“In tegenstelling tot de conservatief-liberalen zijn wij als progressief liberale partij wél bereid te kijken naar hedendaagse oplossingen”, zegt D66 Raalte in reactie op het voorstel van VVD om meer parkeerplekken te realiseren in de wijk Langkamp. “Zet in op meer gebruik van deelauto’s, openbaarvervoer en elektrisch fietsen.”
D66 is het met VVD eens dat je geen bekeuringen moet uitdelen als er voor de autobezitters ter plekke geen alternatieven zijn. Echter, het lijkt hen onrechtstatelijk om dan maar niet meer te bekeuren: “Je weet dan zeker dat tot je een definitieve oplossing voor dit probleem gevonden hebt, eigenlijk akkoord gaat met overlast die het teveel aan auto’s ten opzichte van het aantal parkeerplaatsen met zich mee brengt.”
Het gaat D66 vooralsnog ook te ver gewoon maar te zeggen dat we dit probleem op moeten lossen met meer parkeerplekken: “De auto als heilige koe heeft zijn langste tijd wel gehad. Voor nieuw aan te leggen wijken wordt zelfs al gefilosofeerd over grote parkeerplaatsen aan de rand ervan, met een parkeerplek onder een zonnepanelendak, waar de auto opgeladen kan worden. Vanuit deze duurzame combifunctie fiets op loop je binnen 5 minuten naar huis. Op die manier heb je zelfs helemaal geen auto’s meer in de wijk en kunnen de parkeerplaatsen groen worden, met misschien wel een gezamenlijke groentetuin.”
“De deelauto is ook in opkomst. Dat kan omdat mensen een auto steeds minder als persoonlijk bezit zien. Met zo’n deelauto kun je met meer gezinnen gebruik maken van het gemak van een auto, en kies je ook sneller voor openbaar vervoer. Als je geen tweede auto voor de deur hebt staan, scheelt je dat zo 200 euro in de maand, dat is al gauw een halve dag werken in de week.”
“Het gebrek aan parkeerplaatsen, of het teveel aan auto’s in wijken als De Gaarden of Het Woold, moet je – en dat zijn we helemaal met de VVD eens – zeker aanpakken. Niet met bekeuren en meer parkeerplaatsen. Dat is geen oplossing meer van deze tijd.
D66 zou het de moeite waard vinden de nu geïnde parkeerboetes aan te wenden voor een oriënterend verbeteronderzoek.”
