Door Ebel Berghuis
Nederland had al in april haar overshootday: de dag dat we meer natuurlijke bronnen voor dit jaar gebruikt hadden dan de aarde ons in datzelfde jaar kan terug leveren. We gaan royaal over planetaire grenzen heen. Behalve planetaire grenzen zijn er ook fysieke en psychische grenzen aan de beperkte hoeveelheid menselijke arbeid. Daarom dient in een vólledig circulaire economie het voorkomen van verspilling, uitputting en afval niet alleen betrekking te hebben op materiaalstromen, maar ook op arbeidsstromen. Al spreken we dan niet van afval maar van uitval. Voor de Nederlandse economie dat voor tachtig procent (op basis van toegevoegde waarde) uit dienstverlening bestaat, is het circulair maken van de arbeidsmarkt onontbeerlijk voor het toekomstbestendig maken van onze economie. Dat wil zeggen een arbeidsmarkt met minder uitval, minder verspilling en minder uitputting.
(tekst gaat verder onder de foto)
Uitval
De natuur is circulair. Er is geen afval en alles heeft een functie. Zo zou het ook op de arbeidsmarkt moeten zijn. Iedereen heeft een functie en niemand staat aan de kant. Helaas is dat niet de praktijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het aantal mensen met een WIA uitkering (bedoeld voor mensen die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn) in 2021 373.000 bedroeg. Weinig werkgevers hebben mensen in dienst met een arbeidsbeperking: slechts 12,7% heeft minimaal één arbeidsbeperkte in dienst. Er staan mensen aan de kant waardoor de arbeidsmarkt verre van circulair is. Dat komt deels door verspilling en uitputting.
(tekst gaat verder onder de foto)
Verspilling
Verspilling op de arbeidsmarkt vindt plaats bij werving en inzet van arbeid. Als slechts een op de acht werkgevers minimaal één arbeidsbeperkte in dienst heeft wordt bij de werving blijkbaar meer gekeken naar de beperking van iemand dan naar ervaring, competenties en talenten. Niet nodig en niet circulair. Niet nodig bijvoorbeeld omdat er steeds meer inclusieve technologieën beschikbaar zijn die mensen met een arbeidsbeperking kunnen ondersteunen.
Een andere bron van verspilling bij het werven van personeel is dat werkgevers niet altijd oog hebben voor het gegeven dat verschillende functieprofielen elkaar kunnen overlappen en daarom onterecht sollicitanten afwijzen die uit een ander beroep afkomstig zijn (Deloitte, 2019). Onnodige verspilling omdat na een beperkte om- of bijscholing een bijna geschikte sollicitant geschikt kan worden gemaakt. Niet circulair en onbegrijpelijk gelet op de situatie dat Schiphol de stroom reizigers niet aankan, horecabedrijven moeten sluiten, treinen minder rijden en de energietransitie door personeelsgebrek vertraagt.
Bij de inzet van personeel komt verspilling voor door onderbenutting van aanwezige kennis of te geringe investeringen in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Uit de NEA 2021 (TNO-CBS, 2022) blijkt dat bijna 40% van de werknemers van mening is dat hun kennis en vaardigheden niet passen bij hun huidige werk. Eén op de vijf werknemers geeft aan ‘nieuwe’ kennis of vaardigheden te missen die door veranderingen in het werk belangrijk zijn geworden. Niettemin is maar liefst 22% van de werknemers van mening dat de leidinggevende ontwikkeling van kennis en vaardigheden niet stimuleert. Van de werknemers vindt 50% dat dit in beperkte mate gebeurt. Het risico bestaat dat werknemers door gebrek aan kennis en vaardigheden vastlopen in hun werk, uitgeput raken en vroeg of laat uitvallen.
(tekst gaat verder onder de foto)
Uitputting
De Finse professor Juhani Ilmarinen, werkzaam bij het Finnish Institute of Occupational Health (FIOH), spreekt van werkvermogen om de mate aan te geven waarin een werknemers fysiek of psychisch in staat is om te werken. Als het werkvermogen intact blijft wordt arbeid op een circulaire wijze ingezet. Er is immers geen verlies van menselijke hulpbronnen omdat er sprake is van herstel en vernieuwing van arbeid. Daarvoor is wel nodig dat
de werkvereisten en de werklast in balans zijn met het werkvermogen.
Het werkvermogen is in de eerste plaats afhankelijk van de gezondheid van werknemers. Als het niet goed zit met de gezondheid valt de basis van het werkvermogen weg. Maar met alleen een goede gezondheid ben je er niet. Je moet ook competent zijn voor je taken en je prettig voelen in de organisatie. Competenties moeten aansluiten bij je taken en regelmatig worden ‘geüpdatet’. Her- en bijscholing stelt een werknemer in staat tijdig van werkplek te veranderen als de huidige werkplek niet meer voldoet door technologische veranderingen of de werknemer is uitgekeken op het werk dat hij/zij al jaren doet. Verder moet je je veilig, gewaardeerd en gehoord voelen om betrokken te blijven bij je werk en bij de organisatie. Niet minder belangrijk is een gezonde organisatiecultuur met functionele autonomie. Tot slot moet er sprake zijn van een balans tussen werk en privé.
(tekst gaat verder onder de foto)
Deze aspecten van het werkvermogen motiveren werknemers en geven energie. Als dat in balans met de werkvereisten en de werklast leidt dit tot minder ziekte en uitval. Aan de hand van cijfers uit de NEA 2021 ((TNO-CBS, 2022) blijkt echter dat de balans er niet bij iedereen is. Er is dus nog wat circulair werk aan de winkel.
Ter illustratie een paar cijfer: de belangrijkste oorzaak van werkgerelateerd verzuim in 2021 was werkstress (36,8%) gevolgd door lichamelijk te zwaar werk (15,5%). Van de werknemers kon 9,4% niet gemakkelijk aan de fysieke eisen van het werk voldoen. Iets minder, 9%, gaf aan een werk-privé disbalans te ervaren. Eén op de tien werknemers kon niet gemakkelijk aan de psychische eisen van het werk voldoen. Het percentage werknemers dat burn-outklachten ervaarde was in 2021 17%. Voor een goed beeld: in mei 2022 hadden 9,5 miljoen mensen betaald werk. Daarvan 17% zijn 1,6 miljoen mensen.
Natuurlijk, een duurzame inzet van arbeid is een belangrijk aandachtspunt van Human Resource Management (hoe we de mens inzetten als een bron) en Nederland is zeker niet het slechtste land wat arbeidsomstandigheden betreft. Maar volledig circulair is de Nederlandse arbeidsmarkt zeker nog niet. Om humanitaire en economische redenen verdient dit aandacht. Als we dan toch bezig zijn met het circulair maken van materiaalstromen kunnen we net zo goed de arbeidsmarkt er gelijk bij meenemen.
(tekst gaat verder onder de foto)
Referenties
TNO-CBS (2022), Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2021, TNO | CBS Leiden, Heerlen
Zie ook: https://www.monitorarbeid.tno.nl/nl-nl/onderzoeken/nea/
Deloitte, 2019, State of the State | ‘Verborgen matches’ bieden 130.000 werkzoekenden nieuw perspectief, Deloitte, april 2019.
Mag ik dit betoog eens vertaald zien in een praktijkgeval; bijvoorbeeld een jonge vrouw, die als timmer”mens” net haar praktijkopleiding heeft afgerond en aan de slag gaat bij een klein bouwbedrijf…
Hoe ziet haar ideale werkzame leven er dan uit ?
Ben zeer benieuwd of de theorie ook in de praktijk uitvoerbaar is.