Aan de overkant van de rivier woont een man die voor de aardigheid allerlei dieren houdt. Een paard, een ezel, een alpaca en ook pluimvee, twee witte pauwen en een zwaan.
We hebben altijd het meeste plezier om de alpaca, die ons niet schattig maar schattend aankijkt. Je wordt in het voorbijgaan gewogen, getaxeerd, gekeurd en soms kijkt hij uitgesproken misprijzend. Hij vindt mensen stom. Soms worden we een beetje onzeker van hem. Onze vaste grap is dat hij alles van ons weet. Van 300 meter ziet hij al of we in vorm zijn, uitgeslapen, zorgelijk, uit ons hum of hypergemotiveerd om het leven te ondervinden in al zijn onuitsprekelijke rijkdom en variatie. Zó’n alpaca dus.
Gisteren zagen we ‘m niet. Wel paradeerden er twee witte pauwen achter het kippengaas. Die hadden nergens oog voor, behalve elkaar. Ik was te laat om vast te leggen hoe ze beide tegelijk pronkten. Maar de show die de ene die het het langst volhield ten beste gaf was al verbluffend.
Komisch werd het door de andere grote witte vogel die op de voorgrond lag te zonnen. Graag had ik van de alpaca gehoord wat die zwaan van dat pauwenvertoon vond. Soms negeerde hij de aanstelleritis hautain, maar dat werd lastig toen ze tussen de verplichte kür door ook nog hun stemoefeningen deden. ‘Yawling’ heet dat snerpende geluid in het Engels – het contract tussen hun visuele pracht en het vocale onvermogen kon niet groter zijn. Alles voor een beetje aandacht! Nou, hier zijn de foto’s.
Website Dagklad