Interessant, dat je wil zoeken op hoe je ganzen moet houden en dat dan de eerste hit is hoe je ganzen moet weg houden…. Een prachtig voorbeeld. Maar ik weet nog niet precies waarvan. Zegt het iets over mijn zoekgedrag en daardoor opgebouwd algoritme? Of zegt het iets over de Sallander die een bloedhekel aan ganzen heeft.
Zoek ook maar eens op muizen, of – je zoekt er wat af op vrije momenten – op aspergekever. Google helpt je ervan af te komen. In de filosofische vraag of een ree onze weg oversteekt of wij door zijn bos rijden, ben ik geneigd de kant van de ree te kiezen. Ik had het daar met boswachter Arjan Postma over en die wist me zelfs te vertellen dat veel van onze wegen over vroegere geitenpaadjes gaan. Want daar waar de dieren vroeger onze moerassen veilig wisten te doorkruisen, daar hebben we nu onze wegstructuur van gemaakt.
(tekst gaat verder onder de podcast)
Zo sloeg ik dus ook aan het filosoferen toen ik het bordje ‘pas op, agressieve roofvogel’ tegenkwam bij mij in de straat. Ik dacht: wie is hier nu helemaal agressief. Dat beest moet zijn tafeltje dekken in een maïs-, raaigras-, pootaardappelen- en bloembollenwereld, waar tussen hij geen voedsel meer kan vonden omdat we dat doodspuiten. Water kan ie in deze droogte ook al niet vinden omdat het waterschap niks liever doet dan waterstanden verlagen. Daar wielrennen en hardlopen wij dan tussendoor in kekke kleurtjes met een walm van wasverzachter en deodorant om ons heen.
Dus wie is hier nu helemaal agressief. Dat beessie beschermt gewoon zijn kroost, wil ons op afstand houden! En als ie een stukje vlees uit onze nek kan trekken, daar groeien zijn kindertjes het best van. Toch?
Maar trugge naar die ganzen. Ik zoek een natuurlijke manier om het gras in mijn voedselbos kort te houden op zo’n manier dat niet ook gelijk al die bomen en struiken het loodje leggen. Iemand die er verstand van heeft zei dat ganzen daar heel goed voor zijn. Hij gaf me als tip geen ganzen te kópen, maar ons land zo in te richten dat ganzen het herkennen als een landingsbaan. Dan komen ze graag aangevlogen om me het gras op te eten.
“Want”, zei de deskundige, “van ganzen hebben we er zat. Eerst zat de grutto in de wei, maar die vindt daar niks meer te eten. Raaigras, daar houdt die niet van. Maar de gans vindt dat heerlijk. Vooral jonge scheutjes gras, daar is die dol op.”
Maar ik maai geen gras, heb dus maar weinig nieuwe scheutjes. De buren wel, daarom zitten daar de ganzen die ik graag wil hebben. Dus ik zit er nu aan te denken die landingsbaan naar ons ook uit te rusten met verlichting en van die windvangers waar je aan kunt zien hoe hard het waait.
Zou dat aantrekkelijk genoeg voor de ganzen zijn?