Mijn verkeersbordentik heb ik van Kees van Kooten. Die zag op een bord in Frankrijk een jongen en een meisje heel anders op weg naar een zebrapad wandelen dan ze dat hier doen. Hier loopt de jongen stoer op weg naar de plek waar ik als chauffeur geacht wordt op te passen voor overstekers, in La France loopt het meisje fier voorop. Hier lijkt het meisje achter de jongen aan te huppelen, daar leidt de stoere meid de jongen langs het gevaar.
Sindsdien valt het me op dat de auto op een hobbel die aangeeft dat er een drempel nadert, dat dat een oude Saab is die ze alleen bij de Raalter familie Haarman aan de Krieghuusweg nog rijden. En de dieplader die over een spoorwegovergang in een zandweg in het buitengebied moet, zo’n dieplader heb ik nog nooit gezien op een zandweg.
Verrassend vind ik ook de snelheidsveranderingen bij wegwerkzaamheden in een dorp. Dat er dan voor de veiligheid een bord met 50 neergezet wordt, terwijl ik een 30-km-gebied rij. Of een tijdelijk bord met 30 anderhalve meter voor een permanent bord met 50. Ik vraag me dan altijd af of je met succes bezwaar kunt maken tegen een boete.
’60 herhaald’ vind ik ook boeiend. Ik denk dan: als ik het de eerste al gezien had, hoef je het voor mij niet te herhalen en als ik het de eerste níet gezien had, voegt de herhaling niks toe. Gewoon een bord met 60 is meer dan zat. Zelfs zonder dat bord voldoet het. Want je had het al gezegd.
Ik weet, er is een verschil tussen die laatste voorbeelden en de eersten. Die laatsten gaan over het gebruik van de verkeersborden. Die eersten gaan over de vormgeving.
Tijdens een prachtige wandeling in de buurt van kasteel Het Nijenhuis zag ik op afstand een trein passeren. Een blauwe sliert stoof (hoewel, met al die nattigheid…) door het coulisselandschap dat strijdt tegen zonnepanelen, net op het moment dat ik een bord zag dat voor de overgang waarschuwt. Op mijn dooie akkertje sloeg ik aan het nadenken over dat bord. Zou het zin hebben op zo’n afstand al voor een spoorwegovergang te waarschuwen, terwijl de overgang zelf ook volhangt met toeters en bellen, zelfs een boom heeft die me het doorrijden al ver voordat de trein komt onmogelijk maakt? Bestaan bij een gewone overgang die staande borden met drie, twee en een streep eigenlijk nog die om de – wat was het ook al weer – tachtig meter aangeven dat er weer een streepje minder op het bord staat? En dat Andreaskruis, wat is daar eigenlijk het nut van. Iets met dubbel en enkel kruis, hoe zat dat ook al weer.
Om me dat allemaal te herinneren voor dit stukje heb ik er een foto van gemaakt. Ik zag het pas toen ik die thuis nog eens bekeek: wat is dat voor een mal hekje? Je moet toch al wel 75 jaar oud zijn wil je aar een spoorwegovergang in herkennen. Ik heb zelf zo’n hekje tegenwoordig bij de ingang van de groentetuin. Tegen kippen.
Misschien dat we het onder traditie schuiven, maar ik stel anders toch voor dat hekje te vervangen voor een symbool dat we associëren met spoorbomen.