Ik had een keer een bumper klevende vrachtwagen van me afgeschud door steeds zachter te gaan rijden en daarna mij eigen snelheid weer op te pakken. Voordat de moordlustige chauffeur me weer op de trekhaak zat moest ik keihard remmen voor twee losgebroken paarden. Die vrachtwagenchauffeur zit dankzij mij nu niet vast wegens dood door schuld.
Vanaf dat moment heb ik me voorgenomen geen bumperklevers meer te dulden. Daar heb ik ook een signaal voor ontwikkeld: knipperlicht twee keer links en dan twee keer rechts. Dat werkt best goed en het mag van mij wel internationaal ingevoerd worden. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de meeste ongevallen gebeuren vanwege te kort op je voorganger rijden.
Helpt dat signaal niet, dan zet ik de richtingaanwijzer aan en doe alsof ik af wil slaan. Fascinerend te merken dat mensen dan een gat laten vallen, ook al is er helemaal geen afslag. Je hebt moordenaars die daarna dan gelijk weer aansluiten en wéér afstand nemen als ik weer net doe of ik af wil slaan. Ik stel me dan voor wat er in die auto achter me gebeurt. “Weet die klootzak niet wat ie wil?” “Heeft die gek geen navigatie of zo?”
Die ene chauffeur die na dat alles dan nóg weer bumper kleeft trof ik laatst bij de rotonde waar ik vanuit Raalte Wijhe wou inrijden. Ik heb toen maar wat abrupt hard geremd voor ik driekwart de rondweg opging. Direct daarna ben ik netjes aan de kant gegaan om mevrouw (naar het bleek) mij te laten passeren.
Nou, dat deed ze, mij passeren. En gelijk daarna op de rem, de auto uit, scheldend en vloekend richting mij. “Doe de deur maar op slot” angst en beefde mijn passagier, maar ik heb vriendelijk het raampje opengedraaid om de scheldkanonnade van harte in ontvangst te nemen. Mevrouw had de telefoon erbij aan, vermoedelijk een back up voor als het uit de hand zou lopen. Als ik ballen had moest ik achter haar aan rijden “want hier midden op de weg zetten we de boel vast. Maar dat lef heb je vast niet.”
Dat had ik dus wel en even later heb ik me de huid vol laten schelden door een volslagen idioot die me vooral verweet dat ze twee kinderen achter in de auto had en dat het vooral voor hen heel gevaarlijk was wat ik allemaal deed.
“Zo” heb ik geantwoord en “toe maar”. Ze maakte nog een foto van mijn kenteken, maar met een lease-auto is dat niet zo erg, en ik heb haar nummerplaat genoteerd toen ik alweer weggereden was. Dat ging nog redelijk eenvoudig, want ze kwam achter me aangereden en ging gelijk weer op de trekhaak. In Olst scheidden onze wegen en is er na die eerste vriendelijke kennismaking nooit meer een vervolg gekomen.
Soms is het leven zwaar voor een vrouwenmagneet, Denne!