Als je windmolens op land plaatst, moet de directe omgeving voor 50% aandeelhouder zijn, dus meedelen in de winst. Dat staat te lezen in een nieuwe gedragscode voor ‘wind op land’, zoals die opgesteld is door diverse partijen die zowel groene energie als de natuur hoog in het vaandel hebben. Naast meedelen in de winst, is goede communicatie ook essentieel, zegt de notitie.
In de notitie staat: “Om de projecten voor de bouw en exploitatie van hernieuwbaar op land in de energietransitie te laten slagen, gaan in gebieden met mogelijkheden en ambities voor hernieuwbare opwekking, de omgeving en marktpartijen gelijkwaardig samenwerken in de ontwikkeling, bouw en exploitatie. Dit vertaalt zich in een evenwichtige eigendomsverdeling in een gebied waarbij gestreefd wordt naar 50% eigendom van de productie van de lokale omgeving (burgers en bedrijven). Het streven naar de eigendomsverhouding is een algemeen streven voor 2030.
Er is lokaal ruimte om hier vanwege lokale projectgerelateerde redenen van af te wijken.”17 Doel van deze afspraak is het bevorderen van acceptatie. Initiatiefnemer(s) spannen zich in om alle partijen die mogelijk lokaal eigendom willen op gelijkwaardige manier te betrekken. Uitgangspunt is dat iedereen die lokaal mede-eigenaar wil worden, hiertoe ook de mogelijkheid krijgt. Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid, inclusief risico’s, tijdsinvestering en opbrengsten. Lokaal eigendom is een vorm van financiële participatie en opgenomen in de participatiewaaier. Tegelijk staat het streven naar 50% lokaal eigendom los van de afspraak om ook andere belanghebbenden in de omgeving via een vorm van financiële participatie te betrekken.