Ik heb het onderzoek van Hielkema met interesse gelezen. Wat we mee nemen op vakantie is vooral ‘vanwege gemak’, zegt hij. Ik stel me voor dat je laat op de dag op je bestemming aankomt en dat alles dan dicht is. Dan is het handig als je koffie en thee bij je hebt blijkbaar, want dat is wat we het meest meenemen.
Jaha, want we gaan wel graag naar upcoming landen als Albanië en Georgië, maar van dat eten daar moeten we niks hebben. Daarom ook dat we verder graag kaas, pindakaas en hagelslag meenemen, Koekjes, snoepjes ook. En wasmiddelen. Hé, wij waren toch ontdekkingsreizigers?
Vroeger maakte mijn moeder altijd koude schotel klaar voor als ik op vakantie ging. Aardappelen, groenten, ei, tot kleine blokjes gesneden karbonade en mayonaise. Man, man, man wat was dat lekker. Reden we om 04.30 weg om op tijd aan te komen in Zuid Frankrijk of Midden Italië en dan kon ik bij Wesepe al niet van dat eten afblijven.
Dat gemakseten (koude schotel is eigenlijk net als kruudmoes, je kunt het ’s ochtends meenemen voor tussen de middag want hoeft het niet op te warmen) was toch wel alles wat ik meenam. Ik hoorde en hoor om me heen dat mensen zelfs vlees laten conserveren voor maaltijden in de caravan op een dor veldje ergens aan de andere kant van Europa. Nou, dan ben je een lefgozer. “Van die olijfolie daar, raken mijn darmen van slag” is de reden.
Maar, heeft Hielkema onderzocht, na verloop van tijd gaan we toch integreren daar op de vakantielokatie. We proberen iedere keer iets meer van die buitenlandse eetgewoontes. Vast ook, omdat dat goedkoper scoren is in de supermarkt. “Buitenlandse vakanties zijn misschien wel een even belangrijke bron van inspiratie voor Nederlandse thuiskoks als receptenwebsites of gratis supermarktbladen.”
Dat gaat zo ver dat ik iemand hoorde zeggen: “doe mij maar die typisch Hollandse kost, ach wat heb ik zin in een broodje shoarma!” Als je dan niet geïnspireerd bent door de buitenlandse keuken!
Als je veel eten meeneemt naar vakantie, heb je ruimte over voor de terugweg. Die vullen we dan ook weer op met eten. En drinken. Vooral drinken. Die lekkere wijn van daar, daar wil je thuis nog zo lang mogelijk van blijven genieten. Maar dat valt tegen, want je hebt er dan de zon, het terras en de mediterrane geuren niet bij. En die olijfolie bakt de karbonade eigenlijk ook helemaal niet lekker. Net als de kruiden niet passen bij de aardappelen met boontjes.
Gelukkig had je ook kazen en droge worsten mee terug genomen. Maar ja, die waren na drie dagen al weer op.