren we al decennia flink op in.
De vraag is welk grondstoffenverbruik is nog wel verantwoord. Volgens wetenschappers in het platform F10C (Factor 10 Club) [1], ontstaat er door vulkanische activiteiten, landerosie en andere processen in de biosfeer jaarlijks een grondstoffenstroom van zo’n 50 miljard ton[2].
Als we deze als grenswaarde zien voor verantwoord grondstoffengebruik, moet het huidige gebruik van grondstoffen ongeveer worden gehalveerd (figuur 1). Met de huidige 8 miljard aardbewoners komt dat neer op een beschikbaarheid van 6,25 ton per persoon. Mondiaal was het gebruik in 2019 gemiddeld 12 ton. In Nederland 15 ton[3]. Om tot een gemiddelde te komen van 6,25 ton moeten we minder produceren en consumeren, en/of efficiënter omgaan met grondstoffen en energie.
Focussen op economische krimp lijkt logisch om de uitputting van de toegankelijke grondstoffenvoorraad te stoppen en het milieu-en klimaatprobleem te tackelen. Maar uitvoerbaar is het niet en dus is het geen oplossing. Zo is minder produceren niet voor elk land weggelegd. In veel landen is economische groei een noodzaak om de bevolking te kunnen voorzien in basisbehoeften.
Als er moet worden gekrompen dan kan dat het beste in de rijke delen van de wereld. Volgens gegevens van Our World in Data [4], is in het grondstoffengebruik in de rijkste landen een factor 4,5 keer zo hoog als in de armste landen. Bij de uitstoot van CO2 gaat het om een factor 33.
Een mondiale halvering van het grondstoffengebruik door middel van economische krimp waarbij relatief arme landen in Azië, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika worden ontzien, heeft dan ook grote gevolgen voor de koopkracht in het rijke Europa.
Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om te zien dat daarvoor geen bereidheid is. Een paar procent krimp in coronatijd is al een drama. De keuze voor krimp is dan in feite een keuze voor ‘erop aan laten komen’. Totdat de natuur ons gedrag keert.
Beter is het maatregelen te nemen die wel direct uitvoerbaar zijn en zich ook al bewezen hebben: efficiënter omgaan met grondstoffen en energie[5]. Bijvoorbeeld door de economie circulair te organiseren. Dat betekent gebruik van hernieuwbare energie, hergebruik van grondstoffen en producten zodanig ontwerpen dat ze eenvoudig te repareren zijn. De Europese Unie probeert dat te bevorderen met Right to Repair-wetgeving waardoor de levensduur van apparaten wordt vergroot[6]. Producten gaan dat langer mee wat natuurlijk een groeiverminderend effect heeft. Tot een algehele krimp hoeft dit niet te leiden, want de reparatiesector zal er een groei-impuls door krijgen. Bovendien zal het uitspaarde geld van consumenten aan andere zaken besteed kunnen worden. De daaruit voortkomende economische groei zal niet per definitie gepaard gaan met meer materiele goederen en meer grondstoffengebruik. In figuur 2 is in beeld gebracht dat naarmate de Nederlandse economie groeit, de dienstverlening in belang toeneemt. Sectorale krimp door circulariteit en landelijke economische groei kunnen in dat geval goed samengaan.
.
Om de uitstoot van schadelijk stoffen en het grondstoffengebruik omlaag te krijgen is algehele economische krimp een riskante strategie. Het resultaat kan zelfs tegengesteld zijn aan wat het beoogt. Omdat een algehele economische krimp de financiering van verduurzaming in gevaar brengt. Schattingen van de kosten van verduurzaming lopen op tot circa 9.000 miljard dollar per jaar (wereld)[7]. Zo’n 9% van de mondiale productie in 2020. Laten we deze investeringen niet vertragen door een door een algehele economische krimp. Het is een valkuil. Het is te laat om ons dat te kunnen veroorloven.
In plaats daarvan moeten we naar een circulaire economie die groeit binnen grenswaarden van een verantwoord grondstoffengebruik. Binnen grenswaarden blijven is een technologisch vraagstuk. Sectorale krimp en algehele economische groei kunnen dan prima samengaan. Dat is kansrijker dan een algehele krimp nastreven waar geen draagvlak voor is.
Relevante links
[1] http://www.factor10-institute.org/pages/factor_10_institute_2008.html
[2] Stefan Bringezu, ‘Possible target corridor for sustainable use of global material resources’, Resources 4(1), 2015, p.25-54.
[3] Zie voor grondstoffengebruik per hoofd: https://ourworldindata.org/grapher/domestic-material-consumption-per-capita
[4] Voor grondstoffengebruik per hoofd: zie voetnoot 3
Zie voor CO2 emissies per hoofd: https://ourworldindata.org/grapher/co-emissions-per-capita
[5] Zie mijn column van 11 juli 2023. Kort circulair: Krimpen en ontkoppelen
[6] Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_23_1794
[7] Krishnan, M., H. Samandari, J. Woetzel et al. (2022) The economic transformation: What would change in the net-zero transition. McKinsey & Company Artikel, 25 januari. Te vinden op www.mckinsey.com