Van de 360 soorten bijen die we hebben, heeft de helft het moeilijk, omdat die op het platteland zijn voedsel niet meer kan vinden. Voor een zo hoog mogelijke opbrengst van gras en maïs wordt dat voedsel doodgespoten. Opvallend genoeg doen bijen het in steden en dorpen wel goed. Het is er warmer en droger en vanwege veel bloemrijke tuintjes vinden ze er eten genoeg. Ze vinden ook plekken genoeg om als nest te gebruiken zoals open grond, oude muren en gebouwen.
Dat is te lezen in het themanummer ‘Bijen in stad en dorp‘ van Hymenovaria dat je via de link kunt openen
“De efficiëntie van de landbouw, haar monocultures, bestrijdingsmiddelen en kunstmest, heeft geresulteerd in het decimeren van wilde bijenpopulatie op het platteland. De stikstofdepositie en emissies naar water en bodem zijn tot diep in onze natuurgebieden doorgedrongen. Er lijken geen bodems meer te zijn zonder restanten van landbouwpesticiden” schrijft Koos Biesmeijer in het voorwoord. Maar gezien mooie veranderingsvoorbeelden heeft hij goede hoop dat het tij voor de bij ook op het platteland snel keert.
Biesmeijer: “De bebouwde omgeving en de openbare ruimte maken samen ongeveer dertig procent van Nederland uit en zijn, in principe, zeer geschikt als leefgebied voor wilde bijen. Misschien niet voor alle soorten, maar wel voor veel soorten. Er zijn al prachtige voorbeelden van goed beheer in en ideeën voor verbetering van de leefomstandigheden voor wilde bijen. Dat is van groot belang, want wij maken de stad en onderhouden onze tuinen, dus met de goede kennis kunnen we de wilde bijen zeker helpen.”