‘Eigenlijk weet ik helemaal niet zeker of ik wel een typische vakbondsman ben’, zegt Jo Mulder over zijn voorzitterschap van de lokale afdeling van Bouwbond FNV. ‘Mensen als Anton Boerkamp en Gait Harmsen, dat waren de plaatselijk vertegenwoordigers die het gezicht waren van de bond. Ik werd voorzitter omdat dat zo’n functie is waar je moeilijk mensen voor krijgt.’
De afdeling Lemelerveld (later gefuseerd met Luttenberg, Haarle en Mariënheem) was in die tijd niet meer zo bezig met arbeidsomstandigheden en dergelijke. ‘Dat werd door professionals van de bond gedaan, daar brandden we onze vingers niet aan. We waren wel verantwoordelijk voor de bonnen voor vakantiegeld, WW en ziektegeld. Foei, wat was dat een fraudegevoelig systeem.
Lokaal FNV Salland heeft zichzelf opgeheven, de afdeling gaat verder onder de vlag van de afdeling Deventer. ‘Bie de bond’ is het afscheidsboek. Hier in Salland publiceert de verschillende verhalen uit het boek.
Als je ziek was kreeg je je salaris doorbetaald, niet als je vakantie had. Dan was er voor Kerst ineens een man of tien ziek, want dan kregen ze die vrije dagen doorbetaald. Of in de jaren tachtig toen je hier geen werk kon vinden, dan kwamen ze hun WW ophalen met het cement nog aan de broek, omdat ze overdag in Duitsland hadden gewerkt… Ik heb ook wel eens meegemaakt dat iemand om 11.00 uur nog aan kwam zetten. Hij had zich ziek gemeld met een hernia, maar de dokter stuurde hem zo door naar de bouw.’
Prachtig centrum
Ook bij de bond heb je rekkelijken en preciezen. Mulder is van de rekkelijken. Dat komt ook omdat hij rond zijn twintigste zes jaar in Australië had gewerkt voordat hij in Lemelerveld aan de slag ging. ‘Daar stelde de bond zulke hoge eisen dat werkgevers helemaal geen personeel durfden aannemen. Schapenboeren waren verplicht kamer, keuken en gescheiden slaapgelegenheid te hebben voor de scheerdersploegen die van boer naar boer trokken. Als dat niet in orde was, werden de schapen niet geschoren.
Als jij nog mooie verhalen weet over de vakbond, kom maar door! info@hierinsalland.nl
Hier waren we meer bezig met dat er überhaupt een schaftkeet en een toilet op de bouw was, zodat metselaars niet in een container op de cementzakken moesten zitten in de pauze.
Hier in Lemelerveld hebben we soms ook wel wat geregeld met de werkgevers. Ik denk niet dat het altijd allemaal volgens de regel is gegaan toen hier de staalfabriek NIJL gesloopt werd en het Kroonplein ingericht werd. Maar ons dorp heeft er wel een prachtig centrum aan overgehouden.’
Ongebruikte lift
Maar soms ging het ook níet goed. Mulder herinnert zich een uitvoerder die totaal niet overweg kon met personeel. ‘Die had altijd trammelant met iedereen, met als gevolg dat de bouwvakkers ook niks voor hem over hadden. Toen hij ging klagen bij de baas dat niemand wilde overwerken, zijn wij ook met zijn baas in gesprek gegaan. Die bleek net zo goed problemen met de uitvoerder te hebben. De uitvoerder had bij hem een keer hemel en aarde bewogen om nog diezelfde middag een lift op de bouw te krijgen, die vervolgens drie weken ongebruikt op de bouwplek stond. Maar het was een vakman die alles kon, hij wilde hem er hoe dan ook bij houden. Het personeel heeft zich toen gewoon wat minder aangetrokken van hem.’