Het is maart dialectmaand. En daarom hebben de Provinciale Staten deze maand in het dialect vergaderd. Of moeten dat nog doen. Hebben ze de maandelijkse vergadering al gehad? Ik moet eerlijk zeggen dat er maanden voorbijgaan dat ik hun vergadering oversla. Plat proaten in de moand meart, ik vind het onzin.
Door Denne van Knöldert
Waarom vragen we in maart eigenlijk extra aandacht voor ons dialect? Om het in stand te houden? Om te laten zien dat we die taal hebben? Of omdat dat subsidie-technisch wel goed is? Ik kan er eigenlijk geen enkele goede reden voor bedenken en ben daarom best benieuwd naar wat anderen daar van denken.
Stel, het is oktober en ik heb bij de provincie een gesprek. Wat zou er dan gebeuren als ik bij de balie zou zeggen: “Moi, ik bin Denne van Knöldert en wie haa’n hier zo ‘n oaverleg met ien van ule ambteraren. Ku’j ‘m zeng dek d’r binne?” Dan zouden ze me gek aan kijken, vermoedelijk niet eens verstaan. Maar als ik dat deze maand doe, dan drukken ze denk ik onder de balie op een knopje om het feestcomité te activeren: “Yes, we hebben er een!”
Ik zag van de week een tweet van de burgemeester met het woord ‘alloceren’ erin. Dat er geen rood streepje onder komt te staan als ik dat type, betekent dat dat woord bestaat, maar geen idee wat het is. Vast geen dialect…
Dialect is een taal die ze in een bepaald gebied gebruiken als verbastering van de hoofdtaal. Dat gebied wordt vaak door een grens bepaald. Zo’n grens kan een land zijn, maar ook een rivier, een spoorlijn of een vierbaansweg. Dat ze aan de ene kant van het kanaal anders praten dan aan de andere kant lijkt gek, maar is heel logisch, want door dat kanaal vermengen de mensen zich niet. Ik zelf woon tussen de Hogebroeksweg en de Knapenveldweg in Raalte. Die twee plattelandswegen zijn verbonden met een fietspad. Dat pad was er vroeger niet, toen woonden ze vijf kilometer openbare weg van elkaar. Nu nog steeds kennen ze elkaar van beide straten niet zo goed. Om dat soort redenen kan op anderhalve kilometer afstand een paaltje een pössie of een pöaltie zijn, en vier viere en veare.
Vroeger deden ze bijna alles te voet. Mijn moeder (alive and kicking) woonde in Mariënheem, dat bestond toen nog niet eens… Ze wandelde naar Haarle voor school. Zo groot was toen je omgeving. Later kwamen fiets en auto. En toen vliegen spotgoedkoop werd kwam je nog sneller verder. Sinds internet is er helemaal geen houden meer aan. Het goedkoopst ben je uit bij Alibaba. Dan is het wel makkelijk als je allemaal dezelfde taal spreekt: Engels is dat geworden. In die orde is Nederlands zo langzamerhand een dialect aan het worden… Met een paar subdialecten per windstreek.
Mijn opa en oma konden geen Nederlanders.
Mijn ouders praten beter plat dan Nederlands. Ze kunnen geen Engels.
Ik praat Nederlands en plat. En ook wel een mondje Engels.
Mijn kinderen praten Nederlands en Engels en verstaan het dialect.
Hun kinderen zullen het dialect niet meer verstaan.
Zo gaat dat. Dat deze maand in de aandacht van het dialect staat, zal dat proces alleen maar vertragen, niet tegenhouden.