Gerard Verswijver schrijft wandelverhalen die gekoppeld zijn aan de routes van DwarsdoorSalland.
Dit verhaal gaat over de wandeling door Deventer, Steenenkamer en De Worp.
Het is vandaag 21 november en de zon laat zich al vroeg in krachtige stralen zien. Tijd voor een stadswandeling door Deventer en zijn prachtige zuidelijke parels van de Worp en Steenenkamer. Ooit het aloude idee van de dubbelstad aan de IJssel. Het was de oude Angelsaksische monnik Lebuïnus die Deventer op de landkaart deed kleuren. Vanuit de Wilpse klei moet hij Deventer gekerstend hebben rond 760, dit in opdracht van Gregorius van Utrecht.
De wandeling begint aan de Worpse kant en, via de Deventer Buitensociëteit en de volkstuintjes aan de spoorlijn, duiken we het beschermde gebied (IJssellandschap) van Ossenwaard in. Boven over de oude spoorbrug rijden treinen af en aan. De rivier de IJssel is onze reisgenoot. Rond 882 kwamen over deze rivier Deense Noormannen naar Deventer. Dorestad was al gevallen en Deventer ontpopte zich tot de 5e handelsstad van de Nederlanden. De Deventenaren reageerden met een grote aarden wal (opgravingen in de Smedenstraat). De status van Deventer kreeg nog meer aanzien door de komst van bisschop Odibald van Utrecht, die naar Deventer trok.
Deventer was een sterke garnizoensstad met zelfs een dubbele stadsmuur. Nagenoeg onneembare poorten als de Bergpoort, Brinkpoort, Noordenbergpoort, Zandpoort. Slenterend langs de Welle en een deel van de oude stadspoort, voel je de rijke geschiedenis van deze prachtige Hanzestad. Ineens sta ik het het oude Kloosterhof tegenover theater Bouwkunde.
Overal zie je de aloude rijkdom van weleer, de koopmanshuizen, de handelaren, de boekdrukkers, de geestelijken, allemaal gaven ze Deventer het aanzicht van nu.
Tussen 1000 en 1500 floreerde Deventer als belangrijke handelsstad in Europa, lid van het Hanzeverbond.
Slenterend door de stad maak ik een uitstapje naar het Grote Kerkhof waar bisschop Balderik de eerste stenen kerk liet bouwen in de tiende eeuw, de huidige kerk stamt uit 1450 (Grote of Lebuïnuskerk). Sinds de beeldenstorm van 1580 een calvinistische kerk. Verderop op het plein ontwaar ik de Latijnse school(1150 na Chr). Vanaf eind 14e eeuw ontsprong mede hier de leer van de moderne devotie. Bekende namen hier waren Geert Groote (verderop in de stad passeer ik het gelijknamige museum en kerk), Thomas a Kempis en rector Alexander Hegius. De Latijnse school (thans hotel) en de atheneumbibliotheek bestaan nog steeds. Zelfs Desiderius Erasmus was een van de humanistische leerlingen in Deventer.
Door deze intellectuele voorbijgangers kon Deventer zich ontwikkelen tot het centrum van de boekdrukkunst van Noord Europa.
De rijke Roomse en Devotie periode kwam ten einde door de inname van Deventer door de Staatse troepen. Tot tweemaal werd Deventer veroverd op de Spanjaarden (prins Maurits, 1591).
Het is heerlijk vertoeven in het zonnetje en de drukke binnenstad en via de Broederenkerk (prediker Geert Groote) kom ik weldra op de oude Deventer brink. Het oog wordt direct getrokken door de scheve waag van Deventer.
Sinds de 10e eeuw sloeg Deventer zijn eigen munten hier (Deventer denarii met als opschrift Davantria, guldens, witpenning, braamsen, rijksappel en appelgulden, stuivers en schellingen). Deventer was een vrije rijksstad (Liberae Civitatis Imperials Daventriae) met een prachtig stadswapen, een zwarte adelaar op een gouden veld.
Onze wandeling volgt het aloude bergkwartier met een klein uitstapje naar de oude vrouwengevangenis. Even verderop de synagoge en het bekende Etty Hillesumcentrum (Etty Hillesum, dagboek “het verstoorde leven”). Etty geboren in 1924 in Deventer kwam in 1943 om het leven in Auswitsch. Bovenop een rivierduinen vind ik de oude Nicolaas of Bergkerk. Deze kerk in de 12e eeuw gesticht door Norbertijnen, was de kerk voor de schippers. Via de IJsselbrug verlaat ik de geschiedenis om op het midden van de brug af te dalen naar de Bolwerksplas. Lopend door de oude kleipolders tussen Wilp en Steenenkamer zie ik het silhouet van Deventer vervagen. Mijn voeten beginnen te slepen in de klei en blij maar voldaan arriveer ik in de tuinen van Deventer (Steenenkamer). Steenenkamer kwam in de 18e eeuw tot ontwikkeling als tuinbouwdorp aan de rand van Deventer. Via de bolwerksmolen bereiken we de Worp (het eindpunt van de tocht door Deventer en de uiterwaarden).