De mountainbiker maakt een snelle evolutie door. Nog niet zo lang geleden joeg die wandelaars de stuipen op het lijf. Nu heeft hij eigen routes. En daar liggen opvallend vaak bomen overheen. Vermoedelijk om de uitdaging te vergroten.
Door Denne van Knöldert
Op uitnodiging van een fietsenwinkel ben ik de Lemelerberg elektrisch over gemountainbiket. Ik schaamde me dood. En had het koud.
De Lemelerberg is geen berg, het is niet meer dan een heuvel. Een beste heuvel, voor Nederlandse begrippen, dat dan wel weer. Dus die sport sowieso mountainbiken noemen, komt wat overdreven over. Heuveltje op en af, dat is het. Ik deed dat elektrisch. Als Fabian Cancellara tegen De Muur op, reed ik zwoegende echte fietsers voorbij. Bij de eerste inhaalmanoeuvre kwam ik met mijn gemoed nog wel weg. Die man fietste met de benen uit elkaar omdat zijn buik er anders niet tussen paste. Maar later vloog ik ook sportieve jongeren, in zo’n lekker strak broekje, van half mijn leeftijd voorbij. “Met jouw leeftijd is het toch juist heerlijk dat jij nu ook het bos nog in kan?” zei er eentje op de pauzeplek. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen.
Die elektrische fiets is een stapje in de opmars van de heuvelfiets, slash mountainbike. Het begon met idioten die door een bos ragden dwars tussen de wandelaars door. Zonder bel en dan maar schreeuwen dat ze er aan komen. Je weet hoe dat dan gaat. De wandelaar schrikt, doet een pas op zij, kijkt om … en dan is die fietser al voorbij gefloept. Als die stap opzij tenminste de goede kant op ging.
Genuanceerde uitwisseling van gedachten op social media leidde tot de aanleg van eigen paden voor mountainbikers. Wandelaars zijn nu weer veilig. Mountainbikers onderling hebben nog wel eens amok. Want stapte je vroeger op de fiets als je kon fietsen, tegenwoordig heb je dergelijk laag verzet op zo’n heuvelfiets dat je er ook echte bergen zonder blikken of blozen mee op kunt. Maar ach, dat soortgenoten elkaar van het padje helpen is als criminele bendes die elkaar overhoop schieten: als ze er een ander maar niet mee lastig vallen.
De mountainbike-paden gingen eerst alleen door bos en over zandpad. Voor de zwaarte worden nu ook geluidswallen op industrieterreinen opgenomen in de route. Volgende stap is de aanleg van hindernissen. Een scherpe bocht, door een slootje, waarschuwingsborden.
De laatste maanden valt het me op dat er ook steeds meer bomen over de paden liggen. Een behendig fietser neemt die hindernis. Maar de meesten zoeken een uitweg zodat er vaak al snel een zijpad ontstaat. Bij navraag bleken die bomen echter geen hindernissen te zijn. Het zijn de boseigenaren of de wandelaars, die er mountainbikers mee proberen te weren.
Dus ik denk dat we in een tweede golf van emancipatie van de mountainbiker zijn terecht gekomen. Met op bosniveau gelijke rechten voor iedereen en op fietsniveau separate paden voor verschillende snelheden. De plannen zijn al klaar, maar hoe gaan we dat controleren?
Mooi verhaal maar sommige dingen herken ik toch niet. Ik fiets inmiddels een halve eeuw op diverse soorten fietsen en 35 jaar ook in de bergen maar ruzie met wandelaars heb ik vrijwel nooit gehad. Ondanks het feit dat ze niet altijd rekening houden met fietsers. Bellen heb ik afgeleerd omdat lang niet iedereen dat hoort. Kuchen helpt heel goed want dat is een explosief geluid dat ook de ouderen vrijwel allemaal horen. Maar ik stop (met schrijven 😉 want het is mooi fietsweer. Groet: Pieter https://www.andersreizen.nl/?s=parmentier