Je hebt dagvlinders, je hebt nachtvlinders en je hebt de Sallandse vlinderfotograaf. Ze waren alle drie eigenlijk even op winterpauze, maar de laatste heeft die pauze even doorbroken. Om te schrijven over nog een soort: microvlinders
Door vlinderfotograaf Emilio
De grotere vlinders kennen we allemaal wel: die mooie rode met ogen op de vleugels bijvoorbeeld, of de vaak gespotte ‘witjes’, maar ook die groene vlinders, die we met steeds grotere regelmaat nog vóór de lente zijn intrede doet, zien rondfladderen. Deze algemeen bekende vlinders behoren tot de dagvlinders, waarvan er in Nederland ruim 50 verschillende soorten voorkomen. De wat minder bekende groep is die van de nachtvlinders, die ruim 900 soorten telt. Maar er bestaat een nog minder bekende vlindergroep in Nederland: die van de microvlinders.
Deze enorme verzameling vlindertjes, die ruim 1480 soorten kent, is opgedeeld in zogenaamde superfamilies. Eén van de grootste families die in Nederland voorkomt is die van de bladrollers, die meer dan 360 soorten telt. Enkele voorbeelden zijn De Groene Eikenbladroller, Geisha, Gevlamde Bladroller en Distelbladroller. Zoals de naam doet vermoeden zijn de meeste microvlinders bijzonder klein, waardoor ze – ondanks hun talrijkheid – vaak (letterlijk) over het hoofd worden gezien. En niet alleen door natuurminnende wandelaars, ook voor veel groenverzorgers is dit een onbekende groep vlinders, die met één maaibeurt een complete habitat kunnen vernietigen.
Zo zijn er onder meer talloze soorten bladrollers, snuitmotten, grasmotten en stippelmotten, die door hun grootte vaak een verborgen bestaan leiden. Daarom is het van uitzonderlijk belang dat natuurbeheerders, waterschappen, gemeentes en loonbedrijven zich goed laten voorlichten met betrekking tot het leefgebied van bepaalde vlindersoorten en aanbevolen beheermaatregelen, zodat de schade die ze aan een te beheren gebied toebrengen, tot een minimum beperkt blijft.
De Sallandse vlinderfotograaf maakt deze verhalen samen met Salland Zoemt